Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
- medeplegen van opzettelijk een ontploffing teweegbrengen, terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is (feit 1A),
- diefstal door twee of meer verenigde personen, waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en verbreking (feit 1B), en
- medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed, dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen en/of beschadigen, in eendaadse samenloop gepleegd met feit 1 (feit 2).
- de vordering van de benadeelde partij [BP1] deels toegewezen tot een bedrag van € 17.645,70. De benadeelde partij is in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard;
- de benadeelde partij [BP3] in de vordering niet-ontvankelijk verklaard;
- de vordering van de benadeelde partij [BP2] deels toegewezen tot een bedrag van € 1.614,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van indiening van de vordering tot aan de dag der algehele voldoening, afgewezen wat betreft de post meerkosten rolluik en de benadeelde partij is in de vordering voor het overige niet-ontvankelijk verklaard;
- ten behoeve van het slachtoffer [BP1] een schadevergoedingsmaatregel opgelegd van € 17.645,70 subsidiair 123 dagen hechtenis;
- ten behoeve van het slachtoffer [BP2] een schadevergoedingsmaatregel opgelegd van € 1.614,00 subsidiair 26 dagen hechtenis.
- integrale toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [BP1] ;
- gedeeltelijke toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [BP2] tot een bedrag van € 1.614,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de datum van indiening van de vordering tot aan de dag der algehele voldoening, afwijzing van de vordering wat betreft de post meerkosten rolluik en tot niet-ontvankelijkverklaring van de benadeelde partij in de vordering voor het overige.
- met gedeeltelijke overneming en met aanvulling van de gronden waarop het vonnis berust in verband met hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep aan de orde is gekomen;
- met verbetering van de kwalificatie van het onder feit 2 bewezenverklaarde;
- met uitzondering van de sanctiebeslissing;
- met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij [BP1] ;
- met uitzondering van de beslissing op de vordering van de benadeelde partij [BP2] .
- het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 3 juli 2020, waaruit blijkt dat de verdachte eenmaal eerder ter zake van vermogensdelicten veroordeeld is;
- het advies aan opdrachtgever toezicht van Reclassering Nederland d.d. 11 april 2019, waaruit blijkt dat de verdachte gemotiveerd is zich aan alle regels en afspraken te houden en de kans op recidive als laag wordt ingeschat;
- de overige persoonlijke omstandigheden, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken. Kort gezegd is het leven van de verdachte in rustiger vaarwater gekomen, hij is bezig schoon schip te maken en heeft afstand genomen van zijn levenswijze in het verleden.
€ 5.347,26 projectkosten herbouw, en de benadeelde partij voor het overige in de vordering niet-ontvankelijk verklaard.
€ 17.645,70. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
€ 1.114,00. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden;