Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[naam verdachte] ,
– kort weergegeven – feiten:
hij op of omstreeks 22 april 2018 te [plaats] , [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, [onderbuurman] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door met dat opzet en met die voorbedachte rade, meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen een of meer kogel(s) in en/of door het lichaam van die [onderbuurman] te schieten, ten gevolge waarvan die [onderbuurman] is overleden;
hij op of omstreeks 22 april 2018 te [plaats] , [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om [onderbuurvrouw] opzettelijk en met voorbedachten rade van het leven te beroven, met dat opzet en met die voorbedachten rade meermalen, althans eenmaal, met een vuurwapen een kogel in het lichaam van die [onderbuurvrouw] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op of omstreeks 22 april 2018 te [plaats] , [gemeente] , een wapen van categorie II of III als bedoeld in de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, en/of munitie van categorie II of III als bedoeld in de Wet wapens en munitie, voorhanden heeft gehad.
hij op 22 april 2018 te [plaats] , [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander [onderbuurman] opzettelijk van het leven heeft beroofd door met dat opzet eenmaal met een vuurwapen een kogel door het lichaam van die [onderbuurman] te schieten, ten gevolge waarvan die [onderbuurman] is overleden;
hij op 22 april 2018 te [plaats] , [gemeente] , tezamen en in vereniging met een ander, ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om aan [onderbuurvrouw] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen, met dat opzet eenmaal met een vuurwapen een kogel in het lichaam van die [onderbuurvrouw] heeft geschoten, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
hij op 22 april 2018 te [plaats] , [gemeente] , een wapen van categorie II of III als bedoeld in de Wet wapens en munitie, te weten een vuurwapen, en munitie van categorie II of III als bedoeld in de Wet wapens en munitie voorhanden heeft gehad.
In de steeg naast het bewuste appartementencomplex hing bij bewoner [persoon 5] een camera die is gericht naar de uitgang van de steeg aan de [straat] . Daarmee is het schietincident en alles wat eraan voorafging, zoals het vuurwerkincident, opgenomen. [2] Deze camerabeelden zijn door de politie in beslag genomen [3] en hebben een belangrijke rol gespeeld bij de vaststelling van de feiten en omstandigheden.
hof: dit raam is gelegen aan de straatzijde van de [straat] , evenals de voordeur van de woning van [onderbuurman] en [onderbuurvrouw] . Staand met het gezicht naar dit raam, bevindt de steeg, waaraan de toegangsdeur van het appartement van [verdachte] is gelegen, zich meteen rechts]. [9] Als gevolg hiervan wordt de dubbele beglazing van die ruit vernield, vallen er grote stukken glas op straat en vliegt er glas de woning in. [10]
Vanwege de geëmotioneerde toestand van [onderbuurman] en [onderbuurvrouw] , het ontbreken van een verdenking richting de bovenbuurman en het feit dat er geen beweging in de woning van de bovenbuurman wordt geconstateerd, besluiten de verbalisanten om niet bij de bovenbuurman aan te bellen. [onderbuurvrouw] en [onderbuurman] wordt geadviseerd om hun roes uit te slapen en om overdag aangifte te komen doen. Daarop geeft [onderbuurman] te kennen dat hij direct aangifte wil doen. Het opnemen van de aangifte ter plaatse lukt niet omdat [onderbuurman] na twee regels weer begint te schreeuwen en niet tot rede vatbaar is.
Vervolgens wordt hij gebeld door een anoniem/afgeschermd telefoonnummer. [verdachte] neemt op en hij hoort dat [onderbuurman] direct begint te dreigen met de woorden: “jij bent dood. Ik maak je dood”. [verdachte] hoort dat [onderbuurvrouw] op de achtergrond aan het flippen is en de woorden van [onderbuurman] herhaalt. Een paar minuten later hoort [verdachte] dat getracht wordt om de centrale toegangsdeur van zijn appartement in de steeg, te forceren. Achter die toegangsdeur bevindt zich een trap die leidt naar de voordeur van het appartement van [verdachte] . [19]
hof: niet te verstaan], dan steek ik jou ook kapot”. [74]
hierna: NFI]. [96] Er zijn vier schotletsels aangetroffen. Er waren aan de romp en de linker bovenarm [
het hof begrijpt gelet op de tekeningen en overige omschrijvingen: rechter bovenarm] in totaal vier huidperforaties, passend bij twee doorschoten. Alle vier de perforaties waren op één lijn te brengen waardoor het ook mogelijk is dat alle vier de perforaties ten gevolge van één doorschot zijn ontstaan. Als gevolg van het doorschot aan de romp waren onder andere de lever, de onderste holle ader en de linkerdijbeenslagader geperforeerd.
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
voorafgaandaan de wederrechtelijke aanranding ter beoordeling staan en dat daarbij niet het gedrag van de verdachten na de reactie op de wederrechtelijke aanranding kan worden betrokken. Het op een later tijdstip verdonkeremanen van knuppels, het vuurwapen en/of kleding en/of andere sporen, is daarvoor niet van belang.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
3 (drie) maanden.