In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, ging het om een hoger beroep van Airworks Aviation Solutions B.V. tegen Agrifirm International B.V. De zaak betreft de onrechtmatige verkrijging van langlopende contracten. Het hof heeft de procedure voortgezet na eerdere tussenarresten en heeft de partijen opnieuw aangeduid. Airworks vorderde een schadevergoeding van € 7.581.578,-, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 juni 2007. Agrifirm betwistte deze eisvermeerdering en stelde dat deze in strijd was met een goede procesorde. Het hof heeft de bewijsopdracht aan Airworks gegeven om aan te tonen dat er per 1 januari 2002 langlopende inkoopcontracten bestonden tussen InCo-öp en leveranciers van micro-ingrediënten, en dat er prijsverschillen waren tussen de contractprijzen en de marktprijzen. Het hof heeft diverse getuigen gehoord, waaronder deskundigen en betrokkenen van beide partijen. De getuigenverklaringen waren echter niet overtuigend genoeg om het gevraagde bewijs te leveren. Het hof concludeerde dat er geen bewijs was voor het bestaan van langlopende contracten met prijsverschillen per 1 januari 2002. Uiteindelijk heeft het hof de vorderingen van Airworks afgewezen, met uitzondering van de vergoeding van de intrinsieke waarde van de aandelen in InCo-öp, die op € 391.024,- werd vastgesteld, vermeerderd met wettelijke rente. De proceskosten werden gecompenseerd, en het hof bekrachtigde de eerdere vonnissen voor het overige.