ECLI:NL:GHSHE:2020:3428

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 november 2020
Publicatiedatum
3 november 2020
Zaaknummer
200.236.147_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek en aanvullend voorschot in civiele procedure

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een hoger beroep van appellanten tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak draait om een deskundigenonderzoek dat is opgelegd door het hof in een tussenarrest van 28 januari 2020. Het hof heeft bepaald dat de heer B. Schot, verbonden aan een ingenieursbureau, het deskundigenonderzoek zal uitvoeren. Appellanten zijn verantwoordelijk voor het voorschot van € 3.500, dat op 6 februari 2020 is voldaan. Later heeft de deskundige een aanvullend voorschot van € 2.500 exclusief btw aangevraagd, wat aanleiding gaf tot verdere correspondentie tussen partijen.

Op 22 september 2020 heeft de griffier van het hof partijen geïnformeerd over het verzoek van de deskundige voor het aanvullende voorschot. Geïntimeerde heeft zich bereid verklaard om het hof hierover te adviseren, terwijl appellanten hebben aangegeven het aanvullende bedrag te willen voldoen, mits het deskundigenonderzoek voortvarend wordt uitgevoerd. Het hof heeft in zijn uitspraak van 3 november 2020 bepaald dat appellanten het aanvullende voorschot van € 3.025 (inclusief btw) moeten voldoen na ontvangst van de nota van het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak. Het hof heeft ook aangegeven dat de deskundige zijn onderzoek zal voortzetten na ontvangst van het aanvullend voorschot en dat partijen op de hoogte gehouden zullen worden van de voortgang.

De zaak is aangehouden voor verdere beslissingen en het hof heeft een termijn van twee maanden vastgesteld voor het indienen van schriftelijke berichten. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 3 november 2020.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.236.147/01
arrest van 3 november 2020
in de zaak van

1.[appellant] ,

2.
[appellante],
hierna gezamenlijk: [appellanten] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. J.W. van Koeveringe te Middelburg,
tegen
[de vennootschap],
hierna: [geïntimeerde] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. A.J. Franken te ’s-Gravenhage,
als vervolg op de tussenarresten van dit hof van 15 mei 2018, 10 september 2019 en 28 januari 2020 in het hoger beroep van het door de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Middelburg, onder zaaknummer/rolnummer C/02/320963 / HA ZA 16-670 tussen partijen gewezen vonnis van 15 november 2017.

11.Het tussenarrest van 28 januari 2020

Bij genoemd arrest heeft het hof bepaald dat er een deskundigenonderzoek zal worden verricht door de heer B. Schot, verbonden aan [ingenieursbureau] Ingenieursbureau B.V. Verder is bepaald dat het voorschot van € 3.500,= voorlopig ten laste van [appellanten] komt. De termijn van inzending van het rapport van de deskundige is bepaald 26 mei 2020. Iedere verdere beslissing is aangehouden.

12.Het verdere verloop van de procedure en de verdere beoordeling

[appellanten] heeft op 6 februari 2020 het voorschot van € 3.500,= op de aangegeven wijze voldaan.
De deskundige heeft bij e-mailbericht van 17 september 2020 aan de griffier van het hof het verzoek gedaan om een aanvullend voorschot van € 2.500,= exclusief btw (is inclusief btw
€ 3.025,=).
Op 22 september 2020 heeft de griffier van het hof per brief partijen bericht dat de deskundige een aanvullend voorschot heeft verzocht en partijen in de gelegenheid gesteld binnen een termijn van veertien dagen te reageren op deze verhoging.
Per faxbrief van 6 oktober 2020 heeft [geïntimeerde] aangegeven zich dienaangaande aan het oordeel van het hof te refereren met dien verstande dat zij van menig is dat de kosten van het aanvullend voorschot dienen te worden gedragen door [appellanten] .
Per H16 formulier van 6 oktober 2020 heeft [appellanten] aangegeven dat deze bereid is deze aanvullende som te voldoen, mits de deskundige ook voortvarend aan de slag gaat met het vervolg.
Het hof zal dienovereenkomstig beslissen zoals in het dictum is bepaald.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

13.De uitspraak

Het hof:
bepaalt dat voor de kosten van de deskundige een aanvullend voorschot dient te worden voldaan van € 3.025,= (inclusief btw),
bepaalt dat [appellanten] het bedrag van € 3.025,= (inclusief btw), zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
bepaalt dat de deskundige het onderzoek verder zal voortzetten nadat de griffier heeft bericht dat het aanvullend voorschot is ontvangen;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het aanvullend voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd nader op
twee maandenna het bericht van de griffier;
verwijst de zaak naar de rol van 12 januari 2021 in afwachting van het deskundigenbericht;
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. M.G.W.M. Stienissen, L.S. Frakes en G.J.S. Bouwens en is in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 3 november 2020.
griffier rolraadsheer