ECLI:NL:GHSHE:2020:2856
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep kort geding
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep kort geding inzake Europees bankbeslag op bankrekeningen
In deze zaak gaat het om een hoger beroep in kort geding dat is ingesteld door Adede BvbA tegen een beslissing van de voorzieningenrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De zaak betreft een verzoek tot opheffing van een conservatoir beslag dat door de geïntimeerde is gelegd op de bankrekeningen van Adede. Het hof heeft eerder een tussenarrest gewezen op 21 april 2020, waarin Adede de gelegenheid kreeg om te reageren op het verweer van de geïntimeerde, die stelde dat Adede geen belang had bij haar vordering. Adede heeft in haar akte aangegeven dat het beslag nog steeds van kracht is en dat zij andere belangen heeft bij het hoger beroep. De geïntimeerde heeft echter volhard in zijn verweer en gesteld dat de KBC bank geen gelden meer onder zich heeft waarop het beslag rustte. Het hof heeft vervolgens geoordeeld dat Adede geen belang meer heeft bij de opheffing van het beslag, omdat de gelden niet meer op haar rekening staan en de executie is geëindigd. Het hof heeft Adede niet ontvankelijk verklaard in haar hoger beroep en haar veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is gedaan op 15 september 2020.