Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 2 augustus 2018 tot en met 26 augustus 2018 te [pleegplaats] , althans in Nederland, een goed, te weten een kentekenplaat ( [kenteken A] ), heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit goed wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden, dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op een tijdstip in of omstreeks de periode van 2 augustus 2018 tot en met 3 augustus 2018 te [pleegplaats] een kentekenplaat ( [kenteken A] ), in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoorde, te weten aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en/of die weg te nemen kentekenplaat onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking;
hij op of omstreeks 1 juni 2018 te [pleegplaats] tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, een snorscooter, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s) toebehoorde, te weten aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die weg te nemen snorscooter onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
hij in of omstreeks de periode van 2 augustus 2018 tot en met 26 augustus 2018 te [pleegplaats] een kentekenplaat ( [kenteken A] ) voorhanden heeft gehad en overgedragen, terwijl hij ten tijde van het voorhanden krijgen van dit goed wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
hij op 1 juni 2018 te [pleegplaats] tezamen en in vereniging met een ander een snorscooter, die toebehoorde aan [benadeelde 2] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl hij, verdachte, en zijn mededader die weg te nemen snorscooter onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak.
het hof begrijpt: [medeverdachte 1]) en een duopassagier (
het hof begrijpt: [medeverdachte 2]) op een grijze scooter zagen rijden. De scooter was voorzien van een blauwkleurige kentekenplaat met als kenteken [kenteken A] . De verbalisanten hebben de kentekenplaat bevraagd, waaruit bleek dat deze was gestolen. Beide personen zijn aangehouden. Zij waren [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] . [2] Op 12 augustus 2018 heeft [benadeelde 1] aangifte gedaan van diefstal van een blauwe kentekenplaat met het kenteken [kenteken A] . Hij heeft verklaard dat hij de scooter met daarop de bevestigde kentekenplaat op 2 augustus 2018 om 14:00 uur heeft geparkeerd in [pleegplaats] en op 3 augustus 2018 om 15:00 uur ontdekte dat deze kentekenplaat was weggenomen. Aan niemand werd toestemming gegeven tot het plegen van het feit. [3]
het hof begrijpt: zeer kort tevoren) de scooter had gekocht op de [straatnaam A met huisnummer Y] te [pleegplaats] . De scooter stond samen met een andere roodkleurige scooter in de tuin van dit adres. [medeverdachte 2] had twee filmpjes van de persoon van wie de scooter was gekocht op zijn telefoon opgeslagen en heeft deze aan verbalisant [verbalisant 1] gestuurd. [medeverdachte 2] heeft naar aanleiding van deze filmpjes verklaard dat voornoemde kentekenplaat eerst op de roodkleurige scooter was bevestigd. [4] Verbalisanten [verbalisant 3] [5] , [verbalisant 4] [6] en [verbalisant 5] [7] hebben de beelden tevens bekeken en gerelateerd dat zij verdachte ambtshalve kennen en hem onmiddellijk herkenden toen zij de videobeelden zagen. Verbalisant [verbalisant 5] merkt in dat verband op dat hij verdachte diverse keren heeft aangehouden en gecontroleerd tijdens zijn politiediensten in [pleegplaats] Noord.
het hof begrijpt: in [pleegplaats]) aan de potentiële kopers doorgegeven. Er werd de potentiële kopers verzocht niet aan te bellen, maar via WhatsApp een bericht te sturen als ze er waren. [8] [medeverdachte 2] heeft voorts verklaard dat hij bij de garageboxen (
het hof begrijpt: aan de [straatnaam A] in [pleegplaats]) is gestopt en dat de verkoper (
het hof begrijpt: verdachte) met de motorscooter aan kwam gereden. [9] Verdachte woont op het adres [straatnaam A met huisnummer X] in [pleegplaats] [10] De vader van verdachte, [vader verdachte] , heeft op 27 augustus 2018 verklaard dat verdachte gebruik maakt van het telefoonnummer [telefoonnummer A] . [11] Dit wordt op 29 augustus 2018 bevestigd door de zus van verdachte, [zus verdachte] . [12]
- een jongen met een groene jas en een jongen met een zwarte broek met rode bies fietsen de fietsenstalling van de school in;
- de jongens hebben contact met elkaar;
- de jongens staan met hun rug naar de snorscooters toe en kijken in de richting van bewegende mensen;
- de jongen met de groene jas gaat morrelen aan de snorscooter en de andere jongen schermt dit af door ervoor te gaan staan;
- de jongen met de groene jas loopt terug, haalt de fiets van de standaard, maar zet de fiets vervolgens weer op de standaard;
- de jongens hebben wederom contact met elkaar en uit hun lichaamshouding blijkt dat ze kijken naar de mensen die buiten langslopen;
- zodra iedereen weg is gaat de jongen met de groene jas weer aan de scooter morrelen;
- de jongen met de groene jas geeft iets aan de andere jongen, pakt de scooter en rijdt erop weg;
- de andere jongen rijdt op de fiets weg;
- de fiets waarmee de jongen met de groene jas is gekomen blijft staan.
opzetheling.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
12 (twaalf) weken;
4 (vier) weken, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt;
Vordering van de benadeelde partij [benadeelde 2]
€ 3.837,60 (drieduizend achthonderdzevenendertig euro en zestig cent) ter zake van materiële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.