ECLI:NL:GHSHE:2020:3047

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
16 september 2020
Publicatiedatum
1 oktober 2020
Zaaknummer
20-003479-18
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gevangenisstraf voor diefstal en gebruik van vals geschrift met niet-ontvankelijkheid in hoger beroep

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 16 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte, geboren in Polen, was aangeklaagd voor meerdere feiten, waaronder diefstal en het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift. De politierechter had de verdachte eerder veroordeeld, maar de verdachte ging in hoger beroep tegen dit vonnis. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal van parfum uit de Bijenkorf en een slot uit de Hornbach, evenals het gebruik van valse identiteitsdocumenten. Het hof verklaarde de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep voor een deel van de tenlastelegging, omdat er geen hoger beroep openstond tegen de vrijspraak van de rechtbank. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf maanden, met aftrek van voorarrest. Het hof overwoog dat de ernst van de feiten, de impact op de maatschappij en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in aanmerking moesten worden genomen bij de strafoplegging. De verdachte had geen eerdere veroordelingen voor soortgelijke delicten, maar het hof vond de gepleegde feiten ernstig genoeg om een onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen.

Uitspraak

Parketnummer : 20-003479-18
Uitspraak : 16 september 2020
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, locatie ’s-Hertogenbosch, van 1 november 2018 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 01-194128-18 en 01-105156-18, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedag] 1976,
wonende te [adres verdachte] .
Hoger beroep
De politierechter heeft de verdachte bij vonnis waarvan beroep ter zake van
  • diefstal, meermaals gepleegd;
  • ‘opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst’, meermaals gepleegd,
veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van het voorarrest.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep zal vernietigen, en opnieuw rechtdoende
  • de diefstal in de Hornbach (het onder 1 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-194128-18) bewezen zal verklaren;
  • verdachte niet-ontvankelijk zal verklaren, voor zover het hoger beroep gericht is tegen het onder 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-194128-18;
  • verdachte van het opzettelijk gebruik maken van een vals rijbewijs (het onder 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-194128-18) zal vrijspreken;
  • de diefstal in de Bijenkorf en het opzettelijk gebruik maken van een vals rijbewijs en identiteitsbewijs (het onder 1 en 2 primair ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-105156-18) bewezen zal verklaren;
  • verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden, waarvan 2 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren, met aftrek van het voorarrest.
De verdediging heeft zich ten aanzien van de diefstal bij de Hornbach (het onder 1 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-194128-18) geschaard achter de bewezenverklaring van de politierechter. Voor de diefstal in de Bijenkorf (het onder 1 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-105156-18) en het opzettelijk gebruik maken van een vals rijbewijs (het onder 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-194128-18) heeft de verdediging vrijspraak bepleit. Subsidiair, indien het hof komt tot een bewezenverklaring, heeft de verdediging een strafmaatverweer gevoerd.
Ontvankelijkheid van het hoger beroep
Het hoger beroep van de verdachte is onbeperkt ingesteld en richt zich aldus mede tegen de vrijspraak door de rechtbank van hetgeen onder 2 is ten laste gelegd in de zaak met parketnummer 01-194128-18.
Gelet op het bepaalde in artikel 404, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering staat voor een verdachte geen hoger beroep open tegen een vrijspraak. Het hof zal de verdachte daarom niet-ontvankelijk verklaren in zijn hoger beroep voor zover dit hiertegen is gericht.
Al hetgeen hierna wordt overwogen en beslist heeft uitsluitend betrekking op dat gedeelte van het bestreden vonnis dat aan het oordeel van het hof is onderworpen.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, met uitzondering van de bewijsvoering, straf en strafmotivering.
Bewijsmiddelen
Ten aanzien van de onder parketnummer 01-194128-18 onder 1 en 3 tenlastegelegde feiten [1]
Ten aanzien van feit 1
Nu verdachte het onder 1 bewezen verklaarde heeft bekend en er ter zake geen vrijspraak is bepleit, zal het hof overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 1 oktober 2018, dossierpagina's 5-10, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 1] namens de Hornbach;
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 1 oktober 2018, dossierpagina's 15-16, voor zover inhoudende als relaas van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] ;
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 1 november 2018.
Ten aanzien van feit 3
4.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 2 oktober 2018, dossierpagina's 33-46, voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 3] :
(Dossierpagina 33)
Onderzocht document:
Hoedanigheid: fysiek document;
Document: rijbewijs;
Land: Polen;
(Dossierpagina 34)
Nummer: [rijbewijsnummer] ;
Afgegeven te: [land van afgifte] ;
Reisdocument: nee;
Ten name van:
Naam: [naam op rijbewijs] ;
Voornamen: [voornaam op rijbewijs] ;
Geboorteplaats: [geboorteplaats op rijbewijs] ;
Geboortedatum: [geboortedatum op rijbewijs] ;
Geslacht: mannelijk;
Nationaliteit: Poolse.
Vastgestelde afwijkende kenmerken t.o.v. een origineel document:
- De basisbedrukking van het rijbewijs is niet gedrukt, maar geprint;
- De fluorescentie van het rijbewijs bij ultravioletlicht wijkt af.
Conclusie:
Het onderzochte rijbewijs is een nabootsing van een origineel exemplaar. Het rijbewijs is vals.
5.
De verklaring van de verdachte, afgelegd ter terechtzitting d.d. 1 november 2018:
Ik beken dat ik in het bezit was van valse identiteitsbewijzen. Ik had dit identiteitsbewijs bij mij omdat ik mij onvindbaar wilde maken voor de Poolse autoriteiten.
Ten aanzien van de onder parketnummer 01-105156-18 onder 1 en 2 tenlastegelegde feiten [2]
1.
Het proces-verbaal van aangifte d.d. 29 mei 2018, dossierpagina's 5-9, voor zover inhoudende als verklaring van [betrokkene 2] namens Magazijn de Bijenkorf B.V.:
(Dossierpagina 5)
Aangever zag via het gesloten camerasysteem in de Bijenkorf dat verdachte een flesje parfum wegnam uit de winkel. Aangever zag dat verdachte het alarmstickertje op de parfum verwijderde en het flesje parfum in zijn zak stopte. Door aangever werd dit door gegeven aan [getuige 1] . Hij hield verdachte om 14.20 uur aan ter zake diefstal toen verdachte de uitgang aan de [zijde] wilde nemen.
(Dossierpagina 6)
Dit alles is waargenomen met het gesloten camerasysteem.
2.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 29 mei 2018, dossierpagina's 10-11, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
(Dossierpagina 10)
Getuige werd op aangeven van aangever [betrokkene 2] naar een verdachte gestuurd in de winkel. Getuige zag dat verdachte een alarm sticker aan het verwijderen was van een flesje parfum. Hierna hoorde hij op aangeven van aangever dat de man het flesje in zijn zak stopte en hiermee naar de uitgang liep. Hier werd hij om 14.20 uur
aangehouden door [getuige 1] .
3.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 mei 2018, dossierpagina's 12-13, voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 4] :
(Dossierpagina 12)
Op 29 mei 2018 stelde ik een onderzoek in met betrekking tot het identiteitsbewijs van [verdachte] . [verdachte] legitimeerde zich bij zijn aanhouding met een identiteitskaart en rijbewijs.
Gegevens identiteitbewijs:
[naam op identiteitsbewijs] ;
[geboortedatum op identiteitsbewijs 1] .
Bij controle identiteit aan de ID zuil gevestigd bij de Mathildelaan 4 Eindhoven kwam naar voren dat dit document gestolen gesignaleerd stond. Op biometrie kwam de verdachte er als volgt uit:
[verdachte]
[geboortedag] 1976.
De reeds aangehouden verdachte heeft zich met de hierboven genoemde identiteit
gelegitimeerd bij zijn aanhouding op 05 juli 2017.
4.
Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 mei 2018, dossierpagina's 39-42, voor zover inhoudende als relaas van opperwachtmeester der Koninklijke Marechaussee [verbalisant 5] :
(Dossierpagina 39)
Hoedanigheid: fysiek document;
Document: nationale identiteitskaart;
Land: Polen;
Nummer: [identiteitsnummer] ;
Afgegeven te: [plaats van afgifte] ;
Geldig tot: 14-06-2022;
Reisdocument: ja.
Ten name van:
Naam: [naam op identiteitsbewijs] ;
Voornamen: [naam op identiteitsbewijs] ;
Geboorteplaats: [geboorteplaats op identiteitsbewijs] ;
Geboortedatum: [geboortedatum op identiteitsbewijs 2] ;
Geslacht: mannelijk;
Nationaliteit: Poolse.
Vastgestelde afwijkende kenmerken t.o.v. een origineel document:
- de voorzijde van het document is geprint in plaats van uitgevoerd in een druktechniek;
- de UV beveiliging wijkt af na aanstraling met een ultraviolette lichtbron;
- zichtbaar was dat over de voorzijde van het document een sticker was aangebracht, gelijkende op de uiterlijke kenmerken van een identiteitskaart van dit model;
- bij bevraging in het geautomatiseerde Nationaal Schengen Informatie Systeem II, bleek dat door de autoriteiten van Polen melding was gemaakt van de diefstal of anderszins vermissing van een identiteitskaart, voorzien van het nummer [identiteitsnummer] onder het Schengen ID-nummer [ID-nummer] .
Conclusie:
De onderzochte identiteitskaart van Polen is vervalst.
Onderzocht document:
(Dossierpagina 40)
Hoedanigheid: fysiek document;
Document: nationaal rijbewijs;
Land: Polen;
Nummer: [rijbewijsnummer 2] ;
Afgegeven te: [plaats van afgifte 2] ;
Reisdocument: nee.
Ten name van:
Naam: [naam op rijbewijs 2] ;
Voornamen: [voornaam op rijbewijs 2] ;
Geboorteplaats: [geboorteplaats op rijbewijs 2] ;
Geboortedatum: [geboortedatum op rijbewijs 2] ;
Geslacht: mannelijk;
Nationaliteit: Poolse.
Vastgestelde afwijkende kenmerken t.o.v. een origineel document:
- het gehele document is geprint in plaats van uitgevoerd in verschillende druktechnieken;
- de UV beveiliging wijkt af na aanstraling met een ultraviolette lichtbron;
- op de achterzijde ontbreekt optisch variabele inkt.
Conclusie:
Het onderzochte rijbewijs van Polen is een nabootsing van een origineel exemplaar. Het rijbewijs is vals.
Bewijsoverwegingen
I
Door de raadsman is bepleit dat de verdachte van het hem onder 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-194128-18 dient te worden vrijgesproken. Daartoe heeft hij aangevoerd dat artikel 231 Sr als logische specialis van artikel 225 lid 2 Sr moet worden gekwalificeerd. Volgens de raadsman sluit artikel 55 lid 2 Sr de werking van artikel 225 Sr uit.
Het hof overweegt als volgt.
Zoals door de verdediging is betoogd, moet artikel 231 Sr sinds de laatste wijzing (op 1 mei 2014) worden beschouwd als een logische specialis van artikel 225 lid 2 Sr. De wetgever heeft daarmee uitdrukkelijk bedoeld te bepalen dat ook andere identiteitsbewijzen dan reisdocumenten onder de werking van artikel 231 Sr zouden worden gebracht.
Een identiteitsbewijs is, gelet op het bepaalde in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, een document waarmee in bij de wet aangewezen gevallen de identiteit van een persoon kan worden vastgesteld. Daaronder wordt, gelet op het vierde lid van voornoemd artikel, naast Nederlandse rijbewijzen, ook begrepen een rijbewijs dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Gemeenschappen of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, waarvan de houder in Nederland woonachtig is.
In de onderhavige zaak is de verdachte niet woonachtig in Nederland. Hij heeft hier geen vaste woon- of verblijfplaats. In het onder 3 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-194128-18 gaat het om een Pools rijbewijs. In het onder 2 ten laste gelegde in de zaak met parketnummer 01-105156-18 gaat het om een Pools rijbewijs en een Pools identiteitsbewijs. Gelet hierop is het hof van oordeel dat in dit geval de bijzondere bepaling van artikel 231 Sr niet van toepassing is en derhalve de werking van de algemene bepaling van artikel 225 Sr niet uitsluit, zodat de verdachte wordt veroordeeld voor artikel 225 Sr. Het hof verwerpt derhalve het verweer van de verdediging.
II
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hierboven weergegeven bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Ten aanzien van de strafoplegging is zijdens verdachte bepleit geen gevangenisstraf op te leggen. Daartoe is aangevoerd dat de verdachte net een baan heeft gevonden en bij veroordeling tot een gevangenisstraf deze zal kwijtraken.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komende in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
Ten aanzien van de ernst van het bewezen verklaarde heeft het hof in aanmerking genomen dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal van parfum uit het warenhuis de Bijenkorf in Eindhoven en diefstal van een (opleg)slot uit de Hornbach te Best. Door aldus te handelen heeft de verdachte er blijk van gegeven geen respect te hebben voor het eigendomsrecht van een ander. Dergelijk handelen levert voor winkeliers veel overlast en ergernis op en hindert hen in de bedrijfsvoering. Ook de maatschappij ondervindt schade van winkeldiefstallen, doordat de kosten die gemoeid zijn met het nemen van veiligheidsmaatregelen tegen diefstallen, uiteindelijk door consumenten worden betaald.
Daarnaast heeft de verdachte valse rijbewijzen en een vals identiteitsbewijs voorhanden gehad. Het gebruik van valse identiteitsdocumenten verhindert een effectieve identiteitscontrole en tast het vertrouwen aan, dat in van overheidswege verstrekte identiteitsbewijzen moet kunnen worden gesteld. Voorts heeft het hof acht geslagen op de omstandigheid dat valse of vervalste geschriften doorgaans een onmisbare schakel vormen in criminele ketens.
Het hof heeft acht geslagen op een uittreksel uit de Justitiële Documentatie d.d. 3 juli 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder onherroepelijk is veroordeeld ter zake van gelijksoortige delicten.
Voorts heeft het hof de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte in aanmerking genomen, voor zover die ter terechtzitting in hoger beroep naar voren zijn gebracht. Hierbij is het hof gebleken dat de verdachte inmiddels in de logistieke sector werkt en dat zijn vrouw en zoon nog in Polen wonen.
Gelet op de ernst van het feit ziet het hof geen ruimte om, zoals is bepleit door de raadsman of gevorderd door de advocaat-generaal, te volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming met zich brengt.
Alles overziende acht het hof oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 5 maanden, met aftrek van het voorarrest, passend en geboden
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 57, 225 en 310 van het Wetboek van Strafrecht. Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij ten tijde van het bewezen verklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van deze uitspraak rechtens gelden.

BESLISSING

Het hof:
Verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het hoger beroep, voor zover gericht tegen de beslissing ter zake van het in de zaak met parketnummer 01-194128-18 onder 2 tenlastegelegde.
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien de straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
5 (vijf) maanden.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige.
Aldus gewezen door:
mr. W.E.C.A. Valkenburg, voorzitter,
mr. S. Riemens en mr. H. von Hebel, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. C.E.C.N. Schlüter, griffier,
en op 16 september 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. S. Riemens en mr. H. von Hebel zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, verwezen naar het eindproces-verbaal van de politie, Eenheid Oost-Brabant, district Eindhoven, registratienummer PL2100-2018198760, opgemaakt door [verbalisant 6] , ondertekend en gesloten op 3 september 2018, doorgenummerde dossierpagina’s 1-47, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal en daarin gerelateerde bijlagen, alsmede geschriften. Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven. Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
2.Hierna wordt, tenzij anders vermeld, verwezen naar het eindproces-verbaal van de politie, Eenheid Oost-Brabant, district Eindhoven, registratienummer PL2100-2018103860, opgemaakt door [verbalisant 2], ondertekend en gesloten op 4 juni 2018, doorgenummerde dossierpagina’s 1-49, bevattende een verzameling op ambtseed dan wel ambtsbelofte opgemaakte processen-verbaal en daarin gerelateerde bijlagen, alsmede geschriften. Alle tot het bewijs gebezigde processen-verbaal zijn in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde verbalisanten en alle verklaringen zijn, voor zover nodig, zakelijk weergegeven. Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezen verklaarde feit, of die bewezen verklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.