Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.[V.O.F.] V.O.F.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde 2] ,wonende te [woonplaats]
[geïntimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] ,
11.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 4 februari 2020;
- de akte van [V.O.F.] van 28 april 2020;
- de antwoordakte van FS Vastgoed van 2 juni 2020.
12.De verdere beoordeling
€ 6.000,- is gebaseerd op de door FS Vastgoed gestelde algehele ontbinding van de overeenkomst.
- Aangifte vennootschapsbelasting 2014
- BTW-aangifte over het derde kwartaal 2015
- BTW-aangiften sloten niet aan bij de administratie
- Boekingen op tussenrekeningen en niet toegewezen posten
- Administratie vanaf mei 2015 niet meer gecontroleerd
- Het systeem in de administratie werkte niet goed
- Verschil saldo grootboekrekening crediteuren en openstaande crediteurenlijst
- 13 periodes in de boekhouding
- Jaarstukken 2014 niet gedeponeerd
- Onjuiste debiteurenadministratie
- Twijfel aan de juistheid van de administratie 2014 en de eerste helft 2015
- Aangifte verhuurderheffing 2015 niet gedaan
- Een personeelslid zou onder het minimum loon zijn uitbetaald
- Assistentie administratie
Verder neemt het hof in aanmerking dat het FS Vastgoed naar eigen zeggen medio augustus 2015 bleek dat [V.O.F.] de werkzaamheden niet meer (naar behoren) uitvoerde (3 inleidende dagvaarding). Als gesteld en onvoldoende betwist staat vast dat FS Vastgoed daarvoor nimmer heeft geklaagd bij [V.O.F.] . In dat licht acht het hof het niet aannemelijk dat partijen hebben beoogd de overeenkomst ook voor de periode vóór 1 augustus 2015 te ontbinden. FS Vastgoed was naar eigen zeggen pas met het inschakelen van [naam] en na de op 5 november 2015 gemaakte afspraken rond beëindiging van de overeenkomst op de hoogte van de gestelde tekortkomingen van [V.O.F.] over de periode vóór 1 augustus 2015.
Deze tekortkoming staat derhalve vast tussen partijen, echter volgens [V.O.F.] heeft FS Vastgoed de kosten van de verzuimboete niet gevorderd en de kosten voor de extra werkzaamheden die [naam] als gevolg hiervan heeft moeten uitvoeren onvoldoende onderbouwd.
Subsidiair heeft FS Vastgoed vergoeding gevorderd van de door FS Vastgoed als gevolg van de wanprestatie van [V.O.F.] geleden schade, op te maken bij staat.
FS Vastgoed heeft gesteld dat [V.O.F.] de administratie niet deugdelijk heeft gecontroleerd. [V.O.F.] had bij de controle moeten constateren dat ontvangsten en uitgaven over meerdere jaren op een tussenrekening staan en niet zijn toegewezen aan een bepaalde rubriek. [V.O.F.] had dit moeten uitzoeken en deze ontvangsten en uitgaven naar de juiste rubriek/grootboekrekening moeten corrigeren. [V.O.F.] heeft dit, met name vanaf mei 2015, nagelaten aldus nog steeds FS Vastgoed. Vanaf mei 2015 is [V.O.F.] volgens FS Vastgoed nog maar enkele malen op kantoor verschenen, heeft geen ondersteuning meer gegeven aan de medewerkers van FS Vastgoed en heeft de administratie niet gecontroleerd. Doordat een aantal ontvangsten en uitgaven niet waren toegewezen aan een bepaalde grootboekrekening, correspondeerde het saldo op de grootboekrekening “crediteuren” niet met de crediteurenlijst en het saldo op het debiteurenoverzicht van 31 december 2015 niet met de debiteurenlijst.
Als gevolg hiervan sloten de door [V.O.F.] ingediende BTW-aangiften van het eerste en tweede kwartaal 2015 niet aan bij de administratie.
);
vorderingen van € 6.000, € 8.156,28, € 10.268,75 en € 1.028,35
- een bedrag van € 685,69 exclusief BTW in verband met de aangifte vennootschapsbelasting 2014, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 5 januari 2017, welke ingangsdatum als zodanig door [V.O.F.] niet is betwist;
- een bedrag van € 500,00 inzake de verzuimboete, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 juni 2016, zijn de datum waarop deze boete is betaald.