ECLI:NL:GHSHE:2020:455
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen vonnis politierechter inzake niet-ontvankelijkheid van hoger beroep
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte is veroordeeld voor vernieling van een ruit tot een gevangenisstraf van twee weken. Daarnaast is de tenuitvoerlegging gelast van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf van 32 dagen. De verdachte heeft op 18 juni 2019 hoger beroep ingesteld tegen het vonnis van 18 april 2019, maar het hof oordeelt dat dit hoger beroep te laat is ingesteld. De verdachte was op de hoogte van de zitting op 5 december 2018 en de daaropvolgende zitting op 18 april 2019, maar heeft niet tijdig actie ondernomen om hoger beroep in te stellen. Het hof concludeert dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is en verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep. De uitspraak is gedaan door de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 januari 2020.