Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
(feit 1)en diefstal (voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld) in vereniging
(feit 2). Voorts heeft de rechtbank beslist dat de vorderingen van de benadeelde partijen [benadeelde 1] , [benadeelde 2] en [benadeelde 3] niet-ontvankelijk worden verklaard en dat de vorderingen tot tenuitvoerleggingen (met parketnummers 02-024611-15 en 02-029060-14) worden afgewezen. Daarnaast heeft de rechtbank beslist dat de inbeslaggenomen goederen aan de verdachte dienen te worden teruggegeven. Tot slot is bij herstelvonnis van 24 april 2017 de voorlopige hechtenis opgeheven.
hij op of omstreeks 15 april 2016 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk om zich en/of die ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld [benadeelde 1] heeft gedwongen tot de afgifte van haar pincode en/of haar pinpas en/of de code van haar telefoon en/of een geldbedrag van 7.500 Euro en/of een geldbedrag van 2.000 Euro en/of een iPhone 6, in elk geval van enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde 1] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s):
hij op of omstreeks 15 april 2016 te Breda tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen:
- haar dreigend heeft/hebben toegevoegd – zakelijk weergegeven – dat zij zich rustig moest houden en dat zij vijf minuten moest wachten met de politie te bellen, anders zou haar ruit eruit geknald worden, althans woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking en/of
hij op 15 april 2016 te Breda tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk om zich en/of die ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en bedreiging met geweld [benadeelde 1] heeft gedwongen tot de afgifte van haar pincode en haar pinpas en de code van haar telefoon en een geldbedrag van 7.500 Euro en een geldbedrag van 2.000 Euro en een iPhone 6, toebehorende aan [benadeelde 1] , welk geweld of welke bedreiging met geweld hierin bestond dat hij, verdachte, en/of zijn mededader:
hij op 15 april 2016 te Breda tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
Ik had de kamerdeur al een beetje open had gedaan en ik wilde naar beneden lopen toen ik zag dat de twee mannen meteen voor mijn neus stonden. Dat was een afstand van een meter ongeveer. Ik weet alleen nog dat ik zei: ‘wat doen jullie hier, rot op’ of zoiets, en voor ik het weet zat ik op mijn bed. Ik kan me niet herinneren hoe ik daar gekomen ben, dat ging zo snel. Ik deinsde terug omdat ik meteen hoorde en zag dat één dader een taser in zijn hand had. Ik wist meteen dat ik daar niet tegen op kon. Ik hoorde het klikkende geluid toen hij de taser aan deed en ik zag een lichtflits. Ik herkende het als een taser. Ik zal de man die de taser vast had verder als dader 1 benoemen en de andere man als dader 2.
Ik moest geld over maken naar een rekening, dat zei dader 1 tegen mij. Ik moest 7500 euro overmaken. Hij zei, vijfenzeventig honderd euro. Ik vind de getallen lastig dus ik noem het zeven duizend vijf honderd. Ik had mijn telefoon vast en ik moest van dader 1 een naam intypen. Hij las mij voor wat ik moest intypen. Ik moet nog even zeggen dat ik tegen de daders heb gezegd dat je met de app het daglimiet van het pinnen bij een automaat omhoog kon zetten. Dit zei ik tijdens de transactie. Ik opende dat scherm en toen zag ik dat dat al gedaan was, door dader 1 vermoedelijk maar ik hoorde hem wel zeggen: ‘dat is niet wat ik vraag’.
Ik hoorde dat de daders uit mijn kamer weg gingen. Ik hoorde ze via de trap naar boven gaan en boven lopen. Dit hoorde ik aan het gekraak van het plafond. Ik hoorde iemand schreeuwen.
vertelde dat tijdens de woningoverval haar iPhone 5s is weggenomen door de
daders.
Ik hoorde iemand de zoldertrap op komen. De zoldertrap kraakt enorm. Ik dacht: ‘ohh shit’ en ik dacht meteen: ‘mijn deur is niet op slot’. Ik bedacht mij ook nog of dat ik nu snel 112 kon bellen maar de trap is niet erg lang en het ging zo snel.
De eerste man zei mij om mijn handen op mijn rug te doen en hij heeft toen mijn handen met tape (duct tape) vast gebonden. Daarna heeft hij een strook tape over mijn bril geplakt toen ik met mijn gezicht naar de grond lag. Ook plakte hij mijn mond af en daarna bond hij mijn voeten aan elkaar vast.
Ik hoorde ze agressief met [benadeelde 1] praten en ik hoorde [benadeelde 1] cijfers op noemen.
Later hoorde ik iemand de trap op komen en ik zag dat dit [benadeelde 3] was en zij heeft mij losgemaakt. Zij knipte de tape los. Hierna zijn we samen naar beneden gegaan en heb ik ook gezocht naar mijn telefoon in de keuken, badkamer, maar ik kon hem niet vinden. Deze hebben de jongens dus meegenomen, net als die van de meiden. Ik heb een iPhone 5S kleur wit met een hoesje erom heen.
V: Hoe lang zijn de daders in totaal in jullie woning geweest?
A: Een uur ongeveer. [vriendin] belde mij om 00:30 uur. Om 01:20 uur stonden wij bij de buren.
de [adres 1] . Aldaar zou een overval zijn gepleegd in een woning.
Ik hoorde dat de meldster doorgaf dat de buren van nummer 80 bij haar binnen
zaten en dat zij overvallen en vastgebonden zijn geweest.
Op 21 juni 2015 werd verdachte [medeverdachte 1] aangehouden.
Tijdens het vijfde verhoor op 20 oktober 2016 verklaarde verdachte [medeverdachte 1] dat hij wilde gaan zeggen wat er gebeurd was. Er waren meerdere mensen bij betrokken geweest, maar hij wilde alleen zijn eigen aandeel vertellen. Hij verklaarde dat hij daar (het hof begrijpt: bij de overval op het studentenhuis in Breda) binnen was geweest. Hij had er ook één getiewrapt en vastgebonden. Die andere had de rest gedaan. Hij was via via bij [benadeelde 1] (het hof begrijpt: [benadeelde 1] ) gekomen.
Tijdens een telefonisch contact tussen opsporingsambtenaar [beambte] en verdachte [medeverdachte 2]
, vertelde [medeverdachte 2] dat verdachte [medeverdachte 1] op 26 juli 2016 vanuit de
Penitentiaire inrichting De Geerhorst te Sittard telefonisch contact met haar had
opgenomen. Hierop werd het nummer van de telefoonkaart van verdachte [medeverdachte 1]
en de telefoonnummers van de personen met wie hij vanuit de Penitentiaire
inrichting in de periode van 26 juli 2016 tot en met 28 juli 2016 gevorderd.
Op grond van artikel 126nd Sv werden TELIO gesprekken gevorderd van de
telefoonkaart op naam van verdachte [medeverdachte 1] .
Van de zes gesprekken werd het gesprek van 26 juli 2016 starttijd 14:54:20 uur
uitgewerkt. Politieambtenaar [verbalisant 3] herkende de stem van verdachte [medeverdachte 2]
. Het betrof het gesprek tussen een NNman 9666 die uitbelt met verdachte
6670.
Op grond van een vordering ex artikel 126ND werden TELIO gesprekken aangevraagd van telefoonnummer 317085096669.
Ik, verbalisant herkende de stem van [medeverdachte 2] . Ik was aanwezig bij het verhoor van [medeverdachte 2] op 2 augustus 2016.
Adres: [adres 2]
Ik ben 1.91m.
Het hof stelt vast dat de verdachte op 9 augustus 2016 is aangehouden en dat hij op dat moment 23 jaar oud was en uit Breda komt, en wel uit de Bredase wijk ‘Haagse Beemden’. [medeverdachte 2] had op 12 juli 2016 al telefonisch aan haar moeder gezegd dat de tweede verdachte daar vandaan komt.
€ 7.500,00 van haar bankrekening naar een andere bankrekening laten overboeken en ook haar pinpas met pincode laten afstaan. Ook zijn de verdachte en de mededader in de slaapkamers van de andere studentes geweest en hebben zij [benadeelde 2] , [benadeelde 3] en [benadeelde 4] aan hun armen en benen vastgebonden en hun mond getapet. Nadat het geld was overgeboekt zijn de verdachte en de medeverdachte met de telefoons van de vier studentes vertrokken. Kort daarna is door de mededader met de pinpas van [benadeelde 1] nog een bedrag van
€ 2.000,00 van haar bankrekening gepind.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
4 (vier) jaren.
1 (één) jaar, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
teruggaveaan de verdachte van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
€ 7.346,00 (zevenduizend driehonderdzesenveertig euro) bestaande uit € 5.346,00 (vijfduizend driehonderdzesenveertig euro) aan materiële schade en € 2.000,00 (tweeduizend euro) aan immateriële schade,waarvoor de verdachte met de mededader(s)
hoofdelijkvoor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.346,00 (vijfduizend driehonderdzesenveertig euro) aan materiële schade en € 2.000,00 (tweeduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.243,24 (tweeduizend tweehonderddrieënveertig euro en vierentwintig cent) bestaande uit € 243,24 (tweehonderddrieënveertig euro en vierentwintig cent) aan materiële schade en€ 2.000,00 (tweeduizend euro) aan immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.127,94 (tweeduizend honderdzevenentwintig euro en vierennegentig cent) bestaande uit € 127,94 (honderdzevenentwintig euro en vierennegentig cent) aan materiële schade en€ 2.000,00 (tweeduizend euro) aan immateriële schade, waarvoor de verdachte met de mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 2.127,94 (tweeduizend honderdzevenentwintig euro en vierennegentig cent) bestaande uit € 127,94 (honderdzevenentwintig euro en vierennegentig cent) aan materiële schade en
€ 2.000,00 (tweeduizend euro) aan immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) dagen.