Uitspraak
GERECHTSHOF ‘s-HERTOGENBOSCH
verzoekster in principaal hoger beroep,
wonende te [woonplaats] ,
verweerder in principaal hoger beroep,
[de bijzondere curator 2], beiden in hoedanigheid van bijzondere curator over de minderjarige [minderjarige] ,
[minderjarige](hierna te noemen: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] , in rechte vertegenwoordigd door voornoemde bijzondere curators.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
“(…) Echter komt uit het onderzoek ook naar voren dat, kijkend naar de voorgeschiedenis en het heden, er sprake is van een langdurig patroon waarbij vader gedurende lange tijd doelbewust en vooropgezet fysiek en verbaal zeer dwingend, dreigend en grensoverschrijdend is geweest zowel naar zijn ex-partner(s), oudere kinderen als betrokken hulpverleners. Zo probeerde vader meermaals de verblijfplaats van zijn kinderen te achterhalen, waardoor zijn ex-vrouw met de kinderen moest onderduiken en nam hij zonder toestemming van de moeder zijn zoon mee naar Marokko. Vader lijkt te worden gedreven door eergevoel en godsdienstige overtuiging, wat voor hem een legitimatie lijkt te zijn voor zijn gedrag. Vader heeft nooit willen werken aan deze ongewenste gedragspatronen. Door een gebrek aan probleeminzicht, ontkenning en de oorzaak leggen bij de ander is de noodzakelijk geachte behandeling niet, ofwel zeer oppervlakkig van de grond gekomen en lijkt vader zijn gedrag ook in zijn volgende relatie met de moeder van [minderjarige] te hebben voortgezet.”