In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van het personen- en familierecht, heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 3 september 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep. De zaak betreft de benoeming van een mede bijzondere curator voor de minderjarige [minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018. De moeder, verzoekster in principaal hoger beroep, woont op een geheim adres en wordt vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P.C. Smit. De man, verweerder in principaal hoger beroep, woont te [woonplaats] en wordt bijgestaan door mr. G. Hagens. De bijzondere curator, mr. [bijzondere curator], vertegenwoordigt de minderjarige in deze procedure.
Het hof verwijst naar eerdere beschikkingen van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, van 20 november 2018 en 7 mei 2019. De procedure in hoger beroep is gestart met het beroepschrift van de moeder op 7 augustus 2019, gevolgd door het verweerschrift van de bijzondere curator op 23 september 2019 en het verweerschrift van de man op 28 oktober 2020. De mondelinge behandeling was gepland op 7 september 2020.
Tijdens de procedure is gebleken dat de bijzondere curator onverwacht een operatie heeft ondergaan en niet in staat zal zijn om de mondelinge behandeling bij te wonen. Het hof heeft daarom besloten om ambtshalve mr. [kantoorgenoot] te benoemen als mede bijzondere curator, zodat de belangen van de minderjarige in deze procedure gewaarborgd blijven. Mr. [kantoorgenoot] is bereid om deze rol op zich te nemen en het hof gaat ervan uit dat hij toegang heeft tot alle relevante stukken. De beslissing van het hof houdt in dat mr. [kantoorgenoot] de belangen van de minderjarige zal behartigen en dat verdere beslissingen in de zaak worden aangehouden tot na de mondelinge behandeling.