Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige 1], geboren op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige 1] ) en
[minderjarige 2], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] (hierna: [minderjarige 2] ).
[de vader](hierna te noemen: de vader).
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. Putmans - de Kok;
- de vader;
- mevrouw [vertegenwoordiger van de GI] namens de GI.
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg op 15 mei 2020;
- de brief met bijlage (verslag Anacare) van de GI d.d. 18 augustus 2020;
3.De beoordeling
- [minderjarige 1] (hierna te noemen: [minderjarige 1] ), op [geboortedatum] 2010 te [geboorteplaats] ;
- [minderjarige 2] (hierna te noemen: [minderjarige 2] ), op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] ;
De moeder staat er alleen voor in de zorg voor vier kinderen, waarbij er bij twee van de kinderen sprake is van ernstige kindeigen problematiek. Bij [minderjarige 2] is er sprake van een hartafwijking. Bij [minderjarige 3] is er sprake van autisme en een verstandelijke beperking.