ECLI:NL:GHSHE:2020:3082

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
6 oktober 2020
Publicatiedatum
6 oktober 2020
Zaaknummer
200.243.001_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toelaten eiswijziging na memorie van grieven in een civiele zaak over onrechtmatige hinder door schaduwwerking van bomen

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, gaat het om een hoger beroep dat is ingesteld door appellanten tegen geïntimeerden. De zaak betreft een geschil over onrechtmatige hinder door schaduwwerking van bomen. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen op 16 oktober 2018 en 12 mei 2020, waarin het hof oordeelde dat deskundigenonderzoek noodzakelijk was om de mate van beperking van zonlicht in de tuin en woning van appellanten vast te stellen. In het arrest van 6 oktober 2020 heeft het hof de procedure voortgezet en de deskundige benoemd, Ir. Y. Kraak, die onderzoek zal doen naar de schaduw en lichtinval veroorzaakt door de bomen van geïntimeerden. Het hof heeft partijen gevraagd om informatie te verstrekken over de blad- en bloesemgroei van de bomen en heeft hen de gelegenheid gegeven om hun suggesties voor de deskundige te doen. Het hof heeft ook de kosten van het deskundigenonderzoek vastgesteld en bepaald dat deze ten laste komen van appellanten. De zaak is verwezen naar de rol van 2 februari 2021 in afwachting van het deskundigenrapport.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.243.001/01
arrest van 6 oktober 2020
in de zaak van

1.[appellant] ,wonende te [woonplaats] ,

2.
[appellante] ,wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
advocaat: mr. N.P.H. Vissers te Leusden,
tegen

1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats]

2.
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerden,
advocaat: mr. W.J.F. Geertsen te Maastricht,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 16 oktober 2018 en 12 mei 2020.

8.Het verloop van de procedure

Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenarrest van 12 mei 2020;
  • de akte na tussenarrest van [appellanten] ;
  • de akte uitlating na tussenarrest van [geïntimeerden]
Het hof heeft daarna een datum voor arrest bepaald.

9.De verdere beoordeling

9.1.1.
Bij het tweede tussenarrest heeft het hof geoordeeld dat deskundigenonderzoek noodzakelijk was over de mate waarin de inval van zonlicht wordt beperkt in de tuin en in de woning van [appellanten] . In verband met de aan de deskundige te stellen vragen heeft het hof partijen verzocht het hof bij akte te informeren over de blad- en bloesemgroei en (blad)val van de bomen (als overwogen in rov. 6.5.4.).
9.1.2.
Vervolgens heeft het hof aangegeven welke vragen het in beginsel voornemens is aan die deskundige te stellen. Partijen mogen zich hierover, en over de te benoemen deskundige, uitlaten bij akte.
9.2.
Voor het overige heeft het hof in het tussenarrest van 12 mei 2020 eindbeslissingen gegeven over de overhangende takken, bladafval, mosgroei, wortelopdruk en doorschietende wortels. Het hof blijft bij deze beslissingen.
9.3.1.
Beide partijen hebben in hun aktes na tussenarrest aangegeven de deskundige te willen bevragen over de schaduw in iets andere periodes dan het hof voorstelde. Gezien hun onderbouwing daarvan én de eenstemmigheid zal het hof de suggesties van partijen volgen.
9.3.2.
Het hof is, zoals reeds overwogen, van oordeel dat de vraag is in hoeverre [appellanten] . hinder ondervindt doordat de bomen van [geïntimeerden] de inval van zonlicht beperken. Bij het beoordelen daarvan komt ook gewicht toe aan de mate van beperking van zonlicht door andere oorzaken dan genoemde bomen, c.q. hinder veroorzakende situaties die reeds bestonden toen [appellanten] . zich vestigden, én door [appellant] zelf genomen maatregelen die die inval eveneens beperken. Het hof handhaaft daarom de voorgestelde vragen A3, A4 en A5.
Door [appellanten] . is een extra vraag gesuggereerd. Het hof zal die niet overnemen, nu beantwoording van deze vraag niets zal toevoegen aan de oplossing van het geschil tussen partijen.
Door [geïntimeerden] zijn nog twee vragen gesuggereerd, waarvan de eerste al door het hof (in andere bewoordingen) is voorgesteld. De tweede door [geïntimeerden] voorgestelde vraag komt het hof zinvol voor en zal worden overgenomen.
9.3.3.
Tenslotte hebben [geïntimeerden] een vraag voorgesteld over de levensvatbaarheid van esdoornbomen en kersenbomen, indien deze tot 4 meter hoog zouden moeten worden gesnoeid. De beantwoording hiervan - hoe zinvol de vraag ook is - ligt buiten de deskundigheid van de door het hof voor te stellen deskundige, die zich bezighoudt met bezonning. Deze kwestie (mogelijk gaan [geïntimeerden] schade lijden als de uitkomst van het geschil zou zijn dat de bomen gesnoeid zouden moeten worden) ligt buiten het geschil dat thans aan het hof is voorgelegd, dat slechts gaat over de (hinder door beperkte) lichtinval in de tuin van [appellanten] .
9.3.4.
Het hof zal, in aanmerking genomen de door partijen gedane suggesties, bepalen dat de deskundige gemotiveerd en zo nauwkeurig mogelijk antwoord dient te geven op de hierna genoemde vragen. Daarbij heeft het hof, in afwijking van zijn eerdere voorstellen, de peildatum gesteld op de 21ste van de maand, nu dit gangbaarder is bij dergelijke onderzoeken dan de eerder voorgestelde 15e van de maand. Om dezelfde reden zal de deskundige worden gevraagd om de afname van direct zonlicht te berekenen (en niet de toename van schaduw).
A) kunt u aangeven wanneer er in de tijdsperiode van 10.00 tot 20.00 uur (per twee uur) gedurende de maanden april tot en met oktober (telkens op de 21ste dag van de maand) in de tuin van [appellanten] . sprake is van afname van direct zonlicht:
(1a) veroorzaakt door de kersenboom uitgaande van de huidige hoogte
(1b) veroorzaakt door de kersenboom indien die tot een hoogte van 4 meter zou worden teruggesnoeid;
(2a) veroorzaakt door de rode esdoorn uitgaande van de huidige hoogte
(2b) veroorzaakt door de rode esdoorn indien die tot een hoogte van 4 meter zou worden teruggesnoeid;
(3) veroorzaakt door de schutting ter linkerzijde van de tuin (vanaf het huis gezien);
(4) veroorzaakt door de muur aan de rechterzijde van de woning (vanaf het huis gezien);
(5) veroorzaakt door de houten aanbouw aan de linkerzijde van de woning (vanaf het huis gezien)?
B) kunt u aangeven wanneer er in de tijdsperiode van 10.00 tot 20.00 uur (per twee uur) gedurende de maanden november tot en met maart (telkens op de 21ste dag van de maand) in de woning van [appellanten] . sprake is van afname van direct zonlicht:
(1a) veroorzaakt door de kersenboom uitgaande van de huidige hoogte;
(1b) veroorzaakt door de kersenboom indien die tot een hoogte van 4 meter zou worden teruggesnoeid;
(2a) veroorzaakt door de rode esdoorn uitgaande van de huidige hoogte;
(2b) veroorzaakt door de rode esdoorn indien die tot een hoogte van 4 meter zou worden teruggesnoeid?
C) (1a) In welke verhouding beperken de rode esdoorn en de kersenboom de lichtinval in de woning van [appellanten] . in vergelijking met de beperking van de lichtinval veroorzaakt door de onder A3 genoemde schutting, de onder A4 genoemde muur en de onder A5 genoemde houten aanbouw ten opzichte van de totale lichtinval in de woning, gemeten over de gehele onder A genoemde periode?
(1b) In welke verhouding beperken de rode esdoorn en de kersenboom de lichtinval in de tuin van [appellanten] . in vergelijking met de beperking van de lichtinval veroorzaakt door de onder A3 genoemde schutting, de onder A4 genoemde muur en de onder A5 genoemde houten aanbouw ten opzichte van de totale lichtinval in de tuin van [appellanten] ., gemeten over de gehele onder A genoemde periode?
D) Heeft u voor het overige nog opmerkingen waarvan u het zinvol acht dat het hof daarvan kennis neemt?
9.4.1.
Partijen hebben geen eensluidende voordracht gedaan. Wel zijn zij het erover eens dat slechts één deskundige benoemd moet worden. Het hof zal als deskundige benoemen:
Ir. Y. Kraak
[ingenieurs/architecten]
[adres]
[postcode ] [kantoorplaats]
[telefoonnummer]
E-mail: [e-mailadres]
9.4.2.
De deskundige heeft als uit te voeren werkzaamheden opgegeven een eenmalig locatiebezoek (inhoudend doornemen situatie, opmeting relevante maten beide partijen) en het onderzoek zelf (inhoudend een 3D meetopstelling en analyse, vergelijkende 3D schaduwbeelden op relevante peildata, berekeningen en beantwoording vragen).
Het voorschot van de deskundige, dat door deze is begroot op € 2.159,85, komt ten laste van [appellanten] .
9.4.3.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

10.De uitspraak

Het hof:
10.1.
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de in rechtsoverweging 9.3.4. van dit arrest geformuleerde vragen;
10.2.
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
Ir. Y. Kraak
[ingenieurs/architecten]
[adres]
[postcode ] [kantoorplaats]
[telefoonnummer]
E-mail: [e-mailadres] ;
10.3.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
10.4.
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van het concept-rapport– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het rapport van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het rapport tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
bepaalt dat partijen binnen vier weken dienen te reageren op het concept-rapport van de deskundige nadat dit aan partijen is toegezonden en dat partijen bij de deskundige geen gelegenheid hebben op elkaars opmerkingen en verzoeken naar aanleiding van het concept-rapport te reageren;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed rapport, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het rapport aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijke, ondertekende rapport ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
10.5.
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van in totaal € 2.159,85, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat partij [appellanten] . laatstgenoemd bedrag zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
10.6.
benoemt mr. H.A.G. Fikkers tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
10.7.
verwijst de zaak naar de rol van 2 februari 2021 in afwachting van het deskundigenrapport;
Verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenrapport naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenrapport aan de zijde van [appellanten] .;
10.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. H.A.G. Fikkers, W.J.J. Beurskens en L.S. Frakes en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 6 oktober 2020.
griffier rolraadsheer