In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om een incident dat is ingeleid door [[X]] Accountants N.V. en [appellant 2] in het kader van een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De appellanten, vertegenwoordigd door mr. A.E.H. van der Voort Maarschalk, vorderen inzage in bepaalde documenten op grond van artikel 843a Rv, die zij nodig achten voor hun verweer tegen de vordering van de geïntimeerden, [[geïntimeerde 1]] en [[y]] B.V. en [[y]] Holding B.V., die worden bijgestaan door mr. W.M.H. Weijmans.
De achtergrond van de zaak betreft een beroepsfout van de accountant, die heeft geleid tot schade voor de geïntimeerden. De rechtbank had in eerste aanleg geoordeeld dat de appellanten aansprakelijk waren voor de schade die de geïntimeerden hadden geleden. In hoger beroep stellen de appellanten dat zij recht hebben op inzage in documenten die relevant zijn voor hun verweer, maar het hof oordeelt dat de appellanten niet voldoende hebben aangetoond dat zij een rechtmatig belang hebben bij de gevraagde stukken. Het hof wijst de incidentele vordering af en houdt de beslissing over de proceskosten aan tot de einduitspraak in de hoofdzaak.
De zaak wordt verwezen naar de rol voor memorie van antwoord aan de zijde van de geïntimeerden, waarbij verdere beslissingen worden aangehouden. Het arrest is gewezen op 13 oktober 2020 en openbaar uitgesproken door de rolraadsheer.