In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, betreft het een personenschadezaak waarin Amlin Corporate Insurance N.V. (thans Amlin Europe) in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank. Het hof heeft op 1 september 2020 een eindarrest gewezen, waarin het terugkomt op een bindende eindbeslissing over de behandeling van voorschotten die Amlin heeft betaald voor interim-managers. Het hof oordeelt dat deze voorschotten niet in mindering moeten worden gebracht op de wettelijke rente over het verlies van arbeidsvermogen van de geïntimeerde. Dit besluit is genomen na een zorgvuldige afweging van de argumenten van beide partijen en eerdere tussenarresten.
Het hof heeft vastgesteld dat de kosten van de interim-managers al zijn meegenomen in de schadeberekening en dat het niet verrekenen van de voorschotten zou leiden tot een onjuiste dubbeltelling. De schade van de geïntimeerde is berekend op een totaalbedrag, waaruit de reeds ontvangen voorschotten zijn afgetrokken. Het hof heeft de proceskostenveroordeling in stand gelaten, waarbij Amlin in het ongelijk is gesteld en de kosten van de deskundige voor rekening van Amlin komen.
Het arrest concludeert met de veroordeling van Amlin tot betaling van een schadevergoeding aan de geïntimeerde, verminderd met de voorschotten, en de terugbetaling van het teveel betaalde bedrag door de geïntimeerde aan Amlin, vermeerderd met wettelijke rente. Dit arrest is openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 1 september 2020.