Uitspraak
arrest
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
arrest van7
januari 2020in de zaak van
5april 2017, door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Breda, gewezen tussen VI als eiseres in conventie, verweerster in (voorwaardelijke) reconventie en WVZ als gedaagde in conventie, eiseres in (voorwaardelijke) reconventie.
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/316141 / HA ZA 16-392)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
Schuldenaar biedt het registergoed vóór start van de bouw van het registergoed te koop aan derden, waarbij in eerste instantie een vraagprijs geldt van zes miljoen zeven honderd vijftig duizend euro
Indien het registergoed ten tijde van start bouw tot drie maanden na start bouw nog niet is verkocht, biedt schuldenaar het registergoed te koop aan aan derden met een vraagprijs van maximaal zes miljoen vijf honderd vijftig duizend euro(€ 6.550.000,00)
Indien schuldenaar een kandidaat koper heeft, zal schuldeiser in de gelegenheid worden gesteld om binnen vier weken dit bod van een derde te evenaren, waarna schuldenaar verplicht is om het registergoed voor dat bedrag aan schuldeiser te leveren.
Indien schuldenaar in strijd handelt met het bepaalde in lid 6, verbeurt schuldenaar een niet voor matiging vatbare boete ten gunste van schuldeiser van het aan schuldeiser volgens dit artikel h. 12 toegekende winstrecht, met een minimum van honderd duizend euro(€ 100.000,-);
Indien het registergoed drie maanden na start bouw tot veertien dagen na bouwkundige oplevering
indien schuldenaar een koper heeft, zal schuldeiser in de gelegenheid worden gesteld om binnen vier weken dit bod van een derde te evenaren, waarna schuldenaar verplicht is om het registergoed voor dat bedrag aan schuldeiser te leveren.
ingeval na drie maanden na start bouw geen koper is gevonden voor het registergoed, zullen partijen nader overleg plegen met elkaar over externe (her)financiering van het registergoed bij (een) derde(n) voor een periode van minimaal tien jaar bij voorkeur twintig jaar.
Zolang schuldenaar de geldlening en de daanuit voortvloeiende verplichtingen nog niet aan schuldeiser volledig heeft afgelost, is schuldenaar bij vervreemding van het registergoed verplicht de winst die gemaakt wordt met de vervreemding van het registergoed te delen zodat schuldeiser vijftig procent (50%) van die winst ontvangt.
Hierbij vind je draft LOi en onze visie op hoe wij de werken wensen op te volgen voor het nieuwbouw project van SDW te [vestigingsplaats] ter bespreking. Graag je feedback hierover.
gelegen [adres] X te X\'.A'X [vestigingsplaats] met een getekende lange termijnhuurcontract met Stichting Dagelijks Wonen (SDW)
WVZ):
een schadevergoeding van € 50.000,-
5van de hypotheekakte, aangezien zij het registergoed niet na het starten van de bouw (20 april 2015) aan een derde (Superstone) te koop heeft aangeboden. Vanaf medio november 2014 heeft WVZ het registergoed aan derden te koop aangeboden. Superstone heeft op 1 april 2015 mondeling, gevolgd door de e-mail van 7 april 2015 tezamen met de brief en draft LOi met de voorwaarden en de technische procesbeschrijving, een bod uitgebracht. Het registergoed is derhalve door WVZ vóór datum van de bouw aangeboden, zodat art. 2 sub h lid
5van de hypotheekakte toepassing mist (c.q. niet is geschonden), ald
5van de hypotheekakte belang. Beoordeling van de vraag welke uitleg aan de tussen partijen gemaakte afspraken in de hypotheekakte moet worden gegeven, vindt plaats aan de hand van de Haviltex-maatstaf. Deze maatstaf brengt met zich dat bij een commercieel contract als het onderhavige en met professionele partijen als de onderhavige, in beginsel groot gewicht toekomt aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen in onderling verband en samenhang bezien, maar dat beslissend blijft de zin die partijen in de gegeven omstandigheden over en weer redelijkerwijs aan die bewoordingen mochten toekennen en wat zij te dien aanzien redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten.
5en 9 is een vraagprijs opgenomen die door WVZ op diverse momenten bij het te koop aanbieden van het registergoed gehanteerd moet worden; deze vraagprijs, die in de leden
5en 9 aan een maximum is gebonden, daalt op het moment dat het registergoed gedurende een bepaalde bouw/opleveringsfase nog niet is verkocht. In lid 12 is een voorziening voor externe herfinanciering van het registergoed opgenomen in het geval drie maanden na start bouw geen koper is gevonden.
5een bod heeft uitgebracht, zoals bedoeld in art. 2 sub h lid 2 van de hypotheekakte, ontkennend beantwoordt, zodat de daarop betrekking hebbende grief ( I 0) slaagt.
een contractuele boete van € 100.000,-
"de prijs in de akte is een vraagprijs, dat hoeft dus niet de prijs van het bod te zijn".
een schadevergoeding van € 326.587,-.
4.De uitspraak
5april 2017, voor zover dit aan het oordeel van het hof is onderworpen, onder aanvulling en verbetering van de gronden zoals hiervoor is overwogen;