ECLI:NL:GHSHE:2020:3647
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bepaling van partneralimentatie na echtscheiding met geschil over hoogte en draagkracht
In deze zaak gaat het om een hoger beroep inzake partneralimentatie na een echtscheiding tussen de vrouw en de man. De vrouw, verzoekster in hoger beroep, heeft in eerste aanleg een beschikking van de rechtbank Limburg (Roermond) van 2 oktober 2019 aangevochten, waarin de man werd verplicht om € 316,- per maand aan haar te betalen als bijdrage in haar levensonderhoud. De vrouw heeft verzocht om een verhoging van dit bedrag naar € 2.335,- per maand, met terugwerkende kracht vanaf 2 oktober 2019. De man heeft de verzoeken van de vrouw betwist en verzocht om haar niet-ontvankelijk te verklaren.
Tijdens de mondelinge behandeling op 13 oktober 2020 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. De vrouw heeft gesteld dat haar aanvullende behoefte aan partneralimentatie hoger is dan door de rechtbank is vastgesteld, en dat de man meer draagkracht heeft dan hij heeft opgegeven. Het hof heeft de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen, waaronder de huwelijksgerelateerde behoefte van de vrouw, haar arbeidsverleden en de financiële situatie van de man.
Het hof heeft geoordeeld dat de vrouw, rekening houdend met haar huwelijksgerelateerde behoefte, recht heeft op een hogere partneralimentatie dan eerder was vastgesteld. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank vernietigd voor zover het betreft de bijdrage in het levensonderhoud van de vrouw en heeft bepaald dat de man met ingang van 16 maart 2020 aan de vrouw € 2.335,- per maand zal betalen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het hof heeft het meer of anders verzochte afgewezen.