Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
Ook concludeert de moeder dat de rechtbank ten onrechte aanneemt dat de aanvaardbare termijn thans is verstreken. [minderjarige] ervaart geen onduidelijkheid over haar opgroeiperspectief en het is ook niet aannemelijk dat [minderjarige] hiervan schade oploopt of dat dit in de toekomst het geval zal zijn. Nu de moeder duurzaam berust in de plaatsing van [minderjarige] bij de pleegouders, is er ten onrechte door de rechtbank geen gebruik gemaakt van de discretionaire bevoegdheid om het gezag van de moeder over [minderjarige] in stand te laten. [minderjarige] kan ook in het vrijwillig kader bij de pleegouders worden geplaatst.
hoort. De raad verwacht daardoor dat als [minderjarige] ouder wordt en mogelijk gaat aangeven bij haar moeder te willen wonen, de moeder op dat appel van [minderjarige] geen eenduidig antwoord kan geven. Dit risico is volgens het hof, zoals ook de raad aangeeft, schadelijk voor de ontwikkeling van [minderjarige] . Daarbij neemt het hof tevens in aanmerking dat [minderjarige] te kampen heeft met veel spanning in haar lijf als gevolg van de trauma’s die zij opgelopen heeft in haar leven. Hiervoor is traumaverwerking nodig. Het is daarom voor de positieve ontwikkeling van [minderjarige] belangrijk dat zij ook in de toekomst geen onzekerheid ervaart over de vraag of zij kan opgroeien in de huidige opvoedingsomgeving. Voorts staat vast dat het opvoedperspectief van [minderjarige] (al geruime tijd) in het pleeggezin ligt. Alles overziende betekent dit dat de aanvaardbare termijn voor [minderjarige] is verstreken. De moeder is niet in staat geweest binnen een voor [minderjarige] aanvaardbare termijn de verantwoordelijkheid voor haar verzorging en opvoeding te dragen. De moeder erkent bovendien zelf dat haar persoonlijke ontwikkeling te lang heeft geduurd voor [minderjarige] . Nu niet meer naar een thuisplaatsing van [minderjarige] wordt toegewerkt, zijn een ondertoezichtstelling en een machtiging tot uithuisplaatsing niet langer de geëigende maatregelen.