Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 5 februari 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte is veroordeeld voor openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen, gepleegd op 21 november 2017 te Boxtel. De verdachte, die op dat moment in Huis van Bewaring Grave verbleef, heeft samen met anderen geweld gepleegd tegen een slachtoffer op de openbare weg. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, waarbij hij het slachtoffer heeft geslagen, geschopt en gewurgd. De verdachte heeft het geweld gepleegd in een situatie waarin hij en zijn mededaders het slachtoffer hebben achtervolgd en belaagd, wat heeft geleid tot pijn en letsel voor het slachtoffer. Het hof heeft het eerdere vonnis van de politierechter vernietigd, omdat deze niet voldeed aan de motiveringsvereisten van het Wetboek van Strafvordering. De verdachte heeft verzocht om een voorwaardelijke gevangenisstraf, maar het hof heeft geoordeeld dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van drie maanden passend is, gezien de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 63 en 141 van het Wetboek van Strafrecht.