ECLI:NL:GHSHE:2020:2981

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
24 september 2020
Publicatiedatum
29 september 2020
Zaaknummer
AVNR 000687-20
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen beschikking gevangenhouding verdachte betrokken bij drugslaboratorium

Op 24 september 2020 heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch uitspraak gedaan in een hoger beroep tegen de beschikking van de rechtbank, waarbij de gevangenhouding van de verdachte werd bevolen. De verdachte, die in detentie verblijft, is beschuldigd van betrokkenheid bij een laboratorium voor de productie van synthetische drugs. Dit laboratorium was aangetroffen op het terrein dat aan de verdachte toebehoorde, waar zes zeecontainers waren geplaatst. De containers waren aan het zicht onttrokken door aarde, en de verdachte heeft verklaard niet te weten wie de containers heeft geplaatst of welke vergoeding voor het gebruik was afgesproken.

Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte onvoldoende toezicht heeft gehouden op het gebruik van zijn terrein en de containers, en dat hij niet op de hoogte was van de identiteit van de gebruikers. Dit gebrek aan toezicht en kennis wordt als een ernstig risico gezien, vooral omdat er eerder al een laboratorium op zijn terrein was aangetroffen. Het hof heeft ook het gevaar voor herhaling en collusie in overweging genomen, en heeft geconcludeerd dat de voorlopige hechtenis niet geschorst kan worden. Het hof wijst het hoger beroep af en bevestigt de beschikking van de rechtbank, evenals het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH

Afdeling strafrecht
Raadkamerappelnummer: AVNR. 000687-20
Parketnummer 1e aanleg: [nummer]
Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch heeft gezien de akte van de griffier van de [rechtbank] van [datum], waarbij namens:

[verdachte]

[geboortedatum en plaats]
[adres]
thans verblijvende [detentieplaats]
hoger beroep is ingesteld tegen de beschikking van de [rechtbank] van [datum], bij welke beschikking de gevangenhouding van [verdachte] werd bevolen.
Het hof heeft gezien de beschikking waarvan beroep.
Het hof heeft gehoord de advocaat-generaal en verdachte, bijgestaan door zijn raadsvrouw mr. C.E. Hok-A-Hin.
Het hof heeft kennis genomen van het dossier.
Uit het dossier blijkt dat verdachte wordt verweten kort gezegd betrokkenheid bij een laboratorium voor de productie van synthetische drugs.
Op het terrein dat aan verdachte toebehoorde en waar verdachte woonachtig was, is een in werking zijnd laboratorium voor de productie van synthetische drugs aangetroffen. Het laboratorium was gevestigd in een zestal zeecontainers. Deze containers waren aan de voorkant en aan de bovenkant aan het oog onttrokken doordat er aarde tegen respectievelijk op was aangebracht.
Verdachte heeft zelf de containers geplaatst en aan de voorkant afgedekt met grond. Verdachte heeft ook een aantal van deze containers zelf opgehaald en op zijn terrein geplaatst. Verdachte verklaart niet te weten wie hem heeft verzocht de containers op te halen en te plaatsen. Verdachte heeft voorts verklaard dat personen hem hebben meegedeeld dat zij er een werkplaats in wilden vestigen voor eventueel onderhoud aan machines. Wie deze personen zijn weet verdachte naar eigen zeggen niet. Evenmin kan verdachte aangeven welke vergoeding er was afgesproken voor het gebruik van de containers en de grond waarop deze geplaatst waren.
Volgens een aanvullend proces-verbaal van bevindingen werd het laboratorium naar alle waarschijnlijkheid voorzien van stroom vanuit de woning van verdachte. In de meterkast zijn zekeringen verwijderd.
Vanuit de woning is er zicht op het terrein waar ook de containers stonden.
Het is een feit van algemene bekendheid dat het regelmatig voorkomt dat personen zich wenden tot eigenaren van grond en of schuren en loodsen met het verzoek daar gebruik van te mogen maken. Het is evenzeer een feit van algemene bekendheid dat in leegstaande schuren en of loodsen vaak laboratoria voor de productie van drugs worden geïnstalleerd. Als uitgangspunt geldt dat de eigenaar van deze schuren en loodsen bewust het risico neemt dat in zijn ruimten een dergelijk laboratorium wordt gevestigd wanneer niet bekend is wie de gebruikers zijn en de eigenaar geen of gebrekkig toezicht houdt op het gebruik van die ruimten. Minst genomen mag van de eigenaar worden verwacht dat hij zich op de hoogte stelt van de identiteit van de huurder en of gebruiker, dat de huurpenningen via de bank worden overgemaakt en dat hij zich regelmatig op de hoogte stelt van het daadwerkelijk gebruik van de aan hem toebehorende, althans zich op zijn terrein bevindende ruimten.
Het hof is van oordeel dat in de onderhavige zaak gelet op het vorenstaande sprake is van voldoende ernstige bewaren jegens verdachte nu deze heeft nagelaten zich op de hoogte te stellen van de identiteit van de gebruikers van de loods, en evenmin heeft toegezien op het legaal gebruik van de ter beschikking gestelde containers.
Het hof stemt ook in met het gevaar voor herhaling.
Op het terrein van verdachte is eerder een laboratorium voor de productie van drugs aangetroffen en weliswaar is verdachte voor betrokkenheid bij dat laboratorium vrijgesproken maar desalniettemin heeft verdachte zich thans wederom gedragen op een manier die het mogelijk heeft gemaakt dat op zijn terrein een laboratorium voor de productie van drugs is aangetroffen. Een dergelijke mentaliteit doet ernstig vrezen voor herhaling.
Het hof stemt ook in met het collusiegevaar. Er dient nog nader onderzoek plaats te vinden en dat onderzoek kan, maar mag door verdachte niet worden belemmerd.
Het hof wijst af het beroep.
Namens verdachte is verzocht de voorlopige hechtenis te schorsen.
Het hof zal daar niet toe overgaan, alleen al niet omdat schorsing zich niet verdraagt met het collusiegevaar en het hof thans en vooralsnog niet ziet welke voorwaarden aan een schorsing zouden moeten worden verbonden om de kans op herhaling terug te brengen tot op een voor de samenleving aanvaardbaar niveau.
Het hof wijst af het verzoek.

BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:

Wijst af het hoger beroep.
Bevestigt de beschikking waarvan beroep.
Wijst af het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis.
Aldus gedaan op 24 september 2020
door mr. E.A.A.M. Pfeil, voorzitter, mr. R.A.T.M. Dekkers en mr. G.P.M.F. Mols, raadsheren, in tegenwoordigheid van S.J.H. van Beekveld, griffier.
De advocaat-generaal bij dit Gerechtshof brengt vorenstaande beschikking ter kennis van verdachte.
's-Hertogenbosch, 24 september 2020
Gezien d.d.
De directeur van [detentieplaats]