Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op of omstreeks 25 februari 2018 te [plaats] [aangeefster] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met brandstichting, door die [aangeefster] dreigend de woorden toe te voegen:
hij op of omstreeks 25 februari 2018 te [plaats] ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om opzettelijk (en met voorbedachten rade) [aangeefster] van het leven te beroven, met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans opzettelijk, meermalen, althans eenmaal, met een of meer mes(sen), in elk geval (een) scherp(e) voorwerp(en), in het hart en/of de hartstreek en/of het (boven)lichaam van die [aangeefster] heeft gestoken en/of gesneden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
- Op zondag 25 februari 2018 was de verdachte samen met zijn (toenmalige) partner [aangeefster] in een café in [plaats] (pagina’s 40 en 176 van het politiedossier).
- De verdachte heeft gezien dat [aangeefster] contact had met haar ex-partner [naam] en hij dacht dat zij opmerkingen over hem maakten (pagina 47 van het politiedossier).
- De verdachte heeft een glas bier over het hoofd van [aangeefster] gegoten en heeft tegen haar gezegd: “Als je thuis komt ga je d'r aan", of "Als je thuis komt steek ik je kapot", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, heeft het café vervolgens om 18.26 uur verlaten en is naar huis gereden, zijnde de woning van [aangeefster] aan de [adres] te [plaats] waar verdachte sinds een aantal maanden samenwoonde met [aangeefster] (pagina’s 40-41, 150, 176, 232 en 240 van het politiedossier).
- De verdachte heeft om 18.48 uur en 18.49 uur twee foto’s, die over het voetbal van “Eindhoven” en Ajax gaan, naar [aangeefster] gestuurd (pagina’s 152-153, 158 en 167 van het politiedossier).
- [aangeefster] heeft om 19.06 uur het café verlaten samen met haar ex-partner [naam] , die haar in zijn auto naar de woning van [aangeefster] heeft gereden (pagina’s 150 en 232 van het politiedossier).
- In de auto heeft [aangeefster] om 19.13 uur een appje naar haar dochter [naam] verstuurd, inhoudende: “Ik heb mijn relatie met [verdachte]
- In de woning heeft de verdachte [aangeefster] met een mes een steekverwonding toegebracht tot in de hartspier (onder meer pagina’s 176-177 en 266 van het politiedossier).
- De verdachte heeft om 19.43 uur 112 gebeld en gezegd dat hij net iemand heeft neergestoken. Op de vraag waar “ze” gewond is, heeft de verdachte geantwoord: net onder de borst, links. Voorts heeft verdachte verklaard dat ze ruzie hadden en dat degene die is neergestoken zijn vriendin [aangeefster] is, met wie hij samenwoont (pagina’s 144-149 en 158 van het politiedossier).
hij op 25 februari 2018 te [plaats] [aangeefster] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door die [aangeefster] dreigend de woorden toe te voegen:
hij op 25 februari 2018 te [plaats] ter uitvoering van het door hem, verdachte, voorgenomen misdrijf om opzettelijk [aangeefster] van het leven te beroven, met dat opzet met een mes in het hart van die [aangeefster] heeft gestoken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
poging tot doodslag.
- Het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 22 juni 2020, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder door de Nederlandse strafrechter is veroordeeld.
- Het psychologisch onderzoek, uitgevoerd door drs. [naam] , d.d. 17 april 2018, waaruit volgt dat de verdachte niet lijdt aan een ziekelijke stoornis of gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens, dat het tenlastegelegde aan de verdachte volledig toegerekend kan worden en dat de kans op recidive van gewelddadig gedrag als klein dient te worden aangemerkt.
- Het reclasseringsadvies d.d. 16 mei 2018, waarin is geconcludeerd dat er bij de verdachte vooral sprake geweest lijkt te zijn van beschermende factoren omdat hij naar tevredenheid werkte, geen financiële problemen had en geen psychische of fysieke beperkingen en geen problematisch middelengebruik en dat de kans op recidive en letselschade op laag wordt ingeschat.
- De overige persoonlijke omstandigheden, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
€ 25,00 + € 252,00 + € 600,00 + € 345,46 + € 1.114,40 + € 500,00 + € 5.000,00 =)
€ 7.901,39. Verdachte is tot vergoeding van die schade gehouden, zodat de vordering tot dat bedrag toewijsbaar is.
- wat betreft de materiële schadevergoeding met ingang van de datum waarop het voegingsformulier ondertekend is (uit praktisch oogpunt is gekozen voor één datum voor alle materiële schadeposten);
- wat betreft de immateriële schadevergoeding met ingang van de pleegdatum van het onder 2 impliciet subsidiair bewezenverklaarde feit.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) jaren;
€ 7.901,39(zevenduizend negenhonderdeen euro en negenendertig cent), bestaande uit
€ 2.901,39(tweeduizend negenhonderdeen euro en negenendertig cent) als vergoeding van materiële schade en
€ 5.000,00(vijfduizend euro) als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening wat betreft de materiële schadevergoeding en met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening wat betreft de immateriële schadevergoeding;
€ 32,52 (tweeëndertig euro en tweeënvijftig cent);
€ 7.901,39(zevenduizend negenhonderdeen euro en negenendertig cent), bestaande uit
€ 2.901,39(tweeduizend negenhonderdeen euro en negenendertig cent) als vergoeding van materiële schade en
€ 5.000,00(vijfduizend euro) als vergoeding van immateriële schade, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 23 november 2018 tot aan de dag der algehele voldoening wat betreft de materiële schadevergoeding en met de wettelijke rente vanaf 25 februari 2018 tot aan de dag der algehele voldoening wat betreft de immateriële schadevergoeding;