ECLI:NL:GHSHE:2020:3414

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
30 oktober 2020
Publicatiedatum
2 november 2020
Zaaknummer
20-003134-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontucht gepleegd door werkleider met verstandelijk beperkte cliënten in maatschappelijke zorg

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 30 oktober 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, een werkleider bij de Diamant-groep, is beschuldigd van ontucht met twee cliënten, beiden met een verstandelijke beperking. De feiten vonden plaats tussen 2013 en 2017, waarbij de verdachte misbruik maakte van zijn positie en de kwetsbaarheid van de slachtoffers. Het hof oordeelde dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan twee feiten van ontucht, zoals bedoeld in artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht. De verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2], die beiden onder zijn zorg vielen. Het hof heeft de eerdere veroordeling vernietigd en een gevangenisstraf van acht maanden opgelegd, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaar. Daarnaast is een bijzondere voorwaarde opgelegd dat de verdachte zich gedurende de proeftijd niet mag bezighouden met werkzaamheden in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg. De uitspraak is gepubliceerd in verband met de cassatieprocedure.

Uitspraak

Parketnummer : 20-003134-19
Uitspraak : 30 oktober 2020
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zitting houdende te Breda van 1 oktober 2019 in de strafzaak met parketnummer 02-665219-18 tegen:

[naam verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats en datum] ,
wonende te [adres]
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van feit 1 en 2 te weten ‘als degene die werkzaam is in de maatschappelijke zorg, ontucht plegen met iemand die zich als cliënt aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd, meermalen gepleegd’, veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de rechtbank bevestigd.
Namens de verdachte is vrijspraak bepleit. Subsidiair is een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof kan zich op onderdelen niet met het beroepen vonnis verenigen. Om redenen van efficiëntie zal het hof evenwel het gehele vonnis vernietigen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
1.hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2016 tot 10 augustus 2017 te Tilburg, in elk geval in Nederland, terwijl hij werkzaam was in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg (te weten als werkleider bij de Diamant-groep), in elk geval als medewerker van een instelling van gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg (telkens) ontucht heeft gepleegd met iemand die zich als patiënt of cliënt aan zijn hulp of zorg had toevertrouwd, te weten [slachtoffer 1] , hebbende hij, verdachte, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] en bestaande die handelingen hieruit, dat hij (telkens) (onder meer)

met zijn vinger(s) en/of penis en/of (een) "speeltje(s)" de vagina van die [slachtoffer 1] is binnengedrongen en/of

die [slachtoffer 1] ontuchtig over haar bil(len) en/of buik en/of vagina en/of lichaam heeft gestreeld, in elk geval (telkens) ontuchtig de bil(len) en/of buik en/of vagina en/of lichaam van die [slachtoffer 1] heeft betast en/of bevoeld en/of

die [slachtoffer 1] op de mond en/of de borst(en), in elk geval het lichaam, heeft gezoend/gekust en/of

aan de tepels/borst(en) van die [slachtoffer 1] heeft gezogen en/of gelikt en/of

zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 1] heeft laten aftrekken en/of

zich door die [slachtoffer 1] heeft laten pijpen;
2.hij op een of meerdere tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 1 januari 2013 tot 10 augustus 2017 te Tilburg, in elk geval in Nederland, terwijl hij werkzaam was in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg (te weten als werkleider bij de Diamant-groep), in elk geval als medewerker van een instelling van gezondheidszorg en/of maatschappelijke zorg (telkens) ontucht heeft gepleegd met iemand die zich als patiënt of cliënt aan zijn hulp of zorg had toevertrouwd, te weten [slachtoffer 2] , hebbende hij, verdachte, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen gepleegd, die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] en bestaande die handelingen hieruit, dat hij (telkens) (onder meer)

met zijn vinger(s) en/of penis de vagina van die [slachtoffer 2] is binnengedrongen en/of

die [slachtoffer 2] ontuchtig over haar bil(len) en/of buik en/of vagina en/of borst(en) en/of lichaam heeft gestreeld, in elk geval (telkens) ontuchtig de bil(len) en/of buik en/of vagina en/of borst(en) en/of lichaam van die [slachtoffer 2] heeft betast en/of bevoeld en/of

zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 2] heeft laten aftrekken en/of

zich door die [slachtoffer 2] heeft laten pijpen;
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat hij:
1.op tijdstippen in de periode van 1 januari 2016 tot 10 augustus 2017 te Tilburg, terwijl hij werkzaam was in de maatschappelijke zorg (te weten als werkleider bij de Diamant-groep), (telkens) ontucht heeft gepleegd met iemand die zich als cliënt aan zijn hulp of zorg had toevertrouwd, te weten [slachtoffer 1] , hebbende hij, verdachte, (telkens) ontuchtige handelingen gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1] en bestaande die handelingen hieruit, dat hij (onder meer)

met zijn vinger(s) en/of een "speeltje" de vagina van die [slachtoffer 1] is binnengedrongen en

die [slachtoffer 1] ontuchtig over haar billen en/of buik en/of vagina en/of lichaam heeft gestreeld, in elk geval (telkens) ontuchtig de billen en/of buik en/of vagina en/of lichaam van die [slachtoffer 1] heeft betast en/of bevoeld en

die [slachtoffer 1] op de mond en/of de borsten, in elk geval het lichaam, heeft gezoend/gekust en

aan de tepels/borsten van die [slachtoffer 1] heeft gezogen en/of gelikt en

zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 1] heeft laten aftrekken en

zich door die [slachtoffer 1] heeft laten pijpen;
2.op tijdstippen in de periode van 1 januari 2013 tot 10 augustus 2017 te Tilburg, terwijl hij werkzaam was in de maatschappelijke zorg (te weten als werkleider bij de Diamant-groep), (telkens) ontucht heeft gepleegd met iemand die zich als cliënt aan zijn hulp of zorg had toevertrouwd, te weten [slachtoffer 2] , hebbende hij, verdachte, (telkens) een of meer ontuchtige handelingen gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 2] en bestaande die handelingen hieruit, dat hij (onder meer)

met zijn vinger(s) en/of penis de vagina van die [slachtoffer 2] is binnengedrongen en

die [slachtoffer 2] ontuchtig over haar billen en/of buik en/of vagina en/of borsten en/of lichaam heeft gestreeld, in elk geval (telkens) ontuchtig de billen en/of buik en/of vagina en/of borsten en/of lichaam van die [slachtoffer 2] heeft betast en/of bevoeld en

zijn, verdachtes, penis door die [slachtoffer 2] heeft laten aftrekken en

zich door die [slachtoffer 2] heeft laten pijpen.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
De paginanummers die in onderstaande bewijsmiddelen worden genoemd, verwijzen – tenzij anders vermeld – naar pagina’s van het einddossier van de politie Zeeland-West-Brabant, Unit Zeden, Onderzoek Elefsina, proces-verbaalnummer 2017210272 en 2017220054, opgemaakt door [verbalisant] , ondertekend en gesloten op 14 mei 2018, doorgenummerde pagina’s 1 tot en met 218, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal en daarin gerelateerde bijlagen, alsmede geschriften. Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven.
1.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 12 september 2017 (pagina’s 23 – 28) inhoudende de afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van [aangever] namens [slachtoffer 1] :
(pagina 23-24)
V: Vraag verbalisanten
A: Antwoord aangever
O: Opmerking verbalisanten
V: Wie bent u en wat is uw functie?
A: Ik ben [aangever] , werkzaam als manager productie bij de Diamant-groep te Tilburg.
V: Waar komt u aangifte van doen?
A: Ik kom aangifte doen namens twee medewerksters, waaronder [slachtoffer 1] . Deze aangifte doe ik namens [slachtoffer 1] . Zij heeft een laag IQ en is werkzaam bij de Diamant-groep. [slachtoffer 1] heeft aangegeven dat zij seksueel contact heeft gehad, tegen haar wil, met [naam verdachte] [het hof begrijpt: de verdachte] welke als werkleider werkzaam was bij de Diamant-groep. Het verhaal was uitgekomen doordat de begeleidster van Amarant bij [slachtoffer 1] rare berichtjes had gezien op haar telefoon. [naam verdachte] was ook werkzaam via de WSW (wet sociale werkvoorziening). [naam verdachte] was echter werkzaam vanwege rug problemen. Hij heeft bij mijn weten een normaal IQ en is werkzaam als leidinggevende van [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft gezegd dat de seks tegen haar wil was.
V: U heeft in de intake verklaard:
Ik kreeg op 10-08-2017 een melding van [medewerkster 1] , van Amarant, dat [slachtoffer 1] nogal rare berichtjes op haar telefoon had staan, in de WhatsApp geschiedenis. Deze berichtjes waren van [naam verdachte] , een werkleider van de Diamant-groep. Ik heb de volgende dag [medewerkster 1] uitgenodigd, samen met [slachtoffer 1] . Zij is een vrij introvert persoon. Ik vroeg wat er aan de hand was. Ze liet me haar telefoon vrijwel meteen zien. Ik heb door de berichten gekeken welke in haar telefoon stonden van de WhatsApp geschiedenis met de werkleider [naam verdachte] . [slachtoffer 1] had twee nummers van hem in haar telefoon staan en Messenger berichten. Ik zag in die berichten dingen staan die niet konden. Nadat ik die berichten had gelezen en ze toch wel erg vreemd vond vroeg ik of ze ook met [naam verdachte] afgesproken had na het werk. Ze vertelde toen dat ze verschillende keren seks gehad hadden. Ik vroeg toen of ze de seks gewild had. Ze zei dat ze het niet had gewild. We hebben het hier toen nog even over gehad met haar. Het was zo’n drie jaar aan de gang.
Vanuit Amarant weet ik dat [slachtoffer 1] een IQ heeft onder de 60. In haar dossier wat wij hebben staat laagbegaafd.
(pagina 25)
V: Hoe was haar gemoedstoestand van [slachtoffer 1] tijdens dat gesprek?
A: Emotioneel en gespannen. Ze huilde. Ze maakte zich ook druk om alles er omheen. De consequenties en hoe het moest op het werk. Wat er met [naam verdachte] ging gebeuren. Over haar dochter. Haar dochter heeft ook bij ons gewerkt en met die dochter was ook app-contact geweest tussen [naam verdachte] en die dochter.
V: Wanneer zou de seks plaats gevonden hebben?
A: Ik weet dat niet exact. De app historie is tot ongeveer 3 jaar terug.
V: Wat heeft zij verteld over de dwang?
A: Dat ze dingen niet wilde die gevraagd werden. Dat zat deels ook in die App historie, dat ze aangaf dat het niet kan en ze vroeg naar [naam vrouw verdachte] . Ze zei dat ze de seks niet wilde.
V: Wat wist [naam verdachte] over de verstandelijke vermogens van [slachtoffer 1] ?
A: Hij heeft gewoon het dossier van zijn medewerkers. Er staat de indicatie in waarom ze bij ons werkzaam is. Bij [slachtoffer 1] staat dat ze laagbegaafd is. Er staat ook in op welk gedrag je moet letten per persoon. Over weerbaarheid en dergelijke, de kwetsbaarheid staat daar in.
(pagina 27)
V: In hoeverre heeft hij tijdens het werk wat over [slachtoffer 1] te zeggen?
A: Ja, hij is haar direct leidinggevende. Hij doet ook de functioneringsgesprekken. Bij ons wordt het functioneren persoonlijke ontwikkeling genoemd. Ze zijn bij ons allemaal productiemedewerkers.
2.
Het proces-verbaal van studioverhoor d.d. 3 november 2017 met bijlagen (pagina’s 32 – 42) inhoudende de afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van [slachtoffer 1] :
(pagina 33)
Op de vraag waar getuige over kwam praten, verklaarde getuige: omdat ik misbruikt ben geweest door mijn leidinggevende.
Op de vraag om daar alles over te vertellen verklaarde de getuige: Hij was eerst begonnen met een kusje op Messenger. Hij vroeg of ik zijn duifje wil zijn. Hij ging tegen me zeggen dat hij me leuk vond. Ik ben een schatje van hem. Ik zei tegen hem, “hij heeft een vrouw”. Ik vroeg of zijn vrouw ook leuk is. Hij zei dat ik leuker ben als zijn vrouw. Er zijn meerdere vrouwen op de afdeling. Ik vroeg, “vind je niet leuk, andere vrouwen op de afdeling?”. Hij zei dat ik de leukste ben van allemaal. Vorig jaar april ging hij met me afspreken om naar het Wagnerplein te gaan. Even praten. Hij heeft me zijn privé nummer gegeven. We hadden op de parkeerplaats van het werk afgesproken. We bleven in de buurt van het werk. We gingen praten. Ik weet niet meer wat gezegd. Toen zijn we weer naar huis gegaan. We gingen appen. Hij vroeg of hij op dinsdag avond naar mij toe kon komen. Ik had op dat
moment heel veel twijfels want ik wist niet wat ik moest zeggen. Eerst vroeg hij of ik naar hem kwam in Udenhout. Ik vond dat lastig in een vreemde plaats. Hij kwam toen op dinsdag naar mij. De vrouw ging op dinsdag avond naar de bingo. Hij kwam om 20 uur bij mij en
ging rond 21:30 uur naar huis. Zijn vrouw kwam rond 22:30 thuis van de bingo. Dat ging elke week door. Eerst om de week soms om de twee weken. Het ging zo door. Hij vroeg aan mij dingen die ik niet wilde doen, om hem te gaan pijpen. Ik zei dat ik daar veel moeite mee had. Hij vroeg of ik andere mannen gepijpt had. Ik zei dat ik dat nog nooit had gedaan. Ik moest dat bij hem proberen. Ik vind het erg moeilijk om tegen hem te zeggen dat ik dat niet wilde. Ik moest hem pijpen tot hij klaar ging komen. Ik vond het heel erg vies. Tijdens het pijpen moest ik bijna overgeven. Hij ging gewoon door. Voor mijn werk 06:45 tot ‘s avonds. Hij ging heel de dag appen naar mij. Ook op het werk. Hij was geil en ik moest mee praten met hem. Vorig jaar september was hij geopereerd aan de knie. Toen kon hij niet bij mij komen. Hij vroeg of ik naar hem kwam om te pijpen en zo. Ik zei dat ik niet naar hem toe kwam want ik heb er veel moeite mee als ik een plaats niet ken. Hij kon zelf niet stijve lul, hij had een speeltje gekocht bij mij. Hij ging met zijn vinger bij mij bij de vagina, omdat hij niet stijf kon worden, bij mijn vagina spelen en zo. En bij mijn borsten zuigen en zo. Hij had ook zelf met die speeltje bij mij spelen. Ik moest met zijn lichaam spelen. Hij ging ook
tongen bij mij en likken en zo. Hij ging ook berichtjes naar mijn dochter sturen. Vanaf vorig jaar september. In januari is hij gestopt met de berichtjes. Ik ging met mijn dochter praten. Toen zei mijn dochter dat [naam verdachte] haar ook berichtjes stuurde. Ik dacht dat het gewone berichtjes waren. Ik zei tegen mijn dochter, “ik wil jou berichtjes lezen wat hij allemaal stuurt”. Ik mocht het lezen van haar. Zij ging mijn berichtjes ook lezen. De berichtjes van mij en van mijn dochter kwamen bijna overeen. [naam verdachte] heeft mij ook foto’s gestuurd waarop [naam verdachte] op bovenlichaam geen kleren aan had. Dezelfde foto had hij ook naar mijn dochter gestuurd. Toen ik die berichtjes zag dacht ik, waar is [naam verdachte] allemaal mee bezig. Ik schrok ervan.
Hij zei ook iedere keer tegen mij dat ik in de bosjes samen met hem moest gaan en dat hij seks wilde hebben in de bosjes samen met mij, in de zomer. Ik zei, ik had het nog nooit in de bossen gedaan en ik ben nooit met hem naar het bos geweest. Hij zei ook tegen mij, wat een courgette is. Ik zei dat is een groente. Hij zei, hij wou een condoom kopen en bij de courgette om zetten en bij mij proberen. Hij dacht dat ik een speelgoed ben en hij alles bij mij kan uitproberen. Ik heb gezegd, ik wil het niet. Hij had ook tegen mij gezegd, hij wou een dildo gaan kopen en dan moest ik meebetalen. Eentje kost 50 of 60 euro, een hele goeie. Ik had ook geen zin om voor deze dingen geld te gaan besteden. Ik moest alles samen met hem doen wat hij met mij aan het doen was. Ik mocht het tegen niemand vertellen dat het tussen hem en mij geheim bleef. Ik mocht het ook niet tegen mijn begeleidster vertellen.
(pagina 34)
O: [slachtoffer 1] begint te huilen.
[naam verdachte] heeft mij heel veel pijn gedaan.
DOORVRAGEN OP HET INCIDENT
Op doorvragen van de verhoorder op hoe vaak het gebeurd was verklaarde getuige:
Het gebeurde iedere keer als hij bij mij thuis kwam. Vanaf vorig jaar april begonnen tot hij op vakantie ging. Ik weet niet meer wanneer dat was, misschien juni of juli van dit jaar.
Hij kwam eerst om de twee weken. Later is dat minder geworden.
Na het werk is het ook 2 of 3 keer gebeurd. Dan moest ik om 16:30 uur blijven. Een keer in de koeling. Dat was onder werktijd. Een of meer keer na 16:30 uur op de afdeling.
De eerste keer bij mijn thuis was in mijn kamer op het bed. Ik heb twee slaapkamers en het was in de slaapkamer waar ik slaap. Toen hij bij me thuis kwam ging ik de deur open maken. Hij begon met kusjes geven. Bij mijn vagina aanraken. Dat deed hij toen hij binnenkwam. Ik moest een hele makkelijke slaapjurk dragen. En geen onderbroekje dragen. Ik moest die kleren aan doen voor hij er was. Hij had gebeld dat ik een makkelijke jurk moest aantrekken en geen onderbroek dragen. Toen waren we in de gang. Toen ging hij ook aanraken en kusjes geven. Toen gingen we ook in de slaapkamer. Eerst ging hij in mijn huis goed kijken. Hij voelt met zijn hand aan mijn vagina. Met zijn vingers aanraken. Hij ging voelen hoe het voelt en zo. Ik denk in mijn vagina. Makkelijke slaapkleren met korte mouwen. Hij had een joggingbroek aan. De kusjes waren op de lippen. Liefdeskusjes of zo. Dan gingen we lopend naar de woonkamer. Af en toe gingen we praten of meteen naar de slaapkamer. Hij had gezegd dat we naar de slaapkamer moesten gaan. Ik moest hem gaan pijpen. Hij zei, hij is niet vies. Hij verzorgde heel goed altijd. Ik moest ook iedere keer een washandje klaarleggen en een handdoek. Dan ging hij in de badkamer met het washandje eerst zichzelf schoonmaken. Ik was in de slaapkamer naast het bed. Hij was ook naast het bed. Dan ging hij eerst uitkleden. Ik moest ook zelf uitkleden. Als hij klaar was schoonmaken in de badkamer. Dan gingen we samen naar bed. Voor hij naar mij toe kwam had hij al gezegd dat als hij met mij zou komen wilde hij seks met mij hebben in het bed. Dit zei hij via de WhatsApp. Ik had wel schaamte gevoel. De eerste keer ga je je eigen schamen. Ook was hij een leidinggevende van mij. Via de WhatsApp had hij gezegd dat ik hem moest pijpen. Eerst kusjes geven en dan aan de borsten zuigen. Ik moest hem ook pijpen. Hij deed ook met zijn lul bij mijn vagina op en neer gaan. Hij ging op en neer tot hij klaar was. Hij lag op mij. Zijn lul was bij mijn vagina want hij kan niet stijf worden. Hij duwde met zijn lul tegen mijn vagina en lichaam. Als hij klaar was met duwen was het klaar. Hij zoog aan mijn borsten op mijn tepels.
Als ik moest pijpen was zijn lul hangen. Het pijpen stopte als ik het niet meer aan kon, als ik bijna moest overgeven. Dat zei ik dan ook. We gingen dan even praten in het bed. Hij ging dan zijn lul schoon maken en naar huis.
In de koelcel was ik heel bang dat mensen mij zagen. Het was vorig jaar rond deze tijd. We hadden toen ook chocolade. Ik weet niet meer hoe laat het was. Bij de pallets in de koeling. Ik ging naar het toilet. Hij ging pallets weg rijden. Toen ik terug kwam van het toilet moest ik mee gaan. Hij zei, “kom even mee”. Ik was mee gegaan. Achter de pallets schuilen. Hij ging kusjes geven en voelen bij mijn vagina. Ik heb meestal een lange broek aan op mijn werk. Hij ging voelen met de hand bij mijn vagina op de kleren.
(pagina 35)
Ik zei toen dat ik terug moest naar de afdeling. Ik was bang dat andere mensen mij zagen. Ik ging weglopen naar de afdeling.
Op de afdeling was het na 16:30 uur. Ik moest naar de toilet gaan. Om 16:30 gaat de zoemer. Ik zat op de toilet. Hij had mij geappt dat iedereen al weg was. Ik ben terug gegaan naar het kluisje. Ik ging mijn tas pakken. Hij was alleen op de afdeling. Ik moest ook naar de afdeling komen van [naam verdachte] . Ik moest na 16:30 blijven van [naam verdachte] omdat hij mij wou voelen. Dat had hij gezegd. Ik weet niet meer hoe hij dat had gezegd. Ik moest mijn broekrits open maken want hij kon er niet bij. Hij ging voelen bij mijn vagina en kusjes geven en toen ging ik weg. Ik wou vlug naar huis gaan. Ik zei dat ik naar huis ging.
[naam verdachte] heeft met zijn vingers binnen in mijn vagina gevoeld.
Als [naam verdachte] klaar kwam ging hij witte spul spuiten. Dat spul kwam uit zijn lul.
Ik heb het tegen niemand verteld. Het moest geheim blijven. Ik ben er in getrapt.
De berichtjes die [naam verdachte] stuurde waren berichtjes dat hij geil was en schatje. Ik zei ook schatje tegen hem. Ik moest mee praten met hem. Als hij schatje ging zeggen tegen mij
ging ik ook schatje zeggen tegen hem. Ik schreef hetzelfde als wat [naam verdachte] schreef. Ik schreef ook geile berichtjes. Ik weet niet waarom. [naam verdachte] vond mij heel mooi en lief en goed. Dat hij mij nooit kwijt wil. Dat hij naar mij toe zou komen als hij stopte met werken.
VERDACHTE
Op doorvragen wie verdachte is en wat de getuige van verdachte vond verklaarde [slachtoffer 1] :
[naam verdachte] was mijn leidinggevende. Hij was een grappenmaker en aardig. Ik sprak met hem over de problemen met mijn dochter. Als ik nu de berichtjes van mijn dochter lees voel ik me gebruikt. Ik was zo kwaad dat ik alles ging vertellen tegen mijn begeleider. [naam verdachte] zei dat ik dat niet moest doen.
Laat een brief zien waarin zij onder andere heeft opgeschreven, gedwongen om te pijpen en klaar te laten komen. Hij dwong mij omdat ik dat moest van hem. Ik had moeite om nee te zeggen. Ik kan heel moeilijk nee zeggen tegen iemand. [naam verdachte] is de leidinggevende en baas van de afdeling. Hij is nu ontslagen omdat hij met mij seks heeft gehad. Het mocht eigenlijk niet gebeuren dat hij als leidinggevende seks met mij heeft.
3.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 12 september 2017 (pagina’s 43 – 47) inhoudende de afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van [aangever] namens [slachtoffer 2] :
(pagina 43)
V: Waar komt u aangifte van doen?
A: Ik kom aangifte doen van seksueel misbruik namens twee medewerksters, waaronder
[slachtoffer 2] . Deze aangifte doe ik namens [slachtoffer 2] .
(pagina 44)
V: In het intakegesprek heeft u het volgende verteld:
Nadat bij ons bekend was geworden dat een werkleider genaamd [naam verdachte] [het hof begrijpt: de verdachte] seksueel contact had gehad met een andere medewerkster genaamd [slachtoffer 1] heb ik tegen
de mensen welke op de afdeling werken, dit zijn er zo’n 60, gezegd dat [naam verdachte] niet terug zou komen. Dat er iets gebeurd was dat ik niet kon accepteren. Ik heb toen gekeken, wat er gebeurde in de groep werknemers. Ik zag een aantal dames anders reageren. Een dame zei tegen een andere, “daar sta ik niet van te kijken”. Ik heb toen met zo’n 10 a 15 medewerkers gesproken onder het mom van, “ik zie dat het je veel doet, hoe gaat het nu met je?”. Ik kreeg toen verschillende verhalen te horen dat [naam verdachte] ook bij andere vrouwen geprobeerd had toenadering te zoeken maar zij sterk genoeg waren geweest om het te voorkomen. Een vrouw was zelfs verliefd geweest op [naam verdachte] maar doordat ze een andere vriend kreeg was er niets gebeurd. Ik kreeg toen ook te horen dat ik eens met [slachtoffer 2] moest praten. Iemand had ooit berichten in de telefoon van [slachtoffer 2] gezien welke niet kunnen. Alle gesprekken heb ik gevoerd in het bijzijn van onze [jurist] (de gesprekken met [naam verdachte] ) of [medewerkster 2] er bij. Ik heb twee gesprekken gehad met [slachtoffer 2] . Bij beiden gesprekken was de personeelsfunctionaris, [medewerkster 2] aanwezig. Bij het tweede gesprek was [medewerkster 3] van Amarant ook aanwezig. In het eerste gesprek had [slachtoffer 2] verteld dat het intiemere contact met [naam verdachte] vanaf 2013 aan de gang was. Het begon met te dicht bij staan en het stellen van intieme vragen, Vervolgens ging het over in het lichamelijk aanraken van haar borsten en het vragen om seks. Uiteindelijk zou er zo’n 8 keer seks zijn geweest. In de periode van 2013 tot nu was er soms wel contact en soms niet. De handelingen gebeurden thuis bij [naam verdachte] en ook op het werk en in de auto. Hij had haar ook een aantal keren opgewacht bij de bushalte. Ze moest dan instappen en mee. Hij zette haar dan ook weer daar af. [slachtoffer 2] voelde zich in alle gevallen gedwongen om het te doen. Het was voor haar niet wenselijk geweest. Ze durfde geen nee te zeggen. Dat was de strekking. Ik weet niet of ze dat echt zo gezegd heeft. [slachtoffer 2] heeft een IQ van 60.
V: Klopt hetgeen voorgelezen is?
A: Ja.
V: U verklaarde over [naam verdachte] :
Er heeft toen weer een gesprek plaats gevonden tussen de [directeur] en de [jurist] met [naam verdachte] . Hij gaf meteen het seksueel contact toe met [slachtoffer 2] . Pas toen leek het besef bij hem te komen dat hij iets gedaan heeft wat niet kan doordat gezegd werd dat [slachtoffer 2] een laag IQ heeft en aangegeven had dat zij de seks niet had gewild. [naam verdachte] reageerde toen dat dit hem zijn huwelijk zou kosten en hij maar beter niets meer kon zeggen. [naam verdachte] moet geweten hebben dat [slachtoffer 2]
laagbegaafd is. Hij wist niet de IQ bepaling maar hij kon wel weten dat ze laagbegaafd was. [naam verdachte] heeft de beschikking tot de indicaties van de medewerkers. Hij kan in de personeelsdossiers. Van hem wordt als werkleider ook verwacht dat hij van zijn personeel weet wat de beperking is. Hij stuurt die mensen direct aan dus het is wel de bedoeling dat je weet waar je rekening mee moet houden. Hij stuurt de medewerkers aan samen met een andere [leidinggevende] .
V: Klopt dit?
A: Ja.
(pagina 45)
V: Hoe kom je er dan op of er op seksueel gebied iets gebeurd is?
A: Ik vroeg, “wat gebeurde er dan?”. Ze zei toen zelf, “hij zat aan me, ik moest me uitkleden”. Ik vroeg toen of er ook seksuele handelingen gebeurd waren. Ze zei toen, “ja”. Ze heeft dit niet verder toegelicht. Ze zei iets van, “hij zat aan me en ik moest aan hem zitten”.
V: Hoe was haar gemoedstoestand tijdens dat gesprek?
A: Ook wel emotioneel. Stil, niet dat ze hard zat te huilen maar ze had wel tranen in haar ogen.
V: Waar heeft de seks plaats gevonden?
A: Bij [naam verdachte] thuis, in de auto en op het werk weet ik niet of er seks is geweest maar hij had op het werk wel aan haar gezeten.
V: Wanneer heeft de seks plaats gevonden?
A: Ze heeft geen datums genoemd. Ze zei wel dat het vanaf 2013 aan de hand was de toenadering. In ieder geval dat het over een langere periode plaats vond.
V: Wat heeft zij verteld over de dwang?
A: Dat ze meerdere keren had gezegd dat ze het niet wilde. Ze had dit gezegd op de momenten dat hij het vroeg. Bijvoorbeeld dat hij zei, “je moet nu mee naar boven of je moet je uitkleden” en dat ze zei “nee, dat wil ik niet”.
V: Wat wist [naam verdachte] over de verstandelijke vermogens van [slachtoffer 2] ?
A: Hij kon dat lezen in het personeelsdossier. Hij kon daarin wel lezen dat ze laagbegaafd is maar het IQ staat daar niet in benoemd.
(pagina 46)
V: In hoeverre heeft hij tijdens het werk wat over [slachtoffer 2] te zeggen?
A: Ja, hij is haar direct leidinggevende. Hij doet ook de functioneringsgesprekken. Bij ons wordt het functioneren persoonlijke ontwikkeling genoemd. Ze zijn bij ons allemaal
productiemedewerkers.
4.
Het proces-verbaal van studioverhoor d.d. 3 november 2017 met bijlagen (pagina’s 51 – 54) inhoudende de afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van [slachtoffer 2] :
(pagina 52)
Op de vraag waar getuige over kwam praten verklaarde getuige: [naam verdachte] . Hij heeft dingen bij mij gedaan, ge-sms’t, op het werk is er ook wat gebeurd. Hij zei tegen mij, “tegen niemand vertellen”. Ik durfde het tegen niemand te vertellen. Ik kropte alles in. Op het laatst zei hij, “wanneer kunnen we afspreken en waar” Ik zei, is goed. Hij zei, bij het Wagnerplein, bij de Jumbo. Ik ging wachten. Ik stapte in de auto en hij bracht me naar zijn huis. Ik zei, “waar is je vrouw, werken, dadelijk komt ze het te weten”. Hij zei nee. Naar boven gebracht. Toen moest ik me uitkleden. Toen heeft hij me vast gepakt. Op het werk heeft hij dat ook gedaan. Achter de pallets. Hij weet dat als ik na de wc ga dat hij me achtervolgt. Hij zegt, hoe is het met jou? Hoe is het met [naam man slachtoffer 2] ? Ik zeg, goed. Hij zegt dan, doet hij het nog? Ik zeg, ik ga je helemaal niets uitleggen. Hij zei, ik wil met jou? Ik zei, nee ik heb er maar eentje. Je hebt een vrouw en kinderen, Ik wil alleen [naam man slachtoffer 2] . Hij zei, ik wil afspreken met jou? Nee, dat wil ik niet. Ik had alles tegen mijn beste vriendin verteld. Zij moest bij [aangever] en [medewerkster 4] komen. Ze zei, je moet mijn beste vriendin helpen. Toen heb ik alles verteld.
In de auto had hij me ook bij bosjes gepakt. Hij zou nog een keer met me afspreken. Ik zei, nee. Zullen we een keer afspreken. Ik zei, is goed. Hoe laat. Tussen 18 en 19 uur. Bij Wagnerplein bij Blokker, ga daar maar staan dan kom ik er aan. Ik was niet gegaan. Op het werk zei hij, “waar was jij”. Ik zei, “ik was thuis”. Op het werk komt hij naar mij toe, en dan weten alle collega’s precies wat hij aan het doen is. Op de afdeling in een apart hok staan pallets. Tussen de pallets stond hij daar. Hij riep mij. Toen ik daar kwam heeft hij me vast gepakt. Hij keek of er iemand kwam. Ik ben toen weg gegaan.
Op het werk staat hij me op te wachten bij het kleedhok.
Ik denk er aan, wat als ik hem tegen kom? Ik heb gehoord dat hij bij zijn vrouw weg is. Als ik ga werken dan ga ik om 8 uur met de bus bij het Wagnerplein. Ik werk tot 16:30, dan kijk ik altijd naar de auto’s of hij er in zit.
Ik slaap slecht. Ik krijg beelden in mijn hoofd. Daar word ik wakker van. Ik heb dit tegen de huisarts verteld. Hij zou me bij een psycholoog laten praten maar daar ben ik nog niet geweest. Ik zal blij zijn als dit achter de rug is.
DOORVRAGEN OP HET INCIDENT
Op doorvragen van de verhoorder op hoe vaak het gebeurd was verklaarde getuige
Uitkleden 5 keer gebeurd. Bij hem thuis, in de auto, in de bosjes, nog een keer bij hem thuis.
Over bij hem thuis:
Hij kwam me ophalen. Toen reden we naar hem thuis. We stapten uit de auto. Toen deed hij de deur op slot. Toen ging hij rond kijken bij het huis of er niemand was. Alles op slot gedaan. Naar boven gegaan. Toen riep hij mij om naar boven te gaan. Ik wou niet. Toen zei hij, “kom”. Ik moest me uitkleden. Hij kleedde zich ook uit. Hij legde me op het bed. Hij pakte me vast, van onderen en bij mijn borsten. Ik zei, ophouden. Hij bleef door gaan. Ik zei, ik wil niet meer, ik wil weg. Toen ben ik opgestaan. Hij heeft zich toen ook aangekleed.
Ik had mijn vest uit gedaan. Mijn broek, sokken schoenen. Ik had mijn BH, onderbroek en shirtje nog aan.
(pagina 53)
Hij deed zijn broek uit, zijn hemd, trui en onderbroek. Hij had niets meer aan. Op bed moest ik mijn BH, shirt, onderbroek ook uit doen. Hij zei, “doe maar uit”. Ik zei, “nee”. Ik was bang dat hij me zou pakken. Toen heb ik dat uit gedaan. Toen moest ik met hem op bed gaan liggen. Ik lag gewoon plat. Ik lag op mijn rug. Hij lag ook op zijn rug. Hij zat aan mijn borsten en onder, hij zat te spelen. Ik zei, stoppen maar hij bleef gewoon door gaan. Hij zat met zijn rechter hand aan mijn borsten te spelen en zo. Hij deed knijpen. Met onderen bedoel ik mijn vagina. Hij deed mij vingeren.
O: Getuige moet huilen.
Ik vind het moeilijk. Ik voel dat hij in mijn vagina zit. Met zijn vingers spelen. Hij gaat op en neer. Ik haalde zijn hand er af. Hij zei, “je moet gewoon schreeuwen”. Ik zei, “dat doe ik niet”. Dat heb ik ook niet gedaan. Met zijn andere hand doet hij niets. Het was op een dinsdag avond. Zijn vrouw ging elke dinsdag bingoën. Om 21:30 komt ze pas thuis.
De eerste keer weet ik niet wanneer dat was. Het was jaren geleden. 2013-2014.
De laatste keer weet ik niet precies. Het was in de auto. Hij ging een plekje zoeken. Toen ging hij achter de flats, daar had hij een parkeerplaats gevonden. Hij stopte daar. Hij keek in zijn spiegel. Hij pakte zijn hand, maakte mijn broek open en ging spelen, met mijn vagina, met zijn handen. Toen wou ik niet. Ik zei, “stop”. Ik zei, “zet me maar bij de bushalte, dan ga ik zelf naar mijn werk”. Het was ‘s morgens tussen 7 en 7:30 uur. Ik zei, “stoppen”. Toen is hij toch gestopt. Hij zette me bij de bushalte. Het was dit jaar. Het was niet /bietje koud. Ik zei, “dit is de laatste keer, ik blijf bij [naam man slachtoffer 2] ”. Ik wou hem niet.
De andere keren dwong hij me gewoon. Hij zei, je gaat gewoon mee en vertelt het tegen niemand. Op vrijdag middag zijn we meestal vrij. Bij de overkant bij de geparkeerde auto’s. Hij zei, “je moet oversteken en daar door lopen dan neem ik je mee”. Hij kwam er aan. Hij deed de deur open en stopte en ik moest er in. Hij zei, “kom maar in de auto zitten”.
We spraken af via MSN.
Niet meer dingen bij mij gebeurd als vingeren:
Dingen bij hem:
Hij trok zijn broek uit. Ik moest met mijn hand aan zijn spelen. Zuigen. Toen wou ik niet meer. Toen deed hij zijn hand op mijn hoofd drukken. Ik zei, “ophouden”. Toen hield hij op. Ik zei, “ik ga weg”. Dat ik hem moest zuigen is 3 keer gebeurd. Bij hem thuis, in de auto en in de bosjes. De laatste keer was in de auto. Bij de parkeerplaats. Er zaten flats en huizen. Hij keek om of er iemand wat zag. Toen kwam er een auto langs. Toen ben ik gestopt. Hij trok zijn broek uit. Toen haalt hij zijn ding uit zijn broek, zijn penis. Toen moest ik eerst met mijn hand trekken. Ik deed dat. Ik was bang dat hij me zou pakken. Ik was bang dat hij aan mijn lichaam zat. Hij zei, “je moet eerst trekken en als het goed hard is moet je zuigen”.
In de auto deed hij vingeren. Toen haalde hij zijn penis uit zijn broek. Ik moest eerst trekken en daarna zuigen aan zijn penis met mijn mond. Mijn mond doe ik dan op en neer en de penis was in mijn mond. De penis was dan hard, gewoon stijf. Zijn penis was eerst zacht en werd dan hard.
(pagina 54)
De msn berichten heb ik niet meer en hij heeft geen contact meer gezocht.
Hij heeft me ge-sms’t dat ik in de winkel een komkommer moest halen en mee moest nemen. Ik zei, waarom? Dat zei hij niet. Ik heb dat niet gedaan. Ik denk dat de komkommer in mijn vagina moest gaan. Ik zei dat ik dat niet wilde proberen. Hij stuurde dat op mijn Huawei telefoon.
VERDACHTE
Op doorvragen wie verdachte is en wat de getuige van verdachte vond verklaarde [slachtoffer 2] .
[naam verdachte] ken ik van het werk. Hij is de baas, werkleiding. Hij doet op het werk waar iedereen bij is gekke dingen. Met andere vrouwen ook praten. Hij gaat bij iemand anders zitten praten. Maar als iemand tegenover mij zit en hij zit er ook. Dan kan ik het niet altijd goed horen. Ik zie wel wat er gebeurt. Hij doet ook met andere vrouwen, Ik heb ook gezien dat hij iemand achterop de fiets naar de bushalte bracht. Ik zei, ik heb jou betrapt. Zij is doof. Hij zei, ze is bang in het donker dus dan breng ik haar naar de bushalte. Met andere vrouwen doet hij ook zachtjes over dingen praten wat ik niet weet. Ik vind dat niet netjes. Een collega van me vindt ook dat het niet kan. Dan begint hij gek te doen. In het begin vond ik het een leuke baas. Hij vond mij mooi en knap, aantrekkelijk. Hij houdt mij iedere keer in de gaten. Ik deed mijn werk gewoon. Hij vertelde dat tegen mij. Ik zei, “dank je wel dat je dat zegt, maar ik jou niet”. Oké zei hij.
5.
Het proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 15 september 2017 (pagina’s 55 – 58) inhoudende de afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van [begeleider amarant] :
(pagina 56)
V: Kun je eens vertellen wie jij bent en wat je relatie is tot [slachtoffer 1] [het hof begrijpt: [slachtoffer 1] ]?
A: Ik ben [begeleider amarant] . Ik ben persoonlijk begeleider bij de Amarantgroep. Naast mijn collega [medewerkster 5] ben ik tweede begeleider voor [slachtoffer 1] . Ik begeleid [slachtoffer 1] om zo zelfstandig mogelijk deel te nemen in de maatschappij. Ze heeft ondersteuning nodig op verschillende gebieden, post, financiën, sociaal, vaardigheden behouden, uiten van spanningen.
V: Wat is [slachtoffer 1] voor een vrouw?
A: Licht verstandelijk beperkte vrouw. Ze woont zelfstandig en heeft ambulante begeleiding. Ze werkt verschillende uren bij de Diamant-groep, zo’n 25 jaar.
Ze gaf ook aan dat ze zich gestrest voelde. Ze had klachten en wilde contact leggen met haar therapeut waar ze al vaker was om stress klachten. Ze gaf ook aan dat de berichten welke ik op de USB stick had gezet berichten waren van een man welke hij naar haar dochter had gestuurd en daar maakte ze zich zorgen om. Ze wilde de berichten bewaren om te bewijzen dat de berichten echt waren. Volgens [slachtoffer 1] waren het berichten die niet konden. Ze vertelde dat die man in contact wilde komen met haar dochter. Ik vroeg of ze wist wie die man was. Ze zei toen dat het haar werkleider was. Ik vroeg of iemand op de hoogte was maar dat was niet zo. Ze zei ook dat de nieuwe vriend van haar
dochter het niet mocht weten. Ik wist toen nog niet om wat voor berichten het ging. Ik
vroeg wel of ze ook ooit van dat soort berichten van haar werkleider had ontvangen. Ze
zei dat dit zo was maar dat ze die berichten had verwijderd. Ze liet een foto zien waarop haar werkleider met een grote cactus tussen zijn benen te zien was. Dat bericht had hij
zowel naar [slachtoffer 1] als haar dochter gestuurd.
6.
Het proces-verbaal van getuigenverhoor d.d. 26 september 2017 (pagina’s 59 – 63) inhoudende de afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van [medewerkster 2] :
(pagina 60)
V: Wat is er op 15 augustus besproken?
A: Op 15 augustus heeft er toen een gesprek plaats gevonden met [slachtoffer 1] , [medewerkster 1] van
Amarant, [aangever] en ik. [slachtoffer 1] zei dat ze veel stress klachten had. De reden daarvoor was dat [naam verdachte] haar vaak via WhatsApp en facebook benaderde en dat ze dat niet wilde. Uiteindelijk heeft dat benaderen geleid tot huisbezoeken. In eerste instantie heb ik opgeschreven dat dit bij haar thuis was maar later heeft ze verteld dat hij haar ophaalde en mee naar hem thuis nam. Ze gaf aan dat ze naar boven moest, zich uit moest kleden, dat [naam verdachte] zich dan ook uitkleedde en dat er dan dingen gebeurden. Ze heeft ook verteld dat [naam verdachte] via WhatsApp haar dochter had benaderd. Dat vond ze erg. Ze heeft gezegd dat [naam verdachte] haar met rust moest laten. Doordat de situatie haar zo veel stress had bezorgd heeft ze het later bij Amarant gemeld. Tijdens het gesprek heeft [slachtoffer 1] de WhatsAppberichten, Messenger berichten aan [aangever] laten lezen. [slachtoffer 1] zei, dat er een aantal dingen gebeurd waren bij haar thuis die ze niet wilde maar die ze toe had gegeven. Ze zei ook dat [naam verdachte] thuis geen liefde kon krijgen en al jaren geen seks meer had met zijn vrouw. Dat hij naar haar huis kwam tijdens de bingoavonden van zijn vrouw. Dat hij weg ging als zijn vrouw weg was en altijd weer thuis was als zijn vrouw weer thuis kwam. [slachtoffer 1] vond het heel erg
dat [naam verdachte] niet eerlijk was ten opzichte van zijn vrouw. [naam verdachte] had meerdere keren geprobeerd met [slachtoffer 1] af te spreken voor werktijd maar ze had geweigerd dat te doen. Ook toen [naam verdachte] ziek was had hij [slachtoffer 1] gevraagd om naar zijn huis te komen maar dat had [slachtoffer 1] ook geweigerd.
7.
Het proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 30 januari 2018 (pagina’s 86 – 102) inhoudende de afgelegde verklaring – zakelijk weergegeven – van verdachte:
(pagina 87)
V: Vraag verbalisanten
A: Antwoord verdachte
O: Opmerking verbalisant
(pagina 88)
V: Wat is de Diamant-groep voor een bedrijf?
A: Een sociale werkplaats, daar heb ik de eerste 14 jaar als beheerder bij de gemeentewerf in Berkel-Enschot gewerkt. Toen viel mijn plaats weg. Toen kreeg ik te horen van de directeur dat ze een werkleider nodig hadden bij het groen aan de Vossenberg. Zodoende ben ik daar terecht gekomen. Eerst begonnen als voorwerker en uiteindelijk was ik daar werkleider. Ik moest de mensen aan het werk houden, gesprekken voerden, wanneer er problemen waren ofzo en hoe dat het ging en ik deed de administratie. Ik heb bijna 20 jaar gewerkt, eerst als voorwerker en daarna als werkleider gewerkt. Ik denk dat ik 18 jaar werkleider was. Dit was dan over de hele afdeling. Dit begon met 35 mensen, maar op het einde was dit 70 mensen, dit deden we dan met zijn tweeën. De andere werkleider was [leidinggevende] .
V: Wat kan je over de werknemers vertellen?
A: Waren allemaal wel leuk, lief. De één had wat meer aandacht nodig dan de andere.
V: Wat voor soort mensen werken daar dan?
A: Het is een mix, het zijn mensen met een geestelijke beperking, maar ook met een lichamelijke beperking, maar ook met psychische klachten, dit waren ook mensen uit Syrië.
Ze bepalen voor wie er bij ons komt werken. Dat wordt besproken met ons en met de betreffende persoon en met personeelszaken besproken. Soms zit daar dan ook nog de begeleiding van die persoon bij. De dossiers van alle werknemers staan in de computer.
(pagina 89)
V: Wat voor dingen staan er in zo’n dossier?
A: Wat ze wel kunnen en niet kunnen, hoe hun huishouden geregeld is, wat voor beperking ze hebben, zulke soort dingen.
V: Waaraan merk je dat de mensen die er werken een verstandelijke beperking hebben?
A: Nou ja merken, je merkte wel dat wanneer je met bepaalde mensen een gesprekje voerde dat je sommige dingen wat beter uit moet leggen, maar de meeste dingen snappen ze wel.
V: Welke mensen hebben jouw privé nummer?
A: Mensen van mijn werk hebben mijn werknummer en mensen privé hebben mijn privé nummer. Maar het kan best zijn dat mensen van het werk mijn privénummer hebben.
V: Hoe ging je daar zelf mee om?
A: Het kan goed zijn dat mensen van het werk mijn privé nummer hebben, dat heb ik dan gegeven. Ik gaf dit dat ze me altijd konden bellen. Dit waren dan niet alleen collega’s, ook werknemers die onder mij vielen.
(pagina 90)
V: Welke social media heb je?
A: Ik zit op WhatsApp en Messenger.
V: Had je WhatsApp en Messenger op zowel je privé als je zakelijke telefoon?
A: Ja, want we hadden ook dove mensen en die stuurde dan een berichtje, wanneer ze naar de dokter moesten ofzo.
(pagina 91)
V: Wie is [slachtoffer 1] ?
A: Dat is een meisje, ik meen dat ze uit Suriname komt. [slachtoffer 1] is iemand die wou weten wat ze wil, iemand die als ze iets wil zo ver zal gaan dat ze het ook wel krijgt. [slachtoffer 1] is een meisje een beetje moeilijk in de omgang, omdat ze altijd wel haar zinnetje door wil drijven. Iemand die nog al gauw iets voelt om onder haar werk uit te komen, ze is wat kleinzerig.
V: Door wie werd zij begeleid?
A: Door Amarant
(pagina 92)
Ik deed wel de IOP’s, de interne ontwikkelingsplannen.
V: Op wat voor manieren hadden je contact met [slachtoffer 1] ?
A: Met WhatsApp en Messenger
V: Maar was het met werk of privé telefoon.
A: Dat was met allebei.
(pagina 93)
V: [slachtoffer 1] is ook bij de politie gehoord. Zij vertelt over het eerste contact: Hij was eerst begonnen met een kusje op Messenger. Hij vroeg of ik zijn duifje wilde zijn. Hij ging tegen me zeggen dat hij me leuk vond. Ik ben een schatje van hem. Ik zei tegen hem, “hij heeft een vrouw”. Ik vroeg of zijn vrouw ook leuk is. Hij zei dat ik leuker ben als zijn vrouw. Er zijn meerdere vrouwen op de afdeling. Ik vroeg, “vind je andere vrouwen op de afdeling leuk?”. Hij zei dat ik de leukste ben van allemaal.
A: Wij hebben wel eens als grapje berichten gestuurd, maar nooit nog niet van we gaan iets beginnen. Het was gewoon als grap.
V: Maar herken je dit, wanneer je dit zo hoort?
A: Ja, maar niet in zo’n grote mate. Zo zit ik in mekaar, van “goh je bent mijn duifje”, maar dat was gewoon op de vloer.
(pagina 94)
A: Ik wil toegeven dat ik met [slachtoffer 1] seksuele handelingen gedaan heb.
(pagina 95)
V: [slachtoffer 1] zegt hierover: Hij kon zelf niet stijve lul, hij had een speeltje gekocht bij mij. Hij ging met zijn vinger bij mij bij de vagina, omdat hij niet stijf kon worden, bij mijn vagina spelen en zo. En bij mijn borsten zuigen en zo. Hij had ook zelf met die speeltje bij mij spelen. Ik moest met zijn lichaam spelen. Hij ging ook tongen bij mij en likken en zo. Vertel eens?
A: Het speeltje is maar één keer gebruikt.
(pagina 98)
V: Waarom werkte [slachtoffer 2] bij de Diamant-groep?
A: Ik zou het niet weten.
V: Wat was haar functie?
A: Medewerkster.
V: Wat is haar beperking?
A: Zwakbegaafd.
V: Maar had je ook WhatsApp contact met haar of Messenger contact met haar?
A: We hebben wel eens contact gehad via WhatsApp of Messenger en [slachtoffer 2] zelf ook.
V: Maar we hebben daar nog wel vragen over
A: Ja, maar ik vind ik heb toegegeven dat ik seksueel contact heb gehad met [slachtoffer 2] .
V: Op welke plaatsen hadden jullie seks?
A: [slachtoffer 2] is een paar keer bij mij thuis geweest en in de auto en één keer in het bos.
8.
Het verslag van het vervolg Individueel Ontwikkelgesprek (IOP) inzake [slachtoffer 1] d.d. 21 juli 2017 gehouden door verdachte (pagina’s 116 – 122);
(pagina 116)
(pagina 118)
Aanvullende opmerkingen over het functioneren van de medewerker
(motivatie, persoonlijke verzorging en presentatie, vakkennis en vakvaardigheden, omgang met veranderingen, combinatie werk/privé, bijzondere gebeurtenissen, et cetera):
[slachtoffer 1] is een vrouw van 51 jaar. Ze woont zelfstandig en wordt begeleid door Amarant voor 3 uur in de week. [slachtoffer 1] heeft een verstandelijke beperking. Ze kan moeilijk met veranderingen omgaan. Dit veroorzaakte spanningen wat zich uit in hoge bloeddruk en het vast gaat zitten van de spieren in haar hals en schouders. Ze heeft moeite om voor haar zelf op te komen en beslissingen te nemen.
(pagina 119)
(pagina 122)
Dit plan van aanpak heeft de [naam verdachte] besproken met [slachtoffer 1] . Zij kunnen zich vinden in de opzet en zij willen zich inzetten om er een succes van te maken.
9.
Het verslag van het vervolg Individueel Ontwikkelgesprek (IOP) inzake [slachtoffer 2] d.d. 21 juli 2017 gehouden door [naam 1] en verdachte (pagina’s 124 – 128);
(pagina 124)
(pagina 126)
Aanvullende opmerkingen over het functioneren van de medewerker
(motivatie, persoonlijke verzorging en presentatie, vakkennis en vakvaardigheden, omgang met veranderingen, combinatie werk/privé, bijzondere gebeurtenissen, et cetera):
[slachtoffer 2] is een vrouw van 50 jaar. [slachtoffer 2] komt vaak wat onzeker, gespannen en terughoudend over. Nog iets assertiever worden van [slachtoffer 2] zou mogen. Ze is een gevoelig persoon, en het kost haar moeite dingen te vertellen. Ze moet opletten dat daardoor andere geen misbruik van haar maken.
(pagina 128)
Dit plan van aanpak heeft [naam 1] en [naam verdachte] besproken met [slachtoffer 2] . Zij kunnen zich vinden in de opzet en zij willen zich inzetten om er een succes van te maken.
10.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 13 oktober 2017 met bijlagen (pagina’s 130 – 218) inhoudende het relaas – zakelijk weergegeven – van [verbalisant] betreffende de door [slachtoffer 1] overgelegde WhatsApp- en Facebookberichten van verdachte aan haar en haar dochter:
(pagina 131)
De strekking van het WhatsApp contact komt er op neer dat [naam verdachte] het contact legt met [slachtoffer 1] en steeds meer de nadruk legt dat hij [slachtoffer 1] leuk, mooi, lief en goed vindt en wel een relatie met haar zou willen. Het eerste bericht wat in de telefoon van [slachtoffer 1] staat is van 28-12-2015. Hij geeft aan dat hij haar vriend wil zijn. [slachtoffer 1] reageert hier in het begin niet echt op. Ze geeft aan dat ze [naam verdachte] lief vindt en hij helpt en luistert naar haar op het werk. Op een bepaald moment wil [slachtoffer 1] hem wat over haar verleden vertellen zodat hij meer van haar begrijpt. Dat lijkt de eerste aanzet tot een afspraak.
Op 16-4-2016 geeft [naam verdachte] haar zijn privé mobiele nummer. Het lijkt er op dat ze afspreken om te wandelen en te praten. Hierna geeft [slachtoffer 1] aan dat ze ook gevoelens voor [naam verdachte] lijkt te krijgen. [naam verdachte] reageert daarop door te zeggen dat hij naar haar huis wil komen om met haar naar bed te gaan. [slachtoffer 1] is bang dat [naam vrouw verdachte] , de vrouw van [naam verdachte] , er achter komt. Uiteindelijk zegt ze op 18-4-16 dat hij naar haar toe mag komen en ze het ook wel fijn vindt. Als [naam verdachte] zijn seksuele fantasieën vertelt reageert [slachtoffer 1] daar niet op.
Op 17-4-16 zegt [naam verdachte] dat hij belooft dat hij heel lief voor haar zal zijn. [slachtoffer 1] vraagt, “ook op werk?” [naam verdachte] vraagt of hij op 19-4-16 ‘s-avonds langs mag komen. [slachtoffer 1] vindt het goed. Die avond rond 20:00 uur bericht [naam verdachte] dat hij onderweg is naar haar en om 22:00 uur appt hij dat hij thuis is en het fijn vond met haar. [slachtoffer 1] appt dat ze het ook fijn vond. Verschillende keren geeft [slachtoffer 1] aan dat ze een afspraak heeft met de begeleiding of dat de begeleiding er is voor een uur. Op 17-5-16 appt [slachtoffer 1] dat [naam 2] nog op de afdeling was. [naam verdachte] reageert dat ze morgen om half 5 kijken.
Daarna lijkt het contact meer over te gaan in een geheime affaire waarbij [naam verdachte] wel de
initiatiefnemer is en ook veel over zijn seksuele lusten en wensen appt.
Er is over de hele lijn bijna dagelijks WhatsApp contact. Op 10-8-17 zegt [slachtoffer 1] tegen [naam verdachte] , “wat ben jij aan het doen achter me rug. Omdat je niet eerlijk tegen me bent. Ik hou mijn mond niet meer dicht. Ik ga nu met mijn begeleiding over hebben. Het is genoeg geweest”. [naam verdachte] vraagt haar om het alsjeblieft niet te doen omdat hij dan ontslag krijgt. [slachtoffer 1] geeft aan dat haar gezondheid er aan gaat. Uit het hele stuk is vaker te lezen dat [slachtoffer 1] zich ziek voelt of pijn heeft, naar therapie en diëtiste gaat.
Het eerste Messenger bericht tussen [naam verdachte] en [slachtoffer 1] is van 1 juni 2013. Op 22 juli 2017 bericht [naam verdachte] naar [slachtoffer 1] dat ze op het werk chagrijnig deed en niets zei. [slachtoffer 1] reageert dat [naam verdachte] toch niet meer van haar houdt en wil dat iemand anders zijn schatje wordt. Ze geeft aan dat [naam 3] haar dit verteld heeft en heeft laten zien. [naam verdachte] bericht dat het een grapje was en [naam 3] het zelf ook doet. Op 10 augustus 2017 bericht [naam verdachte] dat hij niets verkeerds doet en of ze alsjeblieft niets wil doen want dan krijgt hij zijn ontslag. Het laatste bericht is van 15 augustus 2017.
Het eerste Messenger bericht tussen [naam verdachte] en [naam dochter slachtoffer 1] [het hof begrijpt: de dochter van [slachtoffer 1] ] is van 6 september2016. [naam verdachte] bericht haar, volgens mij ben je ook een lieve vrouw. Hij vraagt of ze met hem wil berichten via Messenger of WhatsApp. [naam dochter slachtoffer 1] geeft aan dat ze dit wel wil. Op 15 september 2016 zegt [naam verdachte] dat hij denkt dat ze wel met anderen contact heeft en denkt dat ze geen interesse heeft in hem. Op 20 september 2016 bericht [naam verdachte] dat als zij lief voor hem is hij ook lief voor haar is en dat hij haar lief mooi en goed vindt. [naam verdachte] vraagt of ze een keer af wil spreken als ze naar Tilburg komt. Hij zou haar wel eens vast willen houden en willen knuffelen. Hij vraagt om een foto van haarzelf zodat hij kan zien hoe mooi ze is. Zelf heeft hij dan al een foto gestuurd waar hij kennelijk zelf op staat met ontbloot bovenlichaam en een waarop hij in een tuin staat met een grote cactus tussen zijn benen. [naam dochter slachtoffer 1] geeft vooral aan dat ze problemen met haar ex heeft en stuurt een foto van haar wasmachine
(pagina 132)
en wil online spelletjes spelen. Op 26 september vraagt [naam verdachte] of ze zijn meisje wil zijn. [naam dochter slachtoffer 1] lijkt niet in te gaan op het contact wat [naam verdachte] met haar zoekt. Hij vraagt regelmatig waarom ze geen contact wil en waarom ze zo kortaf reageert. Eind november begin december 2016 vinden er videogesprekken en gewone gesprekken plaats tussen [naam verdachte] en [naam dochter slachtoffer 1] . In januari vraagt [naam dochter slachtoffer 1] , “ga je eigenlijk vrouw scheiden dan je met mij verder gaat. Dan ben ik je vrouw”. 14 januari stuurt [naam verdachte] , “nu begrijp ik dat je niet schrijft je kan niet lezen en schrijven”.
(pagina 139)
18-04-16, 21:58 - [naam verdachte] : Kan ik morgen niet komen dan
18-04-16, 22:08 - [naam verdachte] : Valt mij tegen van jou
(pagina 142)
21-04-16, 07:13 - [naam verdachte] : Ik kan jou ook niet missen.
Maar wel heel goed uitkijken wat je doet.
En wat je zegt.
Mijn schatje.
(pagina 146)
23-04-16, 09:35 - [naam verdachte] : Echt echt
Ik ook dan zijn wij samen een goed team en voor elkaar geschapen
23-04-16, 09:35 - [slachtoffer 1] : Ja
23-04-16, 09:36 - [naam verdachte] : En blijven we nog heel lang van elkaar in het geheim genieten.
(pagina 154)
06-05-16, 12:44 - [slachtoffer 1] : Ik ging gister avond de oudere berichtjes even lezen van ons
06-05-16, 12:46 - [naam verdachte] : He die moet jij verwijderen
Straks gebeurt er iets met jou telefoon en dan kunnen ze al die berichten lezen.
(pagina 155)
06-05-16, 13:58 - [naam verdachte] : Ja boos niet
Maar wel teleurgesteld
Je zegt dat je mij wild laten genieten en klaar wild pijpen of komen.
En dan kun je niet
Dat vind ik wel heel jammer
06-05-16, 14:00 - [naam verdachte] : Dan had ik net zo goed niks kunnen beginnen met jou.
Want ik krijg nu net zo veel sex als toen ik niks had met jou
Ik kom nu net zo veel klaar als eerst zonder jou ook niks
06-05-16, 14:02 - [naam verdachte] : Dat vind ik jammer
Maar ik hou wel veel van jou liefje
En wil je niet kwijt.
Maar we moeten er wel iets op vinden
Want jij komt fijn klaar en ik niet
(pagina 161)
05-07-16, 19:12 - [naam verdachte] : Je moet lekker een kwartier lang pijpen schatje
05-07-16, 19:18 - [naam verdachte] : Waarom kan je het niet vind je het vies.
Mijn lul wordt heel gewassen en verzorgd
Ik ben niet vies van jou kut
Dat is liefde en veel om elkaar geven en niet vies zijn van elkaar
05-07-16, 19:20 - [naam verdachte] : Waarom lukt het dan niet.
05-07-16, 19:21 - [slachtoffer 1] : Alleen van de smaak kan ik niet zo lang tegen liefje
05-07-16, 19:22 - [naam verdachte] : Ik begrijp er niks van
05-07-16, 19:24 - [slachtoffer 1] : Maar ben je boos?
05-07-16, 19:25 - [naam verdachte] : Nee maar wel een beetje teleurgesteld dat je het niet kan
(pagina 170)
10-08-17, 16:50 - [slachtoffer 1] : Wat je aan het doen bent achter me rug.
Omdat je niet eerlijk bent tegen mij.
Ik hou mijn mond niet meer dicht.
10-08-17, 16:51 - [slachtoffer 1] : Ik ga nu met mijn begeleiding over hebben.
10-08-17, 16:53 - [slachtoffer 1] : Het is al genoeg geweest
10-08-17, 16:55 - [naam verdachte] : He !!!
10-08-17, 16:56 - [naam verdachte] : Alstublieft niet doen
Ik doe niks verkeerd
Echt niet.
10-08-17, 16:59 - [slachtoffer 1] : Ik ga wel met mijn begeleiding bespreken
10-08-17, 17:00 - [slachtoffer 1] : Het kan me niks meer schelen
10-08-17, 17:00 - [naam verdachte] : Dan krijg ik mijn ontslag wil jij dat dan.
10-08-17, 17:01 - [slachtoffer 1] : Jij zoek zelf
10-08-17, 17:01 - [slachtoffer 1] : Jij bent verkeerd bezig
10-08-17, 17:01 - [naam verdachte] : Nee echt niet
Ik zweer het jou.
10-08-17, 17:02 - [naam verdachte] : Wacht nog tot we gepraat hebben.
10-08-17, 17:02 - [slachtoffer 1] : Nee
10-08-17, 17:02 - [naam verdachte] : Jammer.
10-08-17, 17:03 - [naam verdachte] : Ik hou van je
10-08-17, 17:03 - [slachtoffer 1] : Ik heb al genoeg vol gehouden
10-08-17, 17:03 - [slachtoffer 1] : Maar nu niet meer
10-08-17, 17:04 - [slachtoffer 1] : Want mijn gezondheid gaat eraan
10-08-17, 17:05 - [naam verdachte] : Hoeft niet
Er is echt niks aan de hand.
10-08-17, 17:05 - [naam verdachte] : Geloof me nou eens een keer
11.
De verklaring van verdachte – zakelijk weergegeven – ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 17 september 2019;
(pagina 2)
Verdachte verklaart op de vragen van de voorzitter:
Ik ontken niet dat er sprake was van seks met beide dames. De handelingen waar de officier van justitie het zojuist over had, die hebben plaatsgevonden.
(…)
We hebben een gewoon gesprekje gehad. Van lieverlee ging dat over seks. [slachtoffer 2] kwam zelf naar mij toe. Het ging niet goed met haar man, zij gingen uit elkaar. [slachtoffer 2] wilde seks, want daar was ze gek op. Daar reageerde ik op.
Ik wist dat zij een beperking had. Dat was logisch, anders werkten ze niet bij de Diamant-groep. (…) Van [slachtoffer 2] wist ik dat zij wat zwakker was.
12.
De verklaring van verdachte – zakelijk weergegeven – ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 16 oktober 2020:
(…)
U, voorzitter, vraagt mij waar de seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. De handelingen met [slachtoffer 1] vonden bij haar thuis plaats. Met [slachtoffer 2] is het op meerdere plaatsen gebeurd zoals bij mij thuis en in de auto.
(…)
Ik heb ongeveer 33 jaar bij de Diamant-groep gewerkt waarbij ik me van voorwerker heb opgewerkt naar assistent werkleider. (…) Het merendeel van mijn functie zag op het goed laten lopen van het werkproces hierbij voerde ik ook geregeld functioneringsgesprekken.
(…)
Ik was in mate op de hoogte van de beperkingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] .
(…)
Ik wist dat dat mensen met een verstandelijke beperking waren. Ik wist dat [slachtoffer 1] een licht verstandelijke beperking had.
(…)
Ook van [slachtoffer 2] wist ik dat ze een licht verstandelijke beperking had. Ik wist ook dat ze begeleid werden door Amarant.
(…)
Met mijn collega heb ik de afspraak gemaakt dat ik de werkvloer zou doen en dat hij het administratieve deel en de gesprekken op zich zou nemen. Ondanks deze verdeling heb ik wel een aantal gesprekken gevoerd.
(…)
U, voorzitter, houdt mij voor dat ik [slachtoffer 1] berichtte dat ze niets mocht vertellen. Dit deed ik omdat ik bang was om mijn baan te verliezen.
Bewijsoverwegingen
De raadsman van verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep vrijspraak bepleit. Daartoe is – op de gronden zoals nader in de pleitnota verwoord – in de kern het volgende aangevoerd.
De verdediging heeft betoogd dat voorop staat dat de door de rechtbank bewezenverklaarde seksuele handelingen tussen verdachte en [slachtoffer 1] en tussen verdachte en [slachtoffer 2] niet worden betwist.
Volgens de verdediging is de verdachte niet werkzaam geweest in de maatschappelijk zorg. De Diamant-groep is een leerwerkbedrijf dat voorziet in werk voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De maatschappelijke zorg die de Diamant-groep levert, bestaat uit het sluiten van arbeidsovereenkomsten met mensen die tot haar doelgroep behoren. Nu de Diamant-groep een arbeidsovereenkomst met [slachtoffer 1] , [slachtoffer 2] , maar ook met verdachte heeft gesloten zijn ze volgens de verdediging alle drie aan te merken als cliënten van de Diamant-groep. Een formele werkgever-werknemer relatie betekent volgens de verdediging niet zonder meer dat verdachte werkzaam is in de maatschappelijke zorg.
Voorts waren volgens de verdediging [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet aan de zorg of hulp van verdachte toevertrouwd. Om te beoordelen of iemand aan de zorg of hulp van verdachte is toevertrouwd, is, volgens de verdediging, het takenpakket van de verdachte en de aard van zijn werkzaamheden van belang. Verdachte was werkzaam als werkleider op de sociale werkplaats van de Diamant-groep. Samen met een collega had hij de dagelijkse leiding over ongeveer 70 medewerkers. Samen waren zij verantwoordelijk voor de coördinatie van werkzaamheden op de afdeling, de aansturing van medewerkers, de signalering en waar mogelijk oplossing van probleemsituaties, bewaking van de kwaliteitseisen, de uitvoering van administratieve werkzaamheden ten behoeve van de productie, toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden en de uitvoering van operationele taken. De taken en werkzaamheden van verdachte zijn, aldus de verdediging, gericht op het bedrijfseconomische aspect en niet op de maatschappelijk hulp of zorg voor het individu. Verdachte heeft volgens de verdediging enkel het werkgeversgezag uitgeoefend over zijn ondergeschikten, waaronder ook [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] vallen. Er ontbreekt elk bewijs voor het hebben van een zorg of hulptaak.
Voorts is volgens de verdediging geen sprake van de voor ontucht vereiste wederrechtelijkheid. Er was weliswaar een arbeidsrelatie, en daarmee misschien een vorm van afhankelijkheid, maar in een dergelijke relatie heeft de wetgever geen strafrechtelijk gesanctioneerde bescherming nodig gevonden. Seks in een arbeidsrelatie is niet ongeoorloofd. Zowel [slachtoffer 1] als [slachtoffer 2] zijn de seksuele relaties met verdachte vrijwillig aangegaan en hebben steeds hun eigen grenzen kunnen bepalen, welke verdachte ook altijd heeft gerespecteerd, aldus de verdediging. Voorts hebben [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de seksuele handelingen zelf ook geïnitieerd.
Het hof overweegt dienaangaande als volgt.
Uit de gebezigde bewijsmiddelen komt naar voren dat verdachte gedurende een langere periode seksuele relaties onderhield met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , die beiden werkzaam waren bij de Diamant-groep waar verdachte werkleider was. Zowel [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben een verstandelijke beperking die maakt dat zij extra kwetsbaar zijn. Een van de taken van verdachte was het opstellen van Individuele Ontwikkelingsplannen (IOP) en het voeren van gesprekken hierover. Ondanks dat verdachte verklaard heeft met zijn mede werkleider afspraken gemaakt te hebben omtrent de verdeling van de taken, heeft verdachte aangegeven wel degelijk gesprekken over Individuele Ontwikkelingsplannen te hebben gevoerd. Als werkleider had verdachte voorts toegang tot de dossiers van de medewerkers. [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hebben voorts ook verklaard dat verdachte hun leidinggevende was. Uit de hierboven genoemde en voor het bewijs gebezigde Individuele Ontwikkelingsplannen volgt dat verdachte het gesprek met [slachtoffer 1] op 21 juli 2015 zelf heeft gevoerd en dat hij voorts aanwezig was bij het gesprek met [slachtoffer 2] op 12 mei 2014. Dat het gesprek met [slachtoffer 1] niet door verdachte is gevoerd maar door zijn collega acht het hof ongeloofwaardig. Het verslag staat namelijk op naam van verdachte en verdachte heeft voorts in eerste aanleg verklaard de verslagen zelf te hebben aangevuld.
In het dossier zitten voorts de berichten die verdachte naar [slachtoffer 1] heeft gezonden. Uit deze berichten leidt het hof af dat verdachte, ondanks het regelmatig vragen of [slachtoffer 1] wil stoppen met de relatie, op diverse momenten dwangmatig kan overkomen. Zo blijkt uit de berichten dat wanneer verdachte een niet gewenst antwoord van [slachtoffer 1] ontvangt hij schrijft dat hij teleurgesteld is in [slachtoffer 1] . Voorts komt meermaals naar voren dat [slachtoffer 1] tegen niemand mag vertellen dat ze een relatie hebben. Ook [slachtoffer 2] heeft verklaard dat ze van verdachte tegen niemand iets mocht vertellen.
Het hof is ambtshalve bekend met het feit dat de Diamant-groep een werkvoorziening betreft die gemeenten ondersteunt bij de uitvoering van de Participatiewet. Meer in het bijzonder strekt de Participatiewet tot ondersteuning van de deelname aan de samenleving van personen die als kwetsbaar moeten worden aangemerkt. Hieronder vallen volgens het hof ook [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Het hof is dan ook van oordeel dat ondersteuning bij de arbeidsparticipatie een vorm van maatschappelijke zorg betreft. De verdachte was als werkleider dan ook werkzaam in de maatschappelijke zorg. Het feit dat verdachte zelf middels een indicatie wegens fysieke klachten bij de Diamant-groep werkzaam was, maakt dit niet anders.
Verdachte was de leidinggevende van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en was uit hoofde van zijn functie tevens verantwoordelijk voor de Individuele Ontwikkelingsplannen. Verdachte was bekend met de verstandelijke beperkingen, kwetsbaarheden en de begeleiding door Amarant van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Het was de taak van verdachte om ervoor te zorgen dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] hun dagelijkse werkzaamheden goed konden uitvoeren. Hierbij diende verdachte dan ook rekening te houden met de mogelijkheden en beperkingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Jaarlijks werd het functioneren van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] besproken en geëvalueerd door middel van Individuele Ontwikkelingsplannen. Hierbij werden ook de aandachtspunten besproken en werd gekeken hoe de dames begeleid konden worden. Dit maakt volgens het hof dat [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gezien kunnen worden als cliënten van de Diamant-groep die aan de zorg van verdachte waren toevertrouwd als bedoeld in artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht.
Voor wat betreft de ontuchtige handelingen als bedoeld in artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht is het hof van oordeel dat deze zien op seksueel contact dat in strijd is met de sociaal-ethische norm. Hierbij zijn de omstandigheden van het geval van belang. Over welke seksuele handelingen hebben plaatsgevonden bestaat geen enkele discussie. Het hof ziet zich daardoor enkel gesteld voor de vraag of de seksuele handelingen onder het bereik van artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht vallen. Hierboven heeft het hof al vastgesteld dat sprake was van een autoriteitsverhouding tussen verdachte en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Zij waren voor wat betreft het functioneren op de werkplek afhankelijk van hun werkleider, verdachte. Voorts is er sprake van een aanzienlijk verschil in intellectueel niveau. Verdachte was namelijk enkel bij de Diamant-groep werkzaam vanwege zijn lichamelijke klachten, terwijl [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] gediagnosticeerd waren als verstandelijk beperkt. Gelet op de positie van verdachte was hij op de hoogte van deze beperkingen. Verdachte kon namelijk bij de dossiers en voorts heeft verdachte in hoger beroep erkend bekend te zijn geweest met de verstandelijke beperkingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Voorts heeft verdachte gelet op de Individuele Ontwikkelingsplannen, waarbij verdachte het gesprek met [slachtoffer 1] voerde en aanwezig was bij het gesprek met [slachtoffer 2] , niet alleen weet gehad van het feit dat zowel [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] een verstandelijke beperking hadden, maar ook dat zij beiden moeite hebben om voor zichzelf op te komen en dat zij moeten opletten dat anderen hier geen misbruik van maken. Tegen deze achtergrond is het hof van oordeel dat de gedragingen die hebben plaatsgevonden in de relatie die verdachte met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] onderhield strijdig zijn met de geldende sociaal-ethische norm.
Ten aanzien van het onder feit 1 tenlastegelegde is het hof voorts van oordeel dat verdachte op een dwingende en persisterende wijze bij [slachtoffer 1] op seks aandrong. Voorts heeft verdachte meermaals te kennen gegeven dat [slachtoffer 1] niets mocht zeggen omdat hij anders ontslagen zou worden. [slachtoffer 2] heeft in haar verhoor ook verklaard dat ze van verdachte tegen niemand iets mocht zeggen. Hieruit leidt het hof af dat verdachte zich ervan bewust was dat wat hij deed niet kon en voorts niet geaccepteerd zou worden. Achteraf is gebleken dat zowel [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] de handelingen eigenlijk niet gewild hebben, maar destijds geen weerstand konden bieden aan verdachte.
Het hof verwerpt mitsdien het tot vrijspraak strekkende verweer van de verdediging ter zake feit 1 en feit 2 in al zijn onderdelen.
Resumerend acht het hof, op grond van het voren overwogene en de gebezigde bewijsmiddelen wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven weergegeven bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het onder 1 en 2 bewezenverklaarde levert op:
werkzaam in de maatschappelijke zorg, ontucht plegen met iemand die zich als cliënt aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Meer in het bijzonder overweegt het hof het volgende.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan twee feiten van ontucht als bedoeld in artikel 249, lid 2, aanhef en onder 3 van het Wetboek van Strafrecht. Zowel [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] waren vanwege hun verstandelijke beperking aangewezen op de Participatiewet. Beiden zijn terechtgekomen bij de Diamant-groep waar verdachte als werkleider verantwoordelijk was voor de medewerkers. Uit het dossier volgt dat verdachte steeds degene was die het contact opzocht en afspraken initieerde Naar het oordeel van het hof heeft verdachte ernstig misbruik gemaakt van zijn positie en de verstandelijke beperkingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] door ontuchtige handelingen te plegen met zij die aan zijn hulp of zorg waren toevertrouwd.
Het is voor de doorsnee werknemer al lastig om weerstand te bieden aan een dergelijke wijze van benaderen door een leidinggevende, laat staan voor [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Verdachte wist van de beperkingen van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] maar bleef ze non-stop berichten sturen en vroeg steeds om een snelle reactie. Wanneer [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] niet snel genoeg reageerden, dreigde verdachte het contact te verbreken. Kijkend naar de berichten is het hof van oordeel dat verdachte de gesprekken op een zeer berekende wijze voerde waarbij hij slechts één doel voor ogen had. Dit doel was het verkrijgen van seksueel contact met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] . Het hof rekent het verdachte dan ook aan dat hij enkel heeft gehandeld vanuit zijn eigen seksuele behoeftes en hierbij misbruik heeft gemaakt van zijn positie en de kwetsbaarheden van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] om dit voor elkaar te krijgen. Verdachte heeft ter terechtzitting wel spijt betuigd, maar is nog steeds van oordeel dat hij niets fout heeft gedaan. Het hof ziet dit anders en is van oordeel dat verdachte wel degelijk strafbaar heeft gehandeld.
Uit de slachtofferverklaring van [slachtoffer 2] in eerste aanleg en de slachtofferverklaring van [slachtoffer 1] in hoger beroep volgt dat beiden dames last hebben van hetgeen is gebeurd. [slachtoffer 1] heeft zich na dit alles zelfs onder behandeling van een psycholoog gesteld.
Ten aanzien van de persoon van verdachte heeft het hof acht geslagen op de inhoud van het hem betreffende uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 18 augustus 2020, waaruit blijkt dat verdachte voorafgaand aan onderhavig feit niet eerder voor zedendelicten is veroordeeld. Voorts heeft het hof kennis genomen van het reclasseringsrapport d.d. 10 september 2019.
Naar het oordeel van het hof kan gelet op de ernst van het bewezenverklaarde niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor enige duur met daarnaast een voorwaardelijk deel. Met oplegging van een voorwaardelijk deel wordt enerzijds de ernst van het bewezen verklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Het hof acht, alle omstandigheden afwegende, in afwijking van hetgeen de advocaat-generaal heeft gevorderd en anders dan de rechter in eerste aanleg heeft opgelegd, een gevangenisstraf voor de duur van 8 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van 2 jaren, passend en geboden.
Aan het voorwaardelijke strafdeel zal het hof een bijzondere voorwaarden verbinden, te weten dat verdachte zich gedurende de proeftijd van twee jaren niet – al dan niet als vrijwilliger – werkzaam zal zijn in de gezondheidszorg en de maatschappelijke zorg.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 57 en 249 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het onder 1 en 2 tenlastegelegde heeft begaan;
verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij;
verklaart het bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar;
veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
8 (acht) maanden;
bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
4 (vier) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn/haar identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd;
stelt als bijzondere voorwaarde dat verdachte zich gedurende de proeftijd van twee jaren niet – al dan niet als vrijwilliger – werkzaam zal zijn in de gezondheidszorg en de maatschappelijke zorg;
geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van voormelde bijzondere voorwaarde en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Aldus gewezen door:
mr. A.C. Bosch, voorzitter,
mr. O.M.J.J. van de Loo en mr. E.G.M. Smit, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.M. Gloudemans en mr. N. Koop, griffiers,
en op 30 oktober 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. O.M.J.J. van de Loo is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.