Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 15 augustus 2017 te Bergen op Zoom opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad, een hoeveelheid van ongeveer 60 gram, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hasjiesj een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
hij op 15 augustus 2017 te Bergen op Zoom een voorwerp, te weten een geldbedrag van EUR 2.989,35, althans enig geldbedrag, voorhanden heeft gehad, terwijl hij wist dat dat voorwerp geheel of gedeeltelijk – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was uit enig misdrijf;
- bij de politierechter heeft hij verklaard dat ze het geld hadden geleend van een vriend die handelt in auto’s en € 2.700,00 had achtergelaten;
- bij de politierechter heeft de verdachte als reden voor het niet doorgaan van de koop opgegeven dat hij er met de verkoper niet uitkwam, terwijl hij ter terechtzitting van het hof heeft verklaard dat een storing in de motor de reden was;
- bij de politierechter heeft de verdachte niet gezegd waar de koop zou plaatsvinden. Pas ter terechtzitting van het hof – en nadat [vriend verdachte] zulks had verklaard bij de raadsheer-commissaris – heeft de verdachte verklaard dat de koop in Roosendaal zou zijn;
- bij de politierechter heeft de verdachte verklaard dat hij het geld in zijn boxershort en sokken heeft gestopt, terwijl hij ter terechtzitting van het hof heeft verklaard dat hij niets in zijn sokken gestopt heeft en dat het geld door het wegrennen naar beneden in zijn broekspijpen is gezakt.
- in zijn schriftelijke verklaring zegt [vriend verdachte] dat de reden om verdachte te vragen was dat hij het zelf erg druk had, terwijl [vriend verdachte] bij de raadsheer-commissaris heeft verklaard dat de reden was dat hij een telefoontje had gekregen dat zijn tante op sterven lag;
- in zijn schriftelijke verklaring zegt [vriend verdachte] dat hij de verdachte heeft gevraagd de auto voor hem, [vriend verdachte] , te kopen, terwijl hij bij de raadsheer-commissaris heeft verklaard dat de auto voor zijn neef was;
- in zijn schriftelijke verklaring zegt [vriend verdachte] dat de koop niet is doorgegaan omdat zij het met de verkoper niet eens zijn geworden over de koopprijs, terwijl hij bij de raadsheer-commissaris heeft verklaard dat de koop niet is doorgegaan omdat de verdachte de auto niet vertrouwde en hem de koop afraadde.
witwassen.
02-180341-16. Deze vordering is in hoger beroep opnieuw aan de orde.
BESLISSING
Veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 1 (één) dag.
gevangenisstrafvoor de duur van
1 (één) maand.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
taakstrafvoor de duur van
100 (honderd) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
50 (vijftig) dagen hechtenis.
- 9,35 EUR G1761698 IBN 15-08-2017
- 1100,00 EUR G1761700 IBN 15-08-2017
- 700,00 EUR G1761701 IBN 15-08-2017
- 1070,00 EUR G1761702 IBN 15-08-2017
- 110,00 EUR G1761703 IBN 15-08-2017