In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 17 december 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep over de benoeming van mentoren voor de betrokkene. De betrokkene, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. E.E.M. Messink, verzocht om mevrouw [beoogde mentor 1] en de heer [beoogde mentor 2] als mentoren te benoemen, in plaats van de huidige mentor, Stichting [stichting 1]. De rechtbank Oost-Brabant had eerder op 18 februari 2020 besloten om Stichting [stichting 1] als mentor te benoemen en het verzoek van de betrokkene af te wijzen. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd, omdat de betrokkene zijn voorkeur voor de beoogde mentoren duidelijk had gemaakt en er geen gegronde redenen waren om deze voorkeur niet te volgen. Het hof oordeelde dat de beoogde mentoren geschikt waren en dat er geen risico op onenigheid bestond. De beslissing van het hof houdt in dat de huidige mentor, Stichting [stichting 1], wordt ontslagen en dat de beoogde mentoren met ingang van de datum van de beschikking als nieuwe mentoren worden benoemd.