9.1.De rechtbank heeft in r.o. 2.1. feiten vastgesteld. Tegen deze feitenvaststelling hebben partijen geen grieven gericht. Voorts staan nog enkele andere feiten, als enerzijds gesteld en anderzijds niet of niet voldoende betwist, tussen partijen vast. Het hof zal hierna een overzicht geven van de feiten waarvan in dit geschil wordt uitgegaan.
9.1.1.Partijen zijn op basis van een offerte van 15 september 2014 (productie 1 dagvaarding) overeengekomen dat De Nieuwe Tijd, in de persoon van haar vennoot [de vennoot 1] , voor FS Vastgoed administratieve werkzaamheden verricht tegen een jaarprijs van € 7.200,-- exclusief btw (hierna: de overeenkomst). De werkzaamheden staan in de offerte als volgt omschreven:
- controle op door uw werknemers ingeboekte ontvangen en uitgaande documenten van alle vennootschappen
- opnemen van vaste activa in activastaten en berekeningen van de afschrijvingen binnen alle vennootschappen
- verzorgen van de BTW- en indien nodig suppletieaangiften en aangiften van intracommunautaire prestaties
- verzorgen van de periodieke salarisadministratie (maandelijks) en daarbij behorende loonaangiften
- samenstellen van de (geconsolideerde) jaarrekeningen van alle vennootschappen en bijbehorende publicatiestukken en notulen
- verzorgen van de aangiften vennootschapsbelasting en inkomstenbelasting van alle vennootschappen, respectievelijk u en uw partner en eventueel kinderen
- bespreking van de jaarrekeningen en aangiften
- standaard advisering direct betrekking hebben op de boekhouding, jaarrekening en aangiften
- eenmaal per maand worden voornoemde werkzaamheden op uw kantoor verricht, waarbij tevens en vooral ook ondersteuning wordt verleend aan uw administratief personeel.
Incidentele opdrachten tot advisering en/of onderzoek en/of controles en/of overeenkomsten alsmede loonadministratie worden separaat verrekend.
Als eigenaar van de informatie bent en blijft u verantwoordelijk voor de juistheid en volledigheid van de aan ons ter beschikking gestelde informatie (…)”
9.1.2.[de vennoot 1] is vanaf medio augustus 2015 door gezondheidsproblemen voor FS Vastgoed slecht bereikbaar geweest.
9.1.3.Op 5 november 2015 hebben partijen het volgende vastgelegd en ondertekend:
“
Zoals hedenochtend overeengekomen door FS Vastgoed B.V., FS Vastgoed I B.V., [vestigingsnaam] Onroerend Goed B.V. en het Restantje/Partijhandel de Loods B.V., allen vertegenwoordigd door de heer [betrokkene] en V.o.F. de Nieuwe Tijd / DNT Administraties, vertegenwoordigd door de heer [de vennoot 1] , zal de geleden schade in de ruimste zin des woords, die onverhoopt veroorzaakt is door de ziekte van de heer [de vennoot 1] , conform aansprakelijkheidsstelling dd. 21 september j.l. worden doorbelast aan laatstgenoemde, onder overlegging van de betreffende facturen.
Tevens is overeengekomen dat de destijds tussen partijen gesloten en ondertekende overeenkomst per direct wordt ontbonden.
De facturen die zijn opgemaakt door V.o.f. de Nieuwe Tijd en waarvoor geen werkzaamheden zijn verricht, hoeven niet te worden voldaan door FS Vastgoed BV.
(…)”
9.1.4.FS Vastgoed heeft [Advies Accountancy AA-RA] Advies Accountancy AA-RA (hierna: [Advies Accountancy AA-RA] ) in de persoon van mevrouw [de administrateur] opdracht gegeven om de administratieve werkzaamheden van De Nieuwe Tijd over te nemen.
De procedure in eerste aanleg bij de rechtbank
9.2.1.In de procedure bij de rechtbank heeft FS vastgoed gevorderd De Nieuwe Tijd hoofdelijk te veroordelen tot betaling aan haar van:
- een bedrag van € 8.156,28 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 april 2016;
- een bedrag van € 10.268,75 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 5 januari 2017;
- een bedrag van € 1.028,35 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 22 maart 2017;
- een bedrag van € 782,81 wegens buitengerechtelijke incassokosten vermeerderd met wettelijke rente vanaf 20 mei 2016, met veroordeling van gedaagden in de proceskosten, vermeerderd met nakosten en wettelijke rente.
9.2.2.De gevorderde bedragen in hoofdsom bestaan voor € 645 uit kosten die FS Vastgoed zelf stelt te hebben gemaakt en voor de rest uit facturen van [Advies Accountancy AA-RA] . Volgens FS Vastgoed zijn deze bedragen aan te merken als schade ten gevolge van tekortkomingen van De Nieuwe Tijd in de nakoming van de overeenkomst.
9.2.3.De Nieuwe Tijd heeft gemotiveerd verweer gevoerd.
9.2.4.In het bestreden vonnis heeft de rechtbank samengevat geoordeeld dat FS Vastgoed onvoldoende is ingegaan op het verweer van De Nieuwe Tijd en dat uit de omschrijving van de werkzaamheden op de in het geding gebrachte facturen niet kan worden afgeleid in hoeverre de daarop vermelde werkzaamheden noodzakelijk waren voor herstel van de vermeende tekortkomingen van De Nieuwe Tijd (r.o. 4.3).
De rechtbank heeft de vorderingen van FS Vastgoed afgewezen, FS Vastgoed veroordeeld in de proceskosten van De Nieuwe Tijd en die kosten begroot op € 1.777,00.
9.3.1.FS Vastgoed heeft in hoger beroep aangevoerd dat in het bestreden vonnis ten onrechte is overwogen dat uit de omschrijving van de aan de declaraties van [Advies Accountancy AA-RA] ten grondslag liggende werkzaamheden niet kan worden afgeleid in hoeverre die werkzaamheden noodzakelijk waren voor het herstel van de vermeende tekortkomingen van de Nieuwe Tijd, althans dat de rechtbank hierover een bewijsopdracht had moeten geven aan FS Vastgoed.
9.3.2.FS Vastgoed vordert - zakelijk weergegeven - na eisvermeerdering het bestreden vonnis te vernietigen en opnieuw recht doende:
Voor recht te verklaren dat De Nieuwe Tijd jegens FS Vastgoed toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen, met hoofdelijke veroordeling van De Nieuwe Tijd om aan FS Vastgoed te voldoen:
- € 6.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 5 november 2015 (wegens terugbetaling van hetgeen FS Vastgoed krachtens de overeenkomst tussen partijen aan De Nieuwe Tijd heeft voldaan);
- € 8.156,28 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 18 april 2016;
- € 10.268,75 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 5 januari 2017;
- € 1.028,35 vermeerderd met wettelijke rente vanaf 22 maart 2017;
- € 782,81 wegens buitengerechtelijke incassokosten, te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 20 mei 2016;
althans met hoofdelijke veroordeling van De Nieuwe Tijd tot vergoeding van de door
FS Vastgoed als gevolg van wanprestatie van De Nieuwe Tijd geleden schade, op te maken bij staat en de vereffenen volgens de wet en te vermeerderen met de wettelijke rente,
met hoofdelijke veroordeling van De Nieuwe Tijd om al hetgeen FS Vastgoed ter uitvoering van het bestreden vonnis heeft voldaan terug te betalen vermeerderd met rente,
met hoofdelijke veroordeling van De Nieuwe Tijd in de kosten van beide instanties plus rente en nakosten.
9.3.3.De Nieuwe Tijd heeft gemotiveerd verweer gevoerd en - zo begrijpt het hof - geconcludeerd tot bekrachtiging van het bestreden vonnis, afwijzing van het door FS Vastgoed in hoger beroep gevorderde en veroordeling van FS Vastgoed in de kosten van het hoger beroep plus rente en nakosten.
9.4.1.De Nieuwe Tijd heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eiswijziging van FS Vastgoed. Het hof ziet ook geen aanleiding de eiswijziging ambtshalve buiten beschouwing te laten wegens strijd met de goede procesorde. Bij de beoordeling zal daarom worden uitgegaan van de gewijzigde eis.
9.4.2.In reactie op de gevorderde € 6.000,00 als ongedaanmakingsverbintenis heeft De Nieuwe Tijd gewezen (46 en 47 mva) op de tussen partijen gemaakte afspraken (rov. 9.1.3). Daarbij heeft De Nieuwe Tijd opgemerkt dat de ontbinding “geen terugwerkende kracht heeft” en dat de (partiële) ontbinding ziet op de toekomst en meebrengt “dat de termijnen naar de toekomst niet meer verschuldigd zijn”. Dit lijkt erop te duiden dat partijen volgens De Nieuwe Tijd met de gemaakte afspraken niet zozeer volledige ontbinding (met ongedaanmakingsverbintenissen) hebben beoogd, maar hebben beoogd de overeenkomst per direct met wederzijds goedvinden te beëindigen, althans de overeenkomst partieel - namelijk alleen voor de toekomst - te ontbinden (zonder ongedaanmakingsverbintenissen).
Vervolgens staat in 47 mva echter dat de ongedaanmakingsverbintenissen meebrengen dat De Nieuwe Tijd recht heeft op een waardevergoeding ex artikel 6:272 lid 1 BW voor de verrichte werkzaamheden die niet meer ongedaan zijn te maken. Hiermee lijkt (ook) De Nieuwe Tijd ervan uit te gaan dat partijen de overeenkomst volledig hebben ontbonden met ongedaanmakingsverbintenissen als gevolg.
9.4.3.Voor het hof is onvoldoende duidelijk hoe de op 5 november 2015 gemaakte afspraken volgens De Nieuwe Tijd moeten worden gelezen. Daarom zal het hof De Nieuwe Tijd in de gelegenheid stellen om bij akte haar verweer op dit punt toe te lichten, met name of partijen volgens haar hebben beoogd om (1) een beëindigingsovereenkomst te sluiten, waarbij afspraken zijn gemaakt over te vergoeden schade en niet te betalen facturen (2) de overeenkomst partieel voor de toekomst en zonder ongedaanmakingsverbintenissen te ontbinden, of (3) de overeenkomst volledig te ontbinden met ongedaanmakingsverbintenissen vanaf het sluiten van de overeenkomst.
Vervolgens zal FS Vastgoed in de gelegenheid worden gesteld om daarop bij akte te reageren.
Tenzij partijen het erover eens zijn dat sprake is van een onder (1) of (2) genoemde situatie (hetgeen de advocaten onderling kunnen afstemmen voordat De Nieuwe Tijd haar akte dient te nemen), dienen beide partijen tevens in te gaan op de vraag welke ongedaanmakingsverbintenissen en/of waardevergoedingsverbintenissen voor elk der partijen gelden in de onder (3) genoemde situatie en welke financiële gevolgen die hebben voor hetgeen FS Vastgoed heeft gevorderd als schadevergoeding.