ECLI:NL:GHSHE:2020:4188

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
11 december 2020
Publicatiedatum
22 april 2021
Zaaknummer
20-003304-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis politierechter in strafzaak Wegenverkeerswet

Op 11 december 2020 heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft een verdachte, geboren in 1969, die op 8 april 2018 in Rosmalen een overtreding heeft begaan van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994. Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en opnieuw recht gedaan. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van vier weken, die voorwaardelijk is opgelegd met een proeftijd van twee jaren. Dit betekent dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de verdachte zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit. Daarnaast heeft het hof de tenuitvoerlegging gelast van een eerder voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van twee weken, die was opgelegd bij een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant op 9 februari 2017. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de verdachte en is mondeling gewezen door de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het hof.

Uitspraak

Parketnummer: 20-003304-19

Uitspraak : 11 december 2020
TEGENSPRAAK
Arrest van de enkelvoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof, gewezen op het beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zittingslocatie ’s-Hertogenbosch van 14 augustus 2018, in de strafzaak onder parketnummer 96-082889-18 tegen:

[verdachte]

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
wonende te [adres] .
Kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op:
overtreding van artikel 9, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Toegepaste wetsartikelen
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 9 en 176 van de Wegenverkeerswet 1994, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.
Gepleegd op 8 april 2018 te Rosmalen, gemeente 's-Hertogenbosch.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) weken.
Bepaalt dat de gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Gelast de tenuitvoerlegging van de straf, voor zover voorwaardelijk opgelegd bij vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant van 9 februari 2017, parketnummer 96-026560-16, te weten van:
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
Dit arrest is mondeling gewezen door mr. C.P.J. Scheele.
Het is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 11 december 2020.