ECLI:NL:GHSHE:2020:3020
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep inzake de opheffing van bewind ten behoeve van appellant met financiële problemen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van [appellant] tegen de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 3 juli 2019, waarin het verzoek tot opheffing van het bewind werd afgewezen. Het bewind was ingesteld op 21 april 2017 vanwege de ernstige financiële problemen van [appellant], die destijds een schuldenlast had van meer dan € 73.000,- en dreigde met brandstichting en suïcide. De bewindvoerder en de hulpverlening van de gemeente en GGZ hebben aangegeven dat [appellant] nog steeds niet in staat is om zijn financiën zelfstandig te beheren, ondanks verbeteringen in zijn situatie. Het hof heeft de stukken van de eerste aanleg en de argumenten van beide partijen bestudeerd. [appellant] stelt dat hij zijn financiën zelf kan regelen, maar het hof oordeelt dat de noodzaak voor het bewind nog steeds bestaat. De gemeente en GGZ hebben bevestigd dat [appellant] niet het inzicht heeft om zelfstandig zijn financiën te beheren en dat er een risico bestaat op nieuwe financiële problemen als het bewind wordt opgeheven. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank en compenseert de proceskosten in beide instanties.