Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/01/326322 / HA ZA 17-675)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep
- de memorie van grieven met de producties 5, 6 en 7
- de memorie van antwoord met de producties 1 tot en met 5
- de pleitnota van [appellante] , met de producties 8 tot en met 13
- de pleitnota van [geïntimeerde]
3.De feiten
Shares) and the remaining 50% being held by [naam] .
Schedule 1, (the
Liquidation Balance).
Shareholder Loan).
Expiry Date) and hereby explicitly waives, to the greatest extent
4.De procedure in eerste aanleg
5.De beoordeling in hoger beroep
'this agreement' niet nakomen. Met '
this agreement' moet de leenovereenkomst zijn bedoeld, omdat [de vennootschap 2] geen partij is bij de aandelenovereenkomst. Bovendien mag [geïntimeerde] rekeningen van [appellante] voor onderhoud of herstel aan materiaal van [geïntimeerde] verrekenen met het uitstaande bedrag van de lening. Niet valt in te zien waarom [geïntimeerde] mag verrekenen, als zij geen vordering op [appellante] heeft uit hoofde van de leenovereenkomst.
cash flowuit de te genereren
businessin Nederland. Dat dit de bedoeling was, is tussen partijen niet in geschil. Deze bedoeling blijkt overigens ook uit de opmerkingen die van de zijde van [geïntimeerde] met de hand zijn geschreven op een exemplaar van de liquidatiebalans:
'Darlehen wieder aktiviert für € 75.000 wenn [de vennootschap 2] wieder aktieve eine operative' (memorie van antwoord, productie 1). Het ging er dus om dat [de vennootschap 2] als dochtervennootschap van [appellante] activiteiten in Nederland ging ontplooien en daaruit inkomsten zou genereren, waarmee de lening kon worden terugbetaald. Met deze bedoeling hangt verder samen dat de looptijd van de lening werd verlengd tot 31 december 2016.
'All other provisions of the underlying Loan Agreement shall remain valid and enforceable until the aforementioned Expiry Date of December 31, 2016'. Uit de leenovereenkomst blijkt onmiskenbaar dat [de vennootschap 2] de schuldenaar was die tot terugbetaling en betaling van rente was gehouden.
against closing the complete issue from and for both parties' en daaraan kunnen diverse motieven ten grondslag hebben gelegen, waaronder het voorkomen van een gerechtelijke procedure en kosten. Dat [geïntimeerde] aan het aanbod redelijkerwijs de betekenis heeft toegekend en mogen toekennen dat [appellante] erkende aansprakelijk te zijn voor de verplichtingen van [de vennootschap 2] uit de leenovereenkomst, is niet voldoende toegelicht. Het enkele feit dat [bedrijfsleider] in het kader van de schikkingspogingen het bestaan van de lening niet heeft betwist, zoals [getuige 1] bij de mondelinge behandeling door de rechtbank heeft verklaard, is daarvoor niet voldoende. Het bestaan van de lening stond hoe dan ook niet ter discussie. Maar ook als [bedrijfsleider] bij de schikkingspogingen niet zou hebben betwist dat [appellante] aansprakelijk was voor het terugbetalen van de lening, is onvoldoende naar voren gebracht om aan te nemen dat [geïntimeerde] daaraan redelijkerwijs het vertrouwen heeft mogen ontlenen dat [appellante] de aanspraken van [geïntimeerde] jegens [appellante] erkende. Een dergelijk vertrouwen valt ook moeilijk te rijmen met de omstandigheid dat [appellante] kennelijk niet bereid was het volle bedrag van de lening met rente aan [geïntimeerde] te betalen.
€ 3.414,00(tarief V, 2 punten)
€ 6.322,00