Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Ter zake van het onder 1 ten laste gelegde poging tot verkrachting
nietdient te berusten op het volgende.
‘Waarschijnlijk heb ik haar tijdens de val met mijn ellenboog in haar gezicht geraakt want’en de zin ‘
Op dat moment stond ik dus, alleen gekleed in mijn onderbroek over mevrouw [slachtoffer] gebogen, met het kussen in mijn hand bij haar gezicht terwijl zij op de grond lag’hieruit worden geschrapt.
‘De rechtbank kan hierdoor’en
‘vaststellen met welke kracht’het woord
‘niet’dient te worden ingevoegd. Voor het overige verenigt het hof zich met de bewijsoverweging van de rechtbank.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
16 (zestien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 2.500,00 (tweeduizend vijfhonderd euro) ter zake van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.