Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
het hof leidt af uit de overige informatie in het dossier: de berm aan de rechterzijde van de weg) tot stilstand gebracht en de rode auto, met als bestuurder de man die haar later heeft verkracht, is ongeveer twee meter achter haar in de linkerberm gaan staan.
draaidemet de achterzijde van zijn auto in de richting van waar we gekomen waren. De voorzijde stond in de richting van Melderslo. Hij reed toen
ookin de richting van Melderslo” (dikgedrukt door de verdediging). Anders dan de verdediging is het hof van oordeel dat aangeefster in dit gedeelte van de verklaring niet zegt dat de verdachte eerder in tegengestelde richting van haar is komen aanrijden. Het woord “we” wijst erop dat zij hier, evenals eerder in haar aangifte, verklaart dat zij en de verdachte uit dezelfde richting waren gekomen.
Hij destijds in Horst is aangereden door die vrouw (…)’. De verdachte heeft ter zitting in hoger beroep op 2 december 2020 ontkend een dergelijke verklaring te hebben afgelegd. Het hof heeft echter geen enkele reden te twijfelen aan de inhoud van het door inspecteur [verbalisant] , hulpofficier van justitie, op ambtsbelofte opgemaakte proces-verbaal.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 15.250,21 (vijftienduizend tweehonderdvijftig euro en eenentwintig cent) bestaande uit € 5.250,21 (vijfduizend tweehonderdvijftig euro en eenentwintig cent) materiële schade en € 10.000,00 (tienduizend euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.