Uitspraak
5.De beschikking van 27 juni 2019
- de beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 6 april 2018 bekrachtigd voor wat betreft de beslissing over het hoofdverblijf van de kinderen;
- voorlopig, in afwachting van het verloop hiervan, een verdeling van de zorg- en opvoedingstaken vastgesteld waarbij de moeder contact heeft met de kinderen en waarbij de duur, de frequentie, de vorm van dit contact en de voorwaarden waaronder dit plaatsvindt, door de GI worden bepaald;
- de GI verzocht voor de pro forma datum van 24 september 2019 het hof te informeren over het verloop hiervan.
6.Het verdere verloop van het geding in hoger beroep
7.De verdere beoordeling
voorlopigeverdeling van de zorg- en opvoedingstaken vaststellen, waarbij toegewerkt zal worden van een begeleide naar een onbegeleide contactregeling:
- de kinderen hebben tot 1 november 2020 minimaal eenmaal per twee weken gedurende drie uren begeleid contact met de moeder op een door de GI vast te stellen plaats en tijdstip;
- de kinderen hebben tot 1 december 2020 minimaal eenmaal per twee weken gedurende vier uren of meer begeleid contact met de moeder op een door de GI vast te stellen plaats en tijdstip;
- de kinderen hebben vanaf 1 januari 2021 elke week één dag per week op zaterdag, of in overleg een andere dag, van 09.00 uur tot 18.00 uur onbegeleid contact, op een door de GI in overleg met partijen te bepalen locatie, waarbij de overdracht van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] van de vader naar de moeder en andersom plaatsvindt in aanwezigheid van een neutrale begeleider;
- de feestdagen worden door de GI in overleg met partijen evenredig verdeeld en tijdens de schoolvakanties ziet de moeder de kinderen naast de reguliere voorlopige contactregeling, één dag extra per week;
- de GI kan bovengenoemde regeling bijstellen als meer of minder contacten of (andere) begeleiding in het belang van de kinderen worden geacht.
8.De beslissing
voorlopigeverdeling van de zorg- en opvoedingstaken vast, waarbij de moeder en [minderjarige 1] en [minderjarige 2] gerechtigd zijn tot contact met elkaar:
- de kinderen hebben tot 1 november 2020 minimaal eenmaal per twee weken gedurende drie uren begeleid contact met de moeder op een door de GI vast te stellen plaats en tijdstip;
- de kinderen hebben tot 1 december 2020 minimaal eenmaal per twee weken gedurende vier uren of meer begeleid contact met de moeder op een door de GI vast te stellen plaats en tijdstip;
- de kinderen hebben vanaf 1 januari 2021 elke week één dag per week op zaterdag, of in overleg een andere dag, van 09.00 uur tot 18.00 uur onbegeleid contact, op een door de GI in overleg met partijen te bepalen locatie, waarbij de overdracht van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] van de vader naar de moeder en andersom plaatsvindt in aanwezigheid van een neutrale begeleider;
- de feestdagen worden door de GI in overleg met partijen evenredig verdeeld en tijdens de schoolvakanties ziet de moeder de kinderen naast de reguliere voorlopige contactregeling, één dag extra per week;
- de GI kan bovengenoemde regeling bijstellen als meer of minder contacten of (andere) begeleiding in het belang van de kinderen worden geacht.
PRO FORMA 17 maart 2021.