Het hof, met de rechtbank, is van oordeel dat als aanvangsmoment heeft te gelden de datum waarop de machtiging tot instelling van het strafrechtelijk financieel onderzoek aan betrokkene is uitgereikt, derhalve 21 mei 2012. Dit is het eerste moment geweest waaraan betrokkene [verdachte] in redelijkheid de verwachting heeft kunnen ontlenen dat tegen hem een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel aanhangig zou worden gemaakt.
Als uitgangspunt heeft in deze zaak te gelden dat de behandeling ter terechtzitting dient te
zijn afgerond met een eindvonnis binnen twee jaar nadat de redelijke termijn is
aangevangen, tenzij sprake is van bijzondere omstandigheden, zoals de ingewikkeldheid van
een zaak, de invloed van de verdediging op het procesverloop en de wijze waarop de zaak
door de bevoegde autoriteiten is behandeld. Dit geldt eveneens ten aanzien van
ontnemingszaken. Het onderhavige vonnis is gewezen op 12 december 2018.
Het hof, met de rechtbank, stelt vast dat het strafrechtelijk financieel onderzoek op 26 oktober 2015 is afgerond (dit betreft de datum waarop het dossier SFO.002 is gereedgekomen). De laatste handelingen in het onderzoek in de strafzaak hebben plaatsgevonden in februari 2015. Dat het gereedkomen van het strafrechtelijk financieel onderzoek daarna nog ruim acht maanden heeft geduurd, kan worden verklaard door de omvang en de complexiteit van dat onderzoek en is derhalve niet voorshands onredelijk te noemen.
Op 17 november 2015 is de onderhavige ontnemingszaak voor het eerst op zitting behandeld. De vertraging die hierna is opgetreden, hangt hoofdzakelijk samen met het op
die zitting door de verdediging gedane verzoek om de ontnemingszaak niet gelijk te laten
lopen met de strafzaak, maar eerst ná vonniswijzing in de strafzaak een schriftelijke
voorbereiding te gelasten. Deze wens van de verdediging om alvorens de ontnemingszaak te
behandelen eerst de uitkomst in de strafzaak af te wachten, is nog eens bevestigd op de
terechtzitting in eerste aanleg van 12 april 2016, waarna de rechtbank overeenkomstig deze wens heeft beslist. Vervolgens is, nadat in de strafzaak vonnis is gewezen, de planning gevolgd conform de door de rechtbank gestelde termijnen.