Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Twaelf Provinciën Gerechtsdeurwaarders B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[[ X ]] B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/269698 / HA ZA 19-515)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met grieven tevens houdende incidentele vordering tot schorsing van de uitvoerbaar bij voorraad verklaring, althans tot zekerheidstelling van [appellanten];
- de akte inbrengen producties met producties van [appellanten];
- de antwoordmemorie in het incident met producties van BID;
- de memorie van antwoord van BID.
3.De beoordeling
“De aanvrager[BID]
geen enkel bedrag verschuldigd isinzake belastingen en taksen, boeten, intresten, vervolgingskosten en toebehoren.”.Van een belastingschuld van BID, zoals [[ X ]] en [appellante] stellen, is dan ook geen sprake.