ECLI:NL:GHSHE:2020:3148
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Beschikking
- J.T.F.M. van Krieken
- G.P.M.F. Mols
- A.H.T. de Haas
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen afwijzing verzoek voorlopige hechtenis in drugszaken
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 10 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen de beslissing van de rechtbank, waarbij het verzoek tot opheffing van de voorlopige hechtenis van de verdachte werd afgewezen. De verdachte is beschuldigd van betrokkenheid bij de invoer van cocaïne, opzetheling en deelname aan een criminele organisatie. Tijdens de behandeling van het hoger beroep heeft de raadsman van de verdachte betoogd dat de behandeling te lang heeft geduurd en dat dit op zichzelf al grond zou moeten zijn om het beroep gegrond te verklaren. Het hof heeft echter overwogen dat de vertraging in de behandeling niet zodanig was dat het beroep toegewezen moest worden. Het hof heeft vastgesteld dat er voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan, en dat er een reëel gevaar voor herhaling is, gezien de aard van de beschuldigingen en de betrokkenheid bij een criminele organisatie. Het hof heeft ook de argumenten van de raadsman met betrekking tot een kennelijke verschrijving in de vordering inbewaringstelling verworpen. De verdachte heeft verzocht om schorsing van de voorlopige hechtenis, maar het hof heeft dit verzoek afgewezen, onder verwijzing naar het belang van de samenleving en het risico op collusie. Het hof heeft de beslissing van de rechtbank bevestigd en het hoger beroep afgewezen.