9.13.De vrouw geeft vanaf punt 14 van de door haar ingediende akte uitleg over de overboekingen die in de periode 1 januari 2013 tot 1 april 2018 hebben plaatsgevonden van de en/of rekening van partijen ( [rekeningnummer 2] ) naar de rekening van [dochter] ( [rekeningnummer 5] ). Het hof zal deze overboekingen en de uitleg van de vrouw, alsmede de reactie van de man in de antwoordakte, per overboeking bespreken.
20 januari 2015 (€ 1.300,--)
De vrouwlicht deze overboeking als volgt toe. [dochter] had met haar gezin een seizoensplek voor de caravan op de camping in Renesse. Partijen maakten daar ook gebruik van en hebben derhalve een deel van de kosten voldaan.
Het hofstelt vast dat de man zich in de door hem ingediende antwoordakte niet verweerd heeft tegen het door de vrouw ter zake gestelde. Aldus gaat het hof ervan uit dat deze gelden niet onrechtmatig zijn onttrokken aan de gezamenlijke rekening van partijen.
14 januari 2016 (€ 250,--)
De vrouwstelt ten aanzien van deze overboeking dat deze eveneens het gebruik van de caravan in Renesse betreft. De kosten lagen dit jaar een stuk lager, omdat partijen twee dagen per week oppasten op de kinderen van [dochter] en [dochter] en [schoonzoon] op deze manier iets terug wilden doen.
Het hofstelt vast dat de man zich in de door hem ingediende antwoordakte niet verweerd heeft tegen het door de vrouw ter zake gestelde. Aldus gaat het hof ervan uit dat deze gelden niet onrechtmatig zijn onttrokken aan de gezamenlijke rekening van partijen.
14 november 2016 (€ 65,--)
De vrouwlicht deze overboeking als volgt toe. Partijen zijn met [dochter] en haar gezin op vakantie naar Texel geweest en aldaar hebben ze Ecomare bezocht. [dochter] heeft de entree voldaan en partijen hebben die vervolgens aan [dochter] terugbetaald.
De manstelt dat hij er niet mee akkoord is gegaan dat ook de toegangsprijs voor [dochter] en haar gezin door partijen werd voldaan. Hooguit is de toegangsprijs voor partijen (terug)betaald en dat zal ongeveer € 25,-- zijn geweest, aangezien de huidige toegangsprijs voor een volwassene € 13,75 per persoon bedraagt.
Het hofbegrijpt de stelling van de man aldus dat hij van mening is dat er een bedrag van € 40,-- (€ 65,-- minus € 25,--) ten onrechte is overgemaakt van de gezamenlijke rekening van partijen naar de rekening van [dochter] . Gesteld noch gebleken is dat de vrouw toestemming van de man had voor betaling van dit bedrag, dat niet is besteed aan de kosten van de huishouding van de man en de vrouw.
Gelet op het gegeven dat, zoals de vrouw stelt, partijen maandelijks niet toekwamen met hun inleg op de gezamenlijke rekening en derhalve moesten interen op de spaarrekening van de man, alsook dat de extraatjes zoals vakanties van de spaarrekening van de man werden betaald, acht het hof het aannemelijk dat deze gelden, langs de weg van de gezamenlijke rekening van partijen, onrechtmatig zijn onttrokken van de spaarrekening van de man. Aldus dient de vrouw aan de man een bedrag van € 40,-- te vergoeden.
9 januari 2017 (€ 1.000,--) , 10 januari 2017 (€ 1.000,--) en 11 januari 2017 (€ 1.000,--)
De vrouwlicht deze overboekingen van in totaal € 3.000,-- als volgt toe. [dochter] en haar gezin hadden de seizoensplek in Renesse voor de caravan in overleg met partijen geboekt. [dochter] had partijen laten weten dat zij in 2017 geen seizoensplek voor de caravan wilde reserveren. Partijen hebben dit besproken en aangegeven dat zij nog graag een laatste jaar met [dochter] en haar gezin de zomervakantie in Renesse wilde doorbrengen. Daarop is besloten de seizoensplek nog eenmaal te boeken. Deze kosten zijn door [dochter] voldaan en partijen hebben deze kosten op hun beurt aan [dochter] voldaan. Er gold één uitdrukkelijke voorwaarde, namelijk dat partijen veelvuldig gebruik zouden maken van de caravan, hetgeen ook is gebeurd.
De manbetwist dat partijen hebben “
besproken en aangegeven” dat zij in 2017 nog een laatste keer met [dochter] en haar gezin een vakantie wilden doorbrengen in Renesse. Partijen hebben nooit met [dochter] en haar gezin een vakantie in Renesse doorgebracht.
Het hofoverweegt als volgt. De man betwist weliswaar dat partijen hebben besproken en aangegeven dat zij in 2017 nog een laatste keer met [dochter] en haar gezin een vakantie wilden doorbrengen in Renesse en de man stelt dat partijen nooit met [dochter] en haar gezin een vakantie in Renesse hebben doorgebracht, maar, los van wat daar van zij, de man betwist niet dat partijen in de zomer van 2017 veelvuldig gebruik hebben gemaakt van de caravan in Renesse. Gelet hierop, mede in het licht van het feit dat de man dat de man de overboekingen d.d. 20 januari 2015 (€ 1.300,--) en 14 januari 2016 (€ 250,--), welke overboekingen eveneens zien op het gebruik van de caravan op de camping in Renesse, niet heeft betwist, acht het hof het aannemelijk dat deze overboekingen zien op de kosten die gemoeid zijn met het (veelvuldig) gebruik van de caravan in Renesse.
28 februari 2017 (€ 25,--)
De vrouwweet niet meer waarom dit bedrag is overgeboekt naar [dochter] . Zij vermoedt dat [dochter] iets heeft voorgeschoten wat later is terugbetaald.
De manvoert aan dat als de vrouw niet meer weet waarvoor de overboeking diende, kan worden aangenomen dat het niet om kosten van de huishouding is gegaan zoals bedoeld in de samenlevingsovereenkomst.
Het hofis van oordeel dat de vrouw, in het licht van de gemotiveerde betwisting door de man, onvoldoende heeft aangetoond dat de overboeking is geschied in het kader van de kosten van de huishouding. Nu partijen, zoals de vrouw stelt zelf stelt, niet uitkwamen met de door hen op de gezamenlijke rekening gestorte inleg en derhalve inteerden op het vermogen van de man, gaat het hof ervan uit dat dit bedrag, langs de weg van de gezamenlijke rekening van partijen, onrechtmatig is onttrokken van de spaarrekening van de man. Aldus dient de vrouw de man dit bedrag ad € 25,-- te vergoeden.
13 maart 2017 (€ 100,--)
De vrouwlicht deze overboeking als volgt toe. De vrouw vermoedt dat dit het verjaardagscadeau van partijen voor de zoon van [dochter] betreft, wat door [dochter] is voorgeschoten. Het was gebruikelijk om de kleinkinderen voor hun verjaardag een cadeau van ongeveer € 100,-- te geven.
De manbetwist dat hij cadeaus aan de kleinkinderen heeft willen geven. Als de vrouw cadeaus van de gezamenlijke rekening heeft betaald, dan was zij daartoe niet bevoegd, aangezien het geen kosten van de huishouding betreft.
Het hofstelt vast dat de man niet betwist dat deze overboeking ziet op het verjaardagscadeau voor de zoon van [dochter] , maar dat hij enkel betwist dat de vrouw bevoegd was zulks van de gezamenlijke rekening te betalen, daar een dergelijk cadeau niet onder de kosten van de huishouding valt. Het hof is, anders dan de man, van oordeel dat een verjaardagscadeau voor een kleinkind in beginsel valt onder de kosten van de huishouding zoals hierboven omschreven in rov. 9.6. Dat de man, zoals hij stelt, helemaal geen cadeau heeft willen geven is voor de beoordeling of sprake is van “kosten van de huishouding” niet van belang. Het hof acht een verjaardagscadeau ad € 100,-- is ook niet dermate buitensporig, zodat niet is gebleken dat sprake is van een onrechtmatige onttrekking.
28 april 2017 (€ 50,--)
De vrouwweet niet meer waarom dit bedrag is overgeboekt naar [dochter] . Zij vermoedt dat [dochter] iets heeft voorgeschoten wat later is terugbetaald.
De manverweert zich. Als de vrouw niet meer weet waarvoor de overboeking diende, kan worden aangenomen dat het niet om kosten van de huishouding is gegaan zoals bedoeld in de samenlevingsovereenkomst.
Het hofis van oordeel dat de vrouw, in het licht van de gemotiveerde betwisting door de man, onvoldoende heeft aangetoond dat de overboeking verband hield met de kosten van de gezamenlijke huishouding. Nu partijen, zoals de vrouw stelt zelf stelt, niet uitkwamen met de door hen op de gezamenlijke rekening gestorte inleg en derhalve inteerden op het vermogen van de man, gaat het hof ervan uit dat dit bedrag, langs de weg van de gezamenlijke rekening van partijen, onrechtmatig is onttrokken van de spaarrekening van de man. Aldus dient de vrouw de man dit bedrag ad € 50,-- te vergoeden.
16 mei 2017 (€ 200,--)
De vrouwvermoedt dat deze overboeking betrekking heeft op de schoenen die [dochter] voor haar kinderen had gekocht. Partijen wilden deze schoenen voor de kleinkinderen betalen; de kleinkinderen kregen wel vaker schoenen van partijen
De manverweert zich. Als de vrouw niet meer weet waarvoor de overboeking diende, kan worden aangenomen dat het niet om kosten van de huishouding is gegaan zoals bedoeld in de samenlevingsovereenkomst
Het hofis van oordeel dat de vrouw, in het licht van de gemotiveerde betwisting door de man, onvoldoende heeft aangetoond dat er grond bestaat voor de overboeking. Nu partijen, zoals de vrouw zelf stelt, niet uitkwamen met de door hen op de gezamenlijke rekening gestorte inleg en derhalve inteerden op het vermogen van de man, gaat het hof ervan uit dat dit bedrag, langs de weg van de gezamenlijke rekening van partijen, onrechtmatig is onttrokken van de spaarrekening van de man. Aldus dient de vrouw de man dit bedrag ad € 200,-- te vergoeden.
24 mei 2017 (€ 125,--)
De vrouwvermoedt dat dit een terugbetaling betreft voor het verjaardagscadeau van de dochter van [dochter] , dat door [dochter] is gekocht.
De manverweert zich. Als de vrouw niet meer weet waarvoor de overboeking diende, kan worden aangenomen dat het niet om kosten van de huishouding is gegaan zoals bedoeld in de samenlevingsovereenkomst.
Het hofis van oordeel dat de vrouw, in het licht van de gemotiveerde betwisting door de man, onvoldoende heeft aangetoond dat er grond bestaat voor de overboeking. Nu partijen, zoals de vrouw stelt zelf stelt, niet uitkwamen met de door hen op de gezamenlijke rekening gestorte inleg en derhalve inteerden op het vermogen van de man, gaat het hof ervan uit dat dit bedrag, langs de weg van de gezamenlijke rekening van partijen, onrechtmatig is onttrokken van de spaarrekening van de man. Aldus dient de vrouw de man dit bedrag ad € 125,-- te vergoeden.
3 juli 2017 (€ 18,--)
De vrouwvermoedt dat [dochter] voor partijen een boodschap heeft gedaan, die zij hebben terugbetaald.
De manverweert zich. Als de vrouw niet meer weet waarvoor de overboeking diende, kan worden aangenomen dat het niet om kosten van de huishouding is gegaan zoals bedoeld in de samenlevingsovereenkomst.
Het hofis van oordeel dat de vrouw, in het licht van de gemotiveerde betwisting door de man, onvoldoende heeft aangetoond dat er grond bestaat voor de overboeking. Nu partijen, zoals de vrouw stelt zelf stelt, niet uitkwamen met de door hen op de gezamenlijke rekening gestorte inleg en derhalve inteerden op het vermogen van de man, gaat het hof ervan uit dat dit bedrag, langs de weg van de gezamenlijke rekening van partijen, onrechtmatig is onttrokken van de spaarrekening van de man. Aldus dient de vrouw de man dit bedrag ad € 18,-- te vergoeden.