Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[appellante] ,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellant],
wonende te [woonplaats] ,
1.Coöperatief MSB Atrium-Orbis U.A.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
Stichting Zuyderland Medisch Centrum,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/03/230668 / HA ZA 17-36)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven met eiswijziging;
- de memorie van antwoord;
- de brief van 4 augustus 2020 van de zijde van [appellanten] . waarbij aan het hof is toegezonden een H12 formulier: Inzending nieuwe stukken tbv zitting met bijgevoegd een akte bij gelegenheid van de mondelinge behandeling met drie aanvullende producties;
- het pleidooi gehouden op 19 augustus 2020, waarbij [appellanten] . pleitnotities heeft overgelegd en MSB en Zuyderland pleitaantekeningen hebben overgelegd;
- de bij pleidooi door [appellant] voorgelezen en overgelegde tekst, tegen welke overlegging door MSB en Zuyderland geen bezwaar is gemaakt.
3.De beoordeling
De Leden zijn ingedeeld in Vakgroepen per medisch specialisme.” [appellante] is met ingang van 1 januari 2015 lid van MSB. Dit lidmaatschap is, naar het hof begrijpt, aangegaan door middel van de zogeheten ledenovereenkomst, tevens houdende opdracht tot medisch specialistische zorgverlening (in dit arrest genoemd: ledenovereenkomst), waarvan in eerste aanleg van de zijde van [appellanten] . een model is overgelegd bij akte in geding brengen stukken.
Op grond van artikel 7:402 BW kan het MSB-Bestuur het Lid aanwijzingen geven omtrent de uitvoering van de Opdracht, als omschreven in het functioneringsreglement.” Opdracht wordt in artikel 1.1 van de ledenovereenkomst gedefinieerd als: “
het verlenen van medisch specialistische zorg op het gebied van het specialisme van de Medisch Specialist i) ten behoeve van het MSB, ter uitvoering van de Samenwerkingsovereenkomst en alle activiteiten en werkzaamheden die daarmee verband houden, voor zover zij deel uitmaken van de Samenwerkingsovereenkomst, ii) ten behoeve van andere Opdrachtgevers”
De instelling(Zuyderland, hof)
kan het MSB en de Leden aanwijzingen geven(…)
omtrent de kwaliteit, veiligheid, organisatie en administratie van de zorg door het MSB, haar Leden en haar personeel.(…).” Tussen partijen is in hoger beroep niet in geschil dat de aanwijzing van 25 oktober 2016 een aanwijzing is als bedoeld in artikel 8.1 van de ledenovereenkomst. Evenmin is tussen partijen in geschil dat Zuyderland bevoegdelijk aan MSB een aanwijzing heeft gegeven als bedoeld in artikel 13 lid 2 van de samenwerkingsovereenkomst. [appellanten] . veronderstellen bij gebrek aan wetenschap van de inhoud van de aanwijzing die Zuyderland MSB heeft gegeven, dat die aanwijzing behelst dat MSB er voor dient te zorgen dat er één vakgroep plastische chirurgie diende te worden gevormd. Zuyderland heeft deze door [appellanten] . als aanname gestelde inhoud van de aanwijzing niet betwist.