[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag] ,
wonende te [adres 1] .
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen, verdachte zal vrijspreken van feit 3 en de aan hem onder 1 primair en 2 primair ten laste gelegde feiten bewezen zal verklaren en hem ter zake van de bewezen verklaarde feiten zal veroordelen tot een gevangenisstraf van 11 maanden, met aftrek van voorarrest.
Voorts heeft de advocaat-generaal gevorderd dat de benadeelde partij [benadeelde 4] niet-ontvankelijk zal worden verklaard in de vordering tot schadevergoeding.
De raadsman heeft betoogd dat feit 1 primair voor zover het betreft de ten laste gelegde diefstal bewezen kan worden verklaard. De raadsman heeft ten aanzien van de feiten 2 en 3 primair vrijspraak bepleit en subsidiair heeft de raadsman een strafmaatverweer gevoerd.
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het niet te verenigen is met de hierna te geven beslissing.
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.
hij in of omstreeks de periode van 23 juli 2018 tot en met 25 juli 2018 te Koewacht, gemeente Terneuzen , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, sleutels, een zwarte rugzak en een oestermes, in elk geval enig(e) goed(eren), dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming
subsidiair
hij op of omstreeks 26 juli 2018 te Heikenszand, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, goederen te weten een zwarte rugzak en een oestermes heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/deze goed(eren) wist(en) dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij in of omstreeks de periode van 25 juli 2018 tot en met 26 juli 2018 te Knokke-Heist, in elk geval in België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ongeveer 1860 euro en een horloge (merk Diesel) en een trouwring en sleutels, in elk geval enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) toebehoorde(n), te weten aan [benadeelde 3] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goed(eren) onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;
subsidiair
hij op of omstreeks 26 juli 2018 te Heinkenszand, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, goederen te weten een hoeveelheid geld en een ring en sleutels heeft/hebben verworven, voorhanden gehad, en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van die goederen wist(en) dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 26 juli 2018 te Heinkenszand, gemeente Borsele, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een wapen van categorie IV, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een blank wapen, namelijk een dolk, waarvan het lemmet meer dan een snijkant had, heeft gedragen.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Vrijspraak van feit 3: het voorhanden hebben van een dolk
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij een ingevolge de Wet wapens en munitie verboden dolk voorhanden heeft gehad. Nu de feiten en omstandigheden waaronder deze dolk is aangetroffen niet duidelijk zijn geworden kan niet worden vastgesteld aan wie de dolk toebehoorde. Gelet hierop is het hof van oordeel dat verdachte van het onder feit 3 ten laste gelegde feit dient te worden vrijgesproken.
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair en 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
1. primair
hij in de periode van 23 juli 2018 tot en met 25 juli 2018 te Koewacht, gemeente Terneuzen , tezamen en in vereniging met een ander, sleutels, een zwarte rugzak en een oestermes, dat toebehoorde aan [benadeelde 1] , heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en zijn mededader zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak en inklimming.
2. primair
hij in de periode van 25 juli 2018 tot en met 26 juli 2018 te Knokke-Heist, België, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, ongeveer 1860 euro en een horloge (merk Diesel) en een trouwring en sleutels, in elk geval enig goed, dat aan een ander dan aan verdachte en zijn mededader(s) toebehoorde heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
1. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 2018 (dossierpagina’s 17-19), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
Op 26 juli 2018, omstreeks 00.55 uur, surveilleerden wij in het Havengebied van Vlissingen Oost. Het is ons ambtshalve bekend dat in dit gebied veel diefstallen en drugsgerelateerde activiteiten plaatsvinden. Wij zagen een zwart gekleurde personenauto merk Renault type Clio, voorzien van het kenteken [kenteken] . Wij hoorden van collega’s dat de tenaamgestelde van dit kenteken bekend was bij de politie ter zake woninginbraken. Kort voor de afslag naar tankstation De Vliedberg gaven wij een stopteken aan de bestuurder van de Renault Clio. Wij zijn de Renault gevolgd in de richting van de parkeerplaats achter tankstation De Vliedberg. Daar stopte deze auto en hebben wij beide inzittenden gecontroleerd. De bestuurder bleek genaamd [medeverdachte] , [geboortedatum 1] . De bijrijder bleek genaamd [verdachte] , [geboortedatum 2] .
Op ons verzoek hebben collega’s [verbalisant 3] en [verbalisant 4] een onderzoek ingesteld in de personenauto bestuurd door [medeverdachte] .
2. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 2018 (dossierpagina’s 20-22), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 4] :
Ik deed dienst met politiefunctionaris [verbalisant 3] . Voor het opvallende dienstvoertuig van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] reed een Renault Clio voorzien van het kenteken [kenteken] . Ik zag dat dit kenteken was afgegeven op naam van [medeverdachte] , geboren op [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 2] . Ik zag dat [medeverdachte] gekend was voor een grote hoeveelheid woninginbraken en inbraken uit hotel/pension. Over de portofoon hoorde ik van [verbalisant 1] en [verbalisant 2] dat er twee mannen in de Renault zaten en dat een ervan nog gesignaleerd stond voor aanhouding buiten heterdaad voor een diefstal De bijrijder zou voorkomen voor inbraken. Wij, [verbalisant 4] en [verbalisant 3] , besloten het voertuig te onderzoeken. De heer [medeverdachte] werd verzocht uit te stappen en naast het voertuig plaats te nemen. Ik begon het onderzoek aan de bijrijderszijde van het voertuig. Er lag een boodschappentas. In de boodschappentas zag ik een heleboel briefjes geld zitten, allemaal kleine coupures van 5, 10 en 20 euro. Ik zag ook een boel kleingeld. Ik zag ook een muntendispenser in de tas zitten, zoals gebruikt wordt in de horeca. Ik zag een gripzakje met wat sleutels liggen waarop stond ‘lift’. Deze combinatie van goederen leek mij op de inhoud van een kassalade. Ik zag ook zilveren ringen en andere sieraden in de tas zitten.
Ondertussen toonde politiefunctionaris [verbalisant 3] mij twee tangen die hij onder de bestuurdersstoel vandaan haalde. Hieruit rees bij mij de verdenking jegens de twee verdachten van het voorhanden hebben van inbrekerswerktuigen.
[verbalisant 3] toonde mij een zwarte rugzak die open was. Ik zag in de tas veel goudkleurige sieraden zitten en gereedschappen zoals schroevendraaiers.
3. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 2018 (dossierpagina’s 23-24), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 5] en [verbalisant 6] :
Op 26 juli 2018, omstreeks 05.00 uur, kregen wij het verzoek om het voertuig [kenteken] te doorzoeken. Dit voertuig was eerder deze avond overgebracht van tankstation De Vliedberg, gelegen aan de A58 ter hoogte van Heinkenszand, naar het politiebureau te Goes. Wij, verbalisanten, hebben het voertuig onderzocht.
Hieronder een opsomming van goederen:
- 2 schroevendraaiers (platte bek);
- zwarte tas met diverse sieraden;
- bigshopper met biljetten en muntgeld, totale waarde € 752,20;
- diverse sleutels;
- drie ringen.
4. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 26 juli (dossierpagina’s 103-107), voor zover inhoudende als verklaring van aangever [benadeelde 1] (met betrekking tot feit 1):
Ik, [benadeelde 1] , doe mede namens [benadeelde 2] , aangifte van inbraak. Iemand heeft zonder mijn toestemming mijn woning aan de [adres benadeelde 1 en 2] door een raam open te breken
(het hof begrijpt: en de woning te)betreden.
Op 23 juli 2018, omstreeks 13.00 uur vertrokken wij, ik mijn vrouw en onze drie kinderen op vakantie. Voordat wij vertrokken sloot ik alle deuren met slot en sleutel.
Op 25 juli 2018, omstreeks 12.00 uur, kwamen wij terug thuis. Ik zag aan de voorzijde direct dat het middelste raam op de eerste verdieping niet meer op de kantelstand stond. Ik zag dat het raam met kozijn naar binnen geduwd was. Wij zijn toen samen naar de achterzijde van de woning gegaan. Ik zag bij het lopen over de oprit dat het keukenraam aan die kant ook geopend was. Via de trap liepen wij naar de overloop. Hier bekeek ik eerst het raam aan de voorzijde. Ik zag dat het raam volledig ontzet was. Ik zag dat het raam los tegen het kozijn geplaatst was.
5. Het proces-verbaal van verhoor aangeefster d.d. 31 juli 2018 (dossierpagina’s 112-113), voor zover inhoudende als verklaring van [benadeelde 2] wonende te [adres benadeelde 1 en 2] :
Vorige week is bij ons ingebroken. Hier hebben wij aangifte van gedaan en de politie heeft een onderzoek gedaan in ons huis. Spullen die gestolen zijn betreffen:
- zwart rugzakje met een label van IKEA.
- twee sleutels, 1 huissleutel en 1 fietssleutel. Hier hangen 2 sleutelhangers aan.
- oestermes, oranje heft met Zeeland Zilt op het mes.
6. Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 26 juli 2018 (dossierpagina’s 114-115), voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige] :
Op 23 juli 2018 stond ik omstreeks 15.00 uur voor mijn woning aan het [adres buren benadeelde 1 en 2] . Ik zag dat er via de weg, een doodlopende weg, een voor mij onbekende auto kwam gereden. Ik zag dat de auto een zwarte Renault Clio was. Ik zag dat de auto voorbij mijn woning in de richting van het [adres benadeelde 1 en 2] reed. Ik zag dat in de auto twee jonge mannen zaten. Ik zag dat de man een zuiders uiterlijk hadden. Hiermee bedoel ik licht getint. (…)
Toen ze later terugreden, besloot ik het kenteken te onthouden en op te schrijven: [kenteken] (
het hof begrijpt dat hier gelet op het proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 augustus 2018 op dossierpagina’s 52 en 53, gelezen moet worden [kenteken].
(..)Als mensen hier verkeerd rijden zie je ze gelijk weer terug maar bij deze auto duurde het een tijdje tot ze terug kwamen.
7. Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 27 juli 2018 (dossierpagina’s 30-33), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 7] :
Het onderzoek is verricht in een woning bij [benadeelde 1] , gelegen aan het [adres benadeelde 1 en 2] , binnen de gemeente Terneuzen.
Tijdens het ingestelde onderzoek werd door mij het navolgende bevonden en waargenomen.
Het kunststofraam van de middelste dakkapel op de eerste verdieping aan de voorzijde van de woning was door de dader(s) benaderd.
Aangever toonde mij een vliegenhor die in de sponning van het raam van de middelste dakkapel aan de buitenzijde aanwezig diende te zijn. Ik zag dat er een krasspoor door een schroevendraaier met een vouwbreedte van circa 12 centimeter aan de zijkant van deze hor aanwezig was. Dit spoor werd door mij veiliggesteld en voorzien van SIN AALJ2940NL. Omdat het raam op de kantelstand stond werd door de dader het kunststofraam door de vergrendeling gedrukt, waarna het raam geopend werd. Via het geopende raam klom de dader de woning binnen waarbij deze op de zitting van een kunststof bureaustoel had gestaan om de overloop van de eerste verdieping te bereiken.
Vanaf de overloop waren alle vetrekken in de woning onbelemmerd te betreden. Ik zag dat er op de deur van de inloopkast op de overloop een rode substantie aanwezig was. Toen ik deze rode substantie had getest, bleek het te gaan om bloed. Hierna stelde ik het bloed veilig (AALJ2942NL). Op de voordeur ter hoogte van de deurklink trof ik wederom bloed aan (AALJ2941NL).
8. Het NFI-rapport DNA-onderzoek naar aanleiding van een inbraak gepleegd in [adres benadeelde 1 en 2] op 23 juli 2018 d.d. 23 augustus 2018 (dossierpagina’s 36-40), voor zover inhoudende als bevindingen van NFI-deskundige S. Redeker:
SIN en omschrijving
Beschrijving DNA-profiel
Celmateriaal kan afkomstig zijn van
Matchkans
AALJ2941NL#01
bloed
DNA-profiel van een man
[verdachte]
Kleiner dan 1 op 1 miljard
AALJ2942NL#01
bloed
DNA-profiel van een man
[verdachte]
Kleiner dan 1 op 1 miljard
9. Kennisgeving van inbeslagneming d.d. 26 juli 2018 (dossierpagina 248), voor zover inhoudende:
Inbeslagneming
Omstandigheden: goederen zijn in voertuig aangetroffen waarvan de inzittende verdachten zijn van woninginbraak.
Volgnummer 2
Goednummer: PL2000-2018174216-1912066
Object: schroevendraaier
Merk/type: Skandia
Kleur: zwart.
10. Het proces-verbaal werktuigsporen d.d. 8 augustus 2018 (dossierpagina’s 45-51), voor zover inhoudende als bevindingen van C. Kuup werktuigsporen deskundige, forensisch deskundige van de Eenheid Zeeland-West-Brabant:
Door mij werd het aangeboden gereedschap;
- schroevendraaier [A], merk Skandia, zwart van kleur, goednummer 1912066, 2018174216,
vergeleken met de werktuigsporen in:
- een afvorming [1] van werktuigsporen met SIN AAJL2940NL.
Op grond van vergelijkend werktuigsporenonderzoek concludeer ik, dat het werktuigspoor in afvorming [1] is veroorzaakt met schroevendraaier [A]
11. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 31 juli 2018 (dossierpagina 54), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 8] :
Aangever gaf aan een zwarte rugzak met een labeltje ‘IKEA’ en een oranje oestermes met het opschrift ‘Zeeland Zilt’ te missen.
Op basis van deze verklaring heb ik de onder verdachten in beslag genomen goederen nader bekeken. Ik zag dat hier een zwarte rugzak met aan de achterzijde een label met het opschrift ’IK’ aanwezig was. Ook zag ik een mes met een klein lemmet en oranje handvat met hierop het opschrift ‘Zeeland Zilt’.
12. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 26 juli 2018, met bijlagen (dossierpagina’s 94-102), voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 9] en [verbalisant 10] , werkzaam bij de politie Damme/Knokke-Heist (België):
(p. 95)
Plaats en datum/uur van de feiten: 25/07/2018 om 20.30 uur - 26/07/2018 om 9.20 uur te [adres brasserie] , drankgelegenheid.
Kort relaas modus operandi:
[benadeelde 4] is een brasserie die zich op het gelijkvloers van een appartementsgebouw bevindt. De zaak kan via de voordeur alsook via de gemeenschappelijke delen (die naar de kelder leiden) betreden worden. Onbekende(n) betreden vermoedelijk de zaak via de kelderdeur, echter kunnen wij geen braaksporen vaststellen. De deur was waarschijnlijk in het slot getrokken maar niet gesloten. Via de kelder kan je via de gangen en een trap naar de zaak. De inhoud van de kassa, een enveloppe met geld, sleutel, horloge merk Diesel en een trouwring werden gestolen Totaalbedrag ongeveer 1860 euro bestaande uit biljetten en munten. Trouwring had opschrift XIV-V-MMX en binnenin [voornamen benadeelde 3 en zijn vrouw] .
(p. 96)
Op 26/7/2018 verhoren wij [benadeelde 3] .
Het verhoor vormt bijlage 2 van onderhavig proces-verbaal (hof: dossierpagina 100)
(p. 100)
Verhoor [benadeelde 3] .
Heden op 26/07/2018 kom ik om 9.20 uur aan in mijn zaak gelegen in de [adres brasserie] . (..) Wanneer ik achter mijn bar kom merk ik dat er wanorde is. Er ligt van alles op de grond. Ik merk op dat de kassa van de zaak werd geopend met de sleutel die er op zat. De volledige inhoud werd meegenomen. Er zat ongeveer 1500 euro in de kassa. Er lag ook een enveloppe met spaargeld achter de toonbank. Daar zat nog eens 360 euro in. Deze werd leeggehaald. In de kassa lag de trouwring van mijn vrouw. De ring betreft een witgouden ring met 1 diamant er in. Op de buitenzijde van de ring stond de trouwdatum 14/05/2010 in Romeinse cijfers XIV-V-MMX.
Er staat ook [voornamen benadeelde 3 en zijn vrouw] in de ring. Wij hebben gisteren de zaak om 20.30 uur verlaten. In de kassa zaten ook de sleutels van de zaak en het appartement boven de zaak. Deze zijn eveneens gestolen.
13. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 augustus 2018 (dossierpagina’s 55-56), voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 11] :
Op 27 juli 2018 is er door collega [verbalisant 12] van de districtsrecherche Zeeland contact opgenomen met aangever [benadeelde 3] en zijn vrouw [naam vrouw benadeelde 3] . Hij heeft diverse foto’s van goederen die (
hof: op 26 juli 2018) zijn aangetroffen in het voertuig van verdachten naar hem gemaild en gevraagd of ze spullen herkenden als zijnde hun eigendom.
Ze herkenden de spullen op foto 1
(hof: ring met ingegraveerde letters, dossierpagina 57), foto 6
(hof: muntendispenser, dossierpagina 59)en de sleutels op foto 5, behalve de sleutels met de zwarte sleutelhanger
(hof: dossierpagina 59), als zijnde hun eigendom, gestolen tijdens de inbraak in hun horecazaak.
14. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 augustus 2018 met bijlagen (dossierpagina’s 60-64), voor zover inhoudende als bevindingen van [verbalisant 11] :
Naar aanleiding van een Europees onderzoeksbevel uitgevaardigd door de officier van Justitie mr. W.J.W.K. Suijkerbuijk aan België is onder andere naar voren gekomen dat het kenteken [kenteken] van de zwarte Renault Clio, waarin de verdachten [medeverdachte] en [verdachte] werden aangehouden op 25 juli 2018 om 23:24 een ANPR camera in België heeft gepasseerd.
Het proces-verbaal waarin de ANPR-hit wordt beschreven is als bijlage bij dit proces-verbaal bijgevoegd (hof: dossierpagina’s 62-64).
(…)
Politieambtenaar [beambte] heeft per e-mail contact gelegd met een team in België dat de camerabeelden uitkijkt. Zij heeft gevraagd of de camerabeelden al waren uitgekeken.
Inspecteur van politie [inspecteur] van de Dienst Technologische Politie van Politiezone Damme/Knokke-Heist heeft naar aanleiding van deze vraag het onderstaande bericht:
Ik heb de camerabeelden van onze Politiezone inzake de inbraak op 25-26/07 bekeken.
Alleen de route van het voertuig is te zien.
25/7 om 23.24.56: ANPR-registratie (rotonde Elizabethlaan-Koningslaan)
23.25.14 uur: voertuig verlaat de rotonde en vervolgt de Elizabethlaan richting Lippenslaan.
23.25.30 uur: voertuig verlaat de Elizabethlaan en volgt de Lippenslaan richting Maurice Lippensplein.
(..)
23.26.42 uur: voertuig vervolgt de Lippenslaan nabij Alfred Verweeplein, richting Maurice Lippensplein.
De locatie aan het Alfred Verweeplein waar we om 23.26.42 uur het laatste van het voertuig hebben is nabij de plaats van de inbraak. Dit is gelegen nabij het Alfred Verweeplein, richting Maurice Lippensplein.
15. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 25 augustus 2018, met bijlagen (dossierpagina’s 70-77), voor zover inhoudende als verklaring van [beambte] :
Op 25 augustus 2018 deed ik, verbalisant [beambte] , onderzoek aan de onder verdachte [medeverdachte] in beslag genomen telefoon, merk Samsung, type Galaxy S6.
Ik, verbalisant, heb met behulp van het programma Ufed een tijdlijn gemaakt van de activiteiten die hebben plaatsgevonden met deze telefoon op 23 juli 2018 tussen 08.50 uur en 22:09 en op 25 juli tussen 11.06 uur en 23.46 uur. (…)
Ik, verbalisant, zag dat er op genoemde data berichtenverkeer is via Whatsapp. Ik zag dat het uitgaande telefoonnummer in deze chatgesprekken + [telefoonnummer 1] was. Ik zag dat het binnenkomende nummer in deze chat + [telefoonnummer 2] was. Ik zag dat dit telefoonnummer als contact “ [verdachte] ” was opgeslagen in deze telefoon.
Van het telefoonnummer + [telefoonnummer 2] zijn de gebruikersgegevens opgevraagd. Hieruit bleek dat dit nummer sinds 20 november 2000 op naam staat van [verdachte] , [adres 2] .
Op 23 juli 2018 is er via Whatsapp contact tussen telefoonnummer + [telefoonnummer 1] en + [telefoonnummer 2] . In dit chatgesprek wordt duidelijk dat er tussen hen een afspraak wordt gemaakt voor die dag. Hieronder is een deel van het berichtenverkeer weergegeven gezien vanuit het telefoonnummer + [telefoonnummer 1]
08:50 uur van + [telefoonnummer 2] : Slaap je nog
08:53 uur naar + [telefoonnummer 2] : Net wakker
08:53 uur naar + [telefoonnummer 2] : Ga douche kom ik langs jou
08:54 uur naar
(het hof begrijpt dat bedoeld wordt: van) + [telefoonnummer 2] : Oké is goode.
(…)
Ik, verbalisant, zag dat op 23 juli 2018 om 17:24 uur en 17:26 een SMS-bericht binnenkomt van Lycamobile met de inhoud: ‘Welkom in België. Gevolgd door een uitleg over de kosten van gebruik van het mobiele netwerk in België.
(…)
Ik, verbalisant, zag in de tijdlijn van 25 juli 2018 dat er Whatsapp-berichtenverkeer was tussen telefoonnummer + [telefoonnummer 1] en + [telefoonnummer 2] . In dat gesprek wordt duidelijk dat er wordt afgesproken. Hieronder wordt een deel van het berichtenverkeer weergegeven gezien vanuit het telefoonnummer + [telefoonnummer 1] .
(…)
11:55 uur naar + [telefoonnummer 2] : Zie je strx dan
11:55 uur van + [telefoonnummer 2] : Ja
(…)
Ik verbalisant zag dat op 25 juli om 21:42 uur drie keer cookies van ‘lance.citymeshinternet.be’ op het nummer + [telefoonnummer 1] binnenkomen. (..) Ik zag dat dit webadres behoorde bij een bedrijf dat wireless hotspots aanbiedt. Ik zag op deze website een knop dekking (…) Ik zag dat deze hotspots enkel in België aanwezig waren.
16. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg op 12 december 2018, voor zover inhoudende:
Ik ben in Koewacht geweest. Ik ben via het raampje naar binnen geklommen.
17. De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep op 2 december 2020, voor zover inhoudende:
Ik ben op 23 juli 2018 in Koewacht geweest. Ik heb in het huis aan het [adres benadeelde 1 en 2] ingebroken. Ik heb wel een rijbewijs maar geen auto.
18. De (leugenachtige) verklaring van verdachte afgelegd bij de rechter-commissaris d.d. 1 augustus 2018 (dossierpagina 190), inhoudende:
Ik ben op 25 juli (hof: 2018) met de trein en bus van Den Haag naar Terneuzen gegaan.(...) Dat is de dag voordat ik ben aangehouden (hof: 26 juli 2018). Ik ben daar opgehaald in Terneuzen door [naam] . Dat is de persoon bij wie ik in de auto zat toen ik werd aangehouden. Ik denk dat dat rond kwart voor 12, 12 uur was.
19. De (leugenachtige) verklaring van verdachte afgelegd bij de politie op 10 augustus 2018 (dossierpagina 179), inhoudende:
Opmerking verbalisant: Je hebt bij de rechter-commissaris verklaard dat je omstreeks kwart voor 12, 12 uur in Terneuzen bent opgehaald door [naam] en dat [naam] de persoon was bij wie je in de auto zat toen je werd aangehouden.
Vraag verbalisant: Klopt dit?
Antwoord verdachte: Ja.
Vraag verbalisant: Bedoel je dan kwart voor 12 of 12 uur in de middag of in de nacht?
Antwoord verdachte: In de avond, net voor de nacht.
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 primair betoogd dat verdachte weliswaar heeft bekend dat hij in de woning in Koewacht is geweest en spullen heeft meegenomen maar dat niet bewezen kan worden verklaard dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het in vereniging plegen van dit feit alsmede dat braak gelet op de beperkte schade niet kan worden aangenomen. Voorts heeft de raadsman vrijspraak bepleit van de onder feit 2 primair ten laste gelegde diefstal te Knokke-Heist in België. Hij heeft daartoe aangevoerd - zakelijk weergegeven - dat er geen wettig en overtuigend bewijs aanwezig is om de aanwezigheid en de rol van de verdachte bij de diefstal te bewijzen.
Het hof overweegt als volgt.
Ten aanzien van het ter zake van feit 1 gevoerde verweer dat braak niet kan worden bewezen is het hof van oordeel dat dit wordt weerlegd door de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen. Ten aanzien van het verweer dat niet kan worden bewezen dat het feit in vereniging is gepleegd overweegt het hof het volgende. Verdachte heeft bekend dat hij op 23 juli 2018 heeft ingebroken in de woning. Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep verklaard dat hij geen auto heeft maar dat hij niet wil zeggen met wie hij daar was of hoe hij daar gekomen is. Dat doet de vraag rijzen hoe verdachte de woning aan het [adres benadeelde 1 en 2] heeft bereikt. Korte tijd nadat de bewoners de woning verlieten heeft een getuige op het [adres buren benadeelde 1 en 2] (een doodlopende weg) een Renault Clio in de richting van de woning zien rijden, met daarin 2 mannen met een licht getint uiterlijk. Deze getuige heeft een gedeelte van het kenteken van de auto genoteerd. Dit kenteken komt in belangrijke mate overeen met het kenteken van de Renault Clio die op naam staat van medeverdachte [medeverdachte] en waarin verdachte samen met [medeverdachte] , enige dagen later (op 26 juli 2018 omstreeks 01.00 uur) in de omgeving van het havengebied van Vlissingen wordt aangetroffen, met in de auto een aantal voorwerpen, die gestolen zijn uit de woning aan het [adres benadeelde 1 en 2] , te weten een zwarte rugtas, merk Ikea, alsmede een oestermes dat voldoet aan de beschrijving van aangever. Uit de gegevens van de mobiele telefoons van verdachte en medeverdachte [medeverdachte] volgt ook dat zij op 23 juli 2018 met elkaar hebben afgesproken.
Gelet op deze feiten en omstandigheden in onderling verband gezien acht het hof het onder feit 1 primair tenlastegelegde medeplegen wettig en overtuigend bewezen.
Het hof stelt op grond van de gebezigde bewijsmiddelen vast dat op 26 juli 2018, omstreeks 01.00 uur, in de Renault Clio waarin verdachte en [medeverdachte] zich bevinden, een aantal voorwerpen worden aangetroffen die kort daarvoor (ná 20.30 uur de avond daaraan voorafgaand) zijn gestolen uit Brasserie [benadeelde 4] aan de [adres brasserie] te België. Het betreft hier onder andere een trouwring met daarin de namen van aangever [benadeelde 3] en zijn vrouw [naam vrouw benadeelde 3] alsmede een muntendispenser. De Renault Clio van [medeverdachte] wordt, zo blijkt uit de camerabeelden, op 25 juli 2018, om 23.26.42 uur gezien in de buurt van de brasserie.
Verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep alle betrokkenheid bij deze diefstal ontkend en verklaard dat hij die dag niet in België is geweest. Bij de rechter-commissaris en de politie heeft verdachte verklaard dat hij op 25 juli 2018 tussen 23.45 uur en 24.00 uur door [medeverdachte] in Terneuzen met zijn auto is opgehaald. Uit informatie van de ANWB-routeplanner (een bron die algemeen toegankelijk is via het internet) volgt dat voor de autorit tussen het Alfred Verweeplein te Knokke-Heist (de locatie waar de auto van [medeverdachte] het laatst gezien is en Terneuzen circa 43 minuten (48,5 km) staat. Dat betekent dat, nu de auto van [medeverdachte] om 23.26.42 uur op het Alfred Verweeplein in Knokke-Heist is gezien, die auto niet eerder dan omstreeks 00.10 uur in Terneuzen kon zijn.
Naar het oordeel van het hof moet echter ook rekening worden gehouden met enige tijd die benodigd is voor het rijden van het Alfred Verweeplein naar de brasserie en voor de uitvoering van diefstal uit de brasserie. Het hof acht het immers aannemelijk dat de diefstal uit de brasserie heeft plaatsgevonden nádat de auto is gezien op het Alfred Verweeplein, nu de auto daar voor het laatst is gezien op camerabeelden van de politiezone Damme/Knokke-Heist en dit nabij de brasserie is, terwijl in de auto van [medeverdachte] gestolen goederen uit de brasserie zijn aangetroffen. Gerekend vanaf 23.26.42 uur moet dus allereerst enige tijd in aanmerking worden genomen die benodigd is voor het rijden vanaf het Alfred Verweeplein naar de brasserie en voor de uitvoering van de diefstal uit de brasserie. Vervolgens dient rekening te worden gehouden met de duur van een autorit vanaf het adres van de brasserie, de [adres brasserie] , naar Terneuzen. Volgens informatie van de ANWB-routeplanner duurt die autorit circa 44 minuten (49,3 km). Het voorgaande betekent dat [medeverdachte] niet in staat moet worden geacht om verdachte tussen 23.45 uur en 24.00 uur op te halen in Terneuzen. Nu de verklaring van verdachte ten aanzien van het moment van ophalen door [medeverdachte] wordt tegengesproken door de informatie uit de ANWB routeplanner, moet deze verklaring worden bestempeld als leugenachtig en afgelegd met de bedoeling om de waarheid te bemantelen. Het hof doet deze verklaring meewerken aan het bewijs van het tenlastegelegde.
Het hof acht het onder 2 primair ten laste gelegde diefstal in vereniging wettig en overtuigend bewezen. De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Het verweer van de raadsman wordt verworpen.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 primair bewezenverklaarde levert op:
diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en inklimming.
Het onder 2 primair bewezenverklaarde levert op: