Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) maanden.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 juni 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Limburg. De verdachte was eerder veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden voor het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis, waarbij hij aanvoert dat er sprake was van een onherstelbaar vormverzuim tijdens het voorbereidend onderzoek. Dit vormverzuim zou moeten leiden tot bewijsuitsluiting van de verkregen bewijsmiddelen. De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het eerdere vonnis zal vernietigen en de verdachte opnieuw zal veroordelen voor het vervoeren van 300 hennepstekken.
Het hof heeft de zaak onderzocht en vastgesteld dat de doorzoeking van de bestelauto van de verdachte heeft plaatsgevonden zonder een redelijk vermoeden van schuld. Dit werd door de verdediging als een schending van het recht op privacy ingeroepen, maar het hof oordeelde dat de verdachte niet in zijn belangen was geschaad, aangezien hij de auto slechts tijdelijk gebruikte en geen eigenaar was. Het hof concludeerde dat, hoewel er sprake was van een vormverzuim, dit niet automatisch leidde tot bewijsuitsluiting. De verdachte werd uiteindelijk schuldig bevonden aan het ten laste gelegde feit en kreeg een gevangenisstraf van twee maanden opgelegd.
De beslissing van het hof is gebaseerd op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, en het hof heeft de ernst van het bewezenverklaarde feit en de recidive van de verdachte meegewogen in de strafoplegging. De verdachte had eerder al veroordelingen voor soortgelijke feiten, wat leidde tot de conclusie dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend was.