Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
- [de moeder], de moeder, tevens mentor (hierna te noemen: de moeder);
- de huidige bewindvoerder,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Burlet;
- de moeder;
- [de zus] ;
- de heer [medewerker van de bewindvoerder] , namens de bewindvoerder.
- de inhoud van de brief met bijlagen van de advocaat van de vader d.d. 25 maart 2019 (waaronder het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op
- de door [de zus] ondertekende ‘Bereidverklaring bewindvoerder’.
3.De beoordeling
Het beleggen van het gehele vermogen van de rechthebbende, dat mede is ingegeven vanwege persoonlijke doeleinden, valt naar het oordeel van het hof niet onder een daad van beheer, als bedoeld in artikel 1:441, lid 1 BW. Voor zover de rechter ingevolge het tweede lid hiervoor al toestemming zou hebben gegeven, heeft de vader in elk geval nagelaten om deze toestemming te vragen.