Uitspraak
5.De beschikking van 21 februari 2019
- schorst de tenuitvoerlegging van de bestreden beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant (zittingslocatie Breda) van 22 december 2017, doch uitsluitend ten aanzien van de daarin vastgestelde verdeling van de zorg- en opvoedingstaken;
- verzoekt de raad het thans lopende beschermingsonderzoek ten behoeve van [minderjarige] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2012, uit te breiden met een gezags-en omgangsonderzoek in het licht van onderhavige procedure;
- verzoekt de raad tijdig vóór de hierna te noemen pro forma datum rapport en advies uit te brengen aan het hof, onder gelijktijdige verstrekking van een afschrift daarvan aan de (raadslieden van) partijen;
- stelt vast dat [minderjarige] en de vader voorlopig gerechtigd zijn tot contact met elkaar als volgt:
15 mei 2019.
6.Het verdere verloop van de procedure in hoger beroep
7.De verdere beoordeling
Indien de andere ouder niet met het verzoek instemt, wordt het verzoek ingevolge artikel 1:253c lid 2 BW slechts afgewezen indien:
a. er een onaanvaardbaar risico is dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou komen, of
b. afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
9.De beslissing
- de vader en [minderjarige] zijn gerechtigd tot contact met elkaar bij de vader thuis iedere week op zaterdagmiddag van 14.00 uur tot 17.00 uur, waarna [minderjarige] bij de moeder zal avondeten;
- de moeder zal [minderjarige] tijdig naar de vader brengen en haar weer bij de vader ophalen;
- de overdracht van [minderjarige] zal bij aanvang van het contactmoment door een derde worden begeleid, waarbij het aan de GI is nadere afspraken te maken met de ouders over de invulling daarvan;
- de begeleiding van de overdracht zal plaatsvinden zolang de GI dat noodzakelijk vindt in het belang van [minderjarige] ;
- uitbreiding van bovengenoemde contactregeling is mogelijk indien de situatie daar volgens de GI aanleiding toe geeft;
- het wekelijkse belmoment tussen [minderjarige] en de vader blijft gehandhaafd op donderdagmiddag om 16.15 uur.