Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Ten aanzien van de vordering tot tenuitvoerlegging van een eerder opgelegde voorwaardelijke straf heeft de advocaat-generaal zich op het standpunt gesteld dat deze dient te worden afgewezen. Tevens heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de vordering van de benadeelde partij wordt toegewezen en dat de in beslag genomen auto verbeurd wordt verklaard.
zij op of omstreeks 27 april 2018 te Vlissingen [aangeefster] heeft mishandeld door
dezemeermalen, althans eenmaal
- op/tegen/in het gezicht, althans op/tegen het hoofd te slaan/stompen en/of
- op/tegen het hoofd te schoppen/trappen.
haar, verdachte, voorgenomen misdrijf om [aangeefster] opzettelijk van het leven te beroven, met een door haar bestuurde personenauto (met hoge snelheid) heeft ingereden op die [aangeefster] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
haar, verdachte, voorgenomen misdrijf om aan [aangeefster] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met een door haar bestuurde personenauto (met hoge snelheid) heeft ingereden op die [aangeefster] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
zij op 27 april 2018 te Vlissingen [aangeefster] heeft mishandeld door deze meermalen
zij op 27 april 2018 te Vlissingen, ter uitvoering van het door haar, verdachte, voorgenomen misdrijf om [aangeefster] opzettelijk van het leven te beroven, met een door haar bestuurde personenauto heeft ingereden op die [aangeefster] , terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 28 april 2018, met foto’s (dossierpagina’s 19- 29), voor zover inhoudende als verklaring van [aangeefster] :
2. Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 30 april 2018, met foto’s (dossierpagina’s 30-41), voor zover inhoudende:
als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] :
als de verklaring van [aangeefster] afgelegd op 29 april 2018:
(p. 36)
Vraag verbalisant: Heb jij letsel die bij ons niet op de foto staat?
Antwoord aangeefster: U mag foto’s maken.
als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 1] en/of [verbalisant 2] :Opmerking verbalisant: Verdachte (het hof begrijpt: aangeefster) kan maar moeizaam en zeer houterig bewegen en toont ons haar kwetsuren. Hiervan zijn foto’s gemaakt.
3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 april 2018, met foto’s (dossierpagina’s 53-68), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] :
4. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 4 mei 2018 met foto (dossierpagina’s 118-123), voor zover inhoudend als verklaring van [vriendin 4] :
5. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 mei 2018 (dossierpagina’s 217-222), voor zover inhoudende als verklaring van [vriendin 2] :
6. Het proces-verbaal verhoor getuige d.d. 29 april 2018 (dossierpagina’s 87-93), voor zover inhoudende als verklaring van [vriendin 3] :
7. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 20 juni 2018 (dossierpagina’s 94-96), voor zover inhoudende als verklaring van [vriendin 3] :
8. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 4 mei 2018 (dossierpagina’s 104-106), voor zover inhoudende als verklaring van [zus vriendin 3] :
9. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 22 juni 2018, met foto (dossierpagina’s 124-128), voor zover inhoudende als verklaring van [vriendin 4] :
10. Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 3 mei 2018 (dossierpagina’s 197-200), voor zover inhoudende – zakelijk weergegeven - als verklaring van [vriendin 5] :
is toen in haar auto gestapt en we zijn toen in beide auto’s weggereden. (..) [verdachte] reed achter mij aan, richting Arnestein (het hof begrijpt: een wijk in Middelburg). Op Arnestein is [verdachte] voor mij gaan rijden. We zijn toen een keer links en rechts gereden en daar heeft [verdachte] de auto geparkeerd.
Betreft patiënt: [aangeefster] , [adres aangeefster] .
Klacht/beloop: Vannacht aangereden door een auto. Reed zelf op de fiets.
11b. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 mei 2018, met fotobijlage (dossierpagina’s 13-14), voor zover inhoudende als bevindingen van [verbalisant 3] :
(p. 13)Op vrijdag 27 april 2018 omstreeks 16.15 uur kregen mijn collega en ik een melding om te gaan naar het adres [adres aangeefster] . De melding betrof dat de ambulance-dienst onze komst verzocht in verband met een slachtoffer dat zij hulp boden, die afgelopen nacht bewust zou zijn mishandeld en zou zijn aangereden door een voertuig.Omstreeks 16.18 uur ter plaatse zag ik dat de ambulancemedewerkers met een vrouwelijk slachtoffer naar buiten gelopen kwamen. Ik zag dat het slachtoffer hierbij ondersteund werd door twee personen. Vervolgens werd het slachtoffer op de brancard gelegd. Het slachtoffer betrof [aangeefster] . Ik zag dat het slachtoffer diverse schaafwonden over heel haar gezicht had en meerdere schaaf(wonden) en blauwe plekken op haar been. Ik hoorde een ambulancebroeder zeggen dat (…) zij niet op haar eigen benen kon staan.
Ik hoorde haar zeggen dat haar fiets helemaal beschadigd was en dat zij niet meer verder kon rijden op dat moment.
werd vervolgens naar het ziekenhuis ADRZ (hof: het Admiraal De Ruyter Ziekenhuis) te Goes gebracht voor behandeling van haar verwondingen.
Betreft patiënt: [aangeefster] , [adres aangeefster] .
Bekken pijnlijk
Multiple hematomen behaarde hoofd
Multiple zwellingen
Hematomen op beide billen
Schedelhematoom: ja
12. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 14 mei 2018, met fotobijlage (dossierpagina’s 154-158), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] :
13. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 9 mei 2018 (dossierpagina 159), voor zover inhoudende als bevindingen van verbalisant [verbalisant 2] :
Dit transport heeft op 30 april 2018 plaatsgevonden door [naam bedrijf]
Ik ben naar de vestiging van [naam bedrijf] gegaan. Daar sprak ik een medewerker, [medewerker bedrijf] : Ik hoorde haar verklaren:
14. Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 30 april 2018 (dossierpagina’s 78-79), voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
Op 29 april 2019 hoorde ik op de [straatnaam] te Vlissingen de [getuige 1] . Hij verklaarde als volgt.
Het was (hof: in de nacht) van donderdag 26 april 2018 op vrijdag 27 april 2018. Ik werd wakker van geschreeuw. Toen ging ik kijken vanuit het raam van de bovenverdieping (het hof begrijpt: van de woning aan de [straatnaam] te Vlissingen waar het verhoor plaatsvindt). Ik heb gezien dat er twee auto’s stonden. (..) Er lag iemand op de grond.
15. Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 2 mei 2018 (dossierpagina’s 242-246), voor zover inhoudende als verklaring van verdachte:
16. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 26 juni 2019 inhoudende:
Ik zat in de auto. Ik zag haar rijden. Ik raakte haar en ze viel. Ik ben niet uitgestapt.
17. De verklaring van verdachte, afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep van 7 oktober 2020, inhoudende:
Dat verdachte [aangeefster] achterna ging om haar excuses aan te bieden voor de mishandelingen, zoals zij heeft verklaard, acht het hof niet geloofwaardig. Er is geen enkele aanwijzing in het dossier te vinden die erop duidt dat verdachte getracht heeft [aangeefster] toen en daar aan te spreken. Integendeel. Voor haar vriendinnen was het zonneklaar dat verdachte boos en in opgewonden staat met haar auto het weggefietste slachtoffer achterna ging.
mishandeling, meermalen gepleegd.
poging tot doodslag.
De materiële schade wordt gehandhaafd, ook die met betrekking tot feit 2 (de fiets), nu deze kosten niet door de verzekeraar worden vergoed.
- reiskosten (buskaartjes): € 10,00
- reparatiekosten iPhone: € 140,00
- kosten fiets: € 50,00
- inhoud tas (iPhone-kabel, ID-kaart, etc.): € 140,95
- kleding:
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Vordering van de benadeelde partij [aangeefster]
€ 1.021,89 (duizend eenentwintig euro en negenentachtig cent) bestaande uit € 271,89 (tweehonderd-eenenzeventig euro en negenentachtig cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2018 tot aan de dag der voldoening
€ 1.021,89 (duizend eenentwintig euro en negenentachtig cent)bestaande uit
€ 271,89 (tweehonderdeenenzeventig euro en negenentachtig cent) materiële schade en € 750,00 (zevenhonderdvijftig euro)immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 april 2018 tot aan de dag der voldoening.