ECLI:NL:GHSHE:2020:2632

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
26 augustus 2020
Publicatiedatum
24 augustus 2020
Zaaknummer
20-001679-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vernietiging vonnis en veroordeling tot gevangenisstraf voor woningoverval met geweld en bedreiging

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg. De verdachte is veroordeeld voor een woningoverval die plaatsvond op 5 augustus 2017, waarbij hij samen met mededaders geweld heeft gebruikt en zich heeft voorgedaan als lid van een arrestatieteam. De rechtbank had eerder een lagere straf opgelegd, maar het hof heeft dit vonnis vernietigd en de verdachte tot een gevangenisstraf van 7 jaar veroordeeld. De overval werd gekenmerkt door de inzet van een vuurwapen en de slachtoffers werden met geweld bedreigd en vastgebonden. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan diefstal met geweld, waarbij de slachtoffers ernstige psychische en fysieke gevolgen hebben ondervonden. De verdachte heeft geen verantwoording afgelegd over zijn daden en heeft zich beroepen op zijn zwijgrecht. Het hof heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers zwaar laten meewegen in de strafmaat.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001679-19
Uitspraak : 26 augustus 2020
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, van 23 mei 2019 in de in eerste aanleg gevoegde strafzaken, parketnummers 03-702738-17 en 03-661051-18, tegen

[verdachte] ,

geboren te [geboortegegevens] ,
thans verblijvende in [adres detentie] .
Hoger beroep
Namens de verdachte is op 28 mei 2019 tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis waarvan beroep integraal zal bevestigen.
De verdediging heeft een strafmaatverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het beroepen vonnis zal worden vernietigd omdat het hof tot een andere bewezenverklaring komt dan de meervoudige kamer van de rechtbank. Dat hangt onder andere samen met de redactie van de tenlastelegging. Het hof gaat ervan uit dat het primair tenlastegelegde feit in de zaak met parketnummer 03-702738-17 gestoeld is op artikel 312 van het Wetboek van Strafrecht (Sr) en dat, naar het hof aanneemt, per abuis bestanddelen van artikel 311 Sr in de tenlastelegging zijn opgenomen. De bestanddelen die uitsluitend in verband kunnen worden gebracht met artikel 311 Sr, daarvan spreekt het hof – anders dan de rechtbank – de verdachte vrij. Ook anders dan de rechtbank, is het hof van oordeel dat het bestanddeel dat de verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van een vals kostuum wettig en overtuigend bewezen.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is tenlastegelegd dat:
zaak met parketnummer 03-702738-17:primair:
hij op of omstreeks 5 augustus 2017 in de [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft/hebben weggenomen onder meer (een) horloge(s) en/of een hoeveelheid geld en/of sieraden en/of een portemonnee, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander of anderen dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of die goederen onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming en/of welke diefstal werd voorafgegaan, vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond, dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 5] heeft/hebben vastgebonden en/of
- die [slachtoffer 2] met een hard voorwerp tegen zijn hoofd heeft/hebben geslagen en/of
welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s),
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van genoemde [slachtoffer 2] heeft gehouden en/of op (het hoofd van) die [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 5] gericht heeft/hebben gehouden en/of
- tegen die [slachtoffer 1] heeft/hebben geroepen: "ga liggen, je krijgt tiewraps om, en naar voren kijken" en/of "Voor je kijken, voor je kijken, als je rustig blijft gebeurt er niks" en/of "heb je goud, heb je geld" en/of "hou je kop, kijk voor je. Dit is procedure, politie neemt het over. Je krijgt dadelijk een zak over je hoofd" en/of
- tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben geroepen: "Politie, Politie kom naar boven" en/of "Leg die gsm weg" en/of "je moet gaan liggen en als je rustig meewerkt gebeurt er niets" en/of "Naar beneden kijken!" en/of
- tegen die [slachtoffer 2] heeft/hebben geroepen: "Je moet nu naar binnen komen en je moet luisteren wij zijn een arrestatieteam en je moet nu naar binnen komen en op de grond gaan liggen",
althans woorden van gelijkende dreigende aard en/of strekking,
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft door middel van een vals kostuum en/of dat feit zwaar lichamelijk letsel voor die [slachtoffer 2] tot gevolg heeft gehad;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 5 augustus 2017 tot en met 25 oktober 2017 in de [gemeente] en/of de [gemeente] , althans in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (een) goed(eren), te weten een horloge van het merk Ernest en/of een horloge van het merk Fossil heeft verworven, voorhanden gehad en/of overgedragen, terwijl hij en/of zijn mededader(s) ten tijde van de verwerving of het voorhanden krijgen van dit/die goed(eren) wist(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof(fen);
zaak met parketnummer 03-661051-18:1.
hij op of omstreeks 25 oktober 2017 in de [gemeente] , (een) wapen(s) van categorie I onder 7° in de zin van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool met de opschriften MADE IN TAIWAN, UNICORN HOBBY CORP en/of een pistool met de opschriften KWC, MODEL M92FS, zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s) en/of met (een) voor ontploffing bestemde voorwerp(en), voorhanden heeft gehad;
2.
hij op of omstreeks 25 oktober 2017 in de [gemeente] , voorhanden heeft gehad 49 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, zijnde munitie van categorie III in de zin van de Wet wapens en munitie, in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie III en/of 25 deelmantelpatronen, zijnde munitie van categorie II in de zin van de Wet wapens en munitie, in elk geval munitie in de zin van de Wet Wapens en Munitie van categorie II;
3.
hij op of omstreeks 5 augustus 2017 in de [gemeente] , tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk (een) telefoon(s), in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan een ander dan aan hem, verdachte, en/of zijn mededader(s), te weten aan [slachtoffer 5] en/of [slachtoffer 2] , toebehoorde(n), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt.
De in de tenlastelegging voorkomende taal- en/of schrijffouten of omissies zijn verbeterd. De verdachte is daardoor niet geschaad in de verdediging.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 03-702738-17 primair en in de zaak met parketnummer 03-661051-18 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande, dat:
zaak met parketnummer 03-702738-17:hij op 5 augustus 2017 in de [gemeente] , tezamen en in vereniging met anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen onder meer horloges en een hoeveelheid geld en sieraden en een portemonnee, toebehorende aan [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] en/of [slachtoffer 3] en/of [slachtoffer 4] , waarbij verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van braak en welke diefstal werd voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 5] , gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en zijn mededaders hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld hierin bestond, dat hij, verdachte, en/of zijn mededader(s),
- die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 5] hebben vastgebonden en
- die [slachtoffer 2] met een hard voorwerp tegen zijn hoofd hebben geslagen en
welke bedreiging met geweld hierin bestond, dat hij, verdachte en/of zijn mededader(s),
- een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, tegen het hoofd van genoemde [slachtoffer 2] heeft gehouden en op (het hoofd van) die [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] en [slachtoffer 5] gericht hebben gehouden en/of
- tegen die [slachtoffer 1] hebben geroepen: "ga liggen, je krijgt tiewraps om, en naar voren kijken" en "Voor je kijken, voor je kijken, als je rustig blijft gebeurt er niks" en "heb je goud, heb je geld" en "hou je kop, kijk voor je. Dit is procedure, politie neemt het over. Je krijgt dadelijk een zak over je hoofd" en
- tegen die [slachtoffer 5] heeft/hebben geroepen: "Politie, Politie kom naar boven" en "Leg die gsm weg" en "je moet gaan liggen en als je rustig meewerkt gebeurt er niets" en "Naar beneden kijken!" en
- tegen die [slachtoffer 2] heeft geroepen: "Je moet nu naar binnen komen en je moet luisteren wij zijn een arrestatieteam en je moet nu naar binnen komen en op de grond gaan liggen",
terwijl verdachte en zijn mededaders zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft door middel van een vals kostuum;
zaak met parketnummer 03-661051-18:1.
hij op 25 oktober 2017 in de [gemeente] , wapens van categorie I onder 7° in de zin van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool met de opschriften MADE IN TAIWAN, UNICORN HOBBY CORP en een pistool met de opschriften KWC, MODEL M92FS, zijnde voorwerpen die voor wat betreft hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonden met vuurwapens, voorhanden heeft gehad;
2.
hij op 25 oktober 2017 in de [gemeente] , voorhanden heeft gehad 49 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, zijnde munitie van categorie III in de zin van de Wet wapens en munitie, en 25 deelmantelpatronen, zijnde munitie van categorie II in de zin van de Wet wapens en munitie;
3.
hij op 5 augustus 2017 in de [gemeente] , tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk en wederrechtelijk telefoons, die aan een ander dan aan hem, verdachte, en zijn mededaders, te weten aan [slachtoffer 5] en [slachtoffer 2] , toebehoorden, heeft vernield.
Het hof acht niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders ten laste is gelegd dan hierboven bewezen is verklaard, zodat hij daarvan zal worden vrijgesproken.
Bewijsmiddelen
Het hof bezigt – in grote lijn conform de rechtbank – de volgende bewijsmiddelen. [1]
Op 5 augustus 2017 kregen de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] een melding om te
gaan naar de [adres] omdat daar een persoon onder schot
werd gehouden door mannen met een bivakmuts op. Hierop zijn de verbalisanten met
spoed naar [dorp] gereden. Eenmaal aangekomen op de [adres] zagen de verbalisanten uit een woning drie mannen stappen welke de verbalisanten aanriepen. Dit bleek te zijn op het adres [adres] . Toen de verbalisanten dichterbij kwamen zagen zij dat twee van de mannen terug de woning in liepen. Dit bleken te zijn [slachtoffer 5] , wonende [adres] en [slachtoffer 2] , wonende [adres] . Zij zagen dat de andere man bij de voorzijde van de woning met hen in gesprek bleef. Deze man bleek later te zijn [slachtoffer 1] , wonende [adres] . De verbalisanten hoorden dat deze man vroeg: ‘Zijn jullie wel echt politie? Die anderen zeiden dat ze een AT-team waren”. De verbalisanten zagen dat de man om een van zijn polsen twee zwarte tiewraps had zitten. De verbalisanten hoorden dat de man nogmaals zei dat ze zich voor hadden gedaan als arrestatieteam en dat de man tevens zei dat zijn zoon, [slachtoffer 5] , ook in de woning was. [slachtoffer 1] verklaarde ten overstaan van verbalisant [verbalisant 1] dat hij bij een evenement was in het centrum van [dorp] toen hij van iemand hoorde dat een arrestatieteam bij hem voor de deur stond, hierop is hij vervolgens samen met [slachtoffer 2] naar zijn woning gegaan. [slachtoffer 1] verklaarde ook dat zijn zoon [slachtoffer 5] op het moment dat dit zich afspeelde thuis was. De verbalisanten zagen dat de voordeur van voornoemde woning was geforceerd middels (vermoedelijk) een stormram en zagen meerdere afdrukken op de voordeur staan afkomstig van deze stormram. In de woning zag verbalisant [verbalisant 2] dat [slachtoffer 2] op dat moment de tiewraps welke nog op de pols van [slachtoffer 1] zaten, in de hal van de woning los sneed. Verbalisant [verbalisant 1] zag verschillende losgesneden tiewraps in de hal van de woning liggen. [2]
Ter plaatse is door [verbalisant 3] , zijnde een medewerker van de afdeling Forensische
Opsporing, een technisch onderzoek verricht. Door verbalisant [verbalisant 3] werden tiewraps
veiliggesteld, waarvan één doorgesneden. Dat was gebeurd bij [slachtoffer 1] , om
hem zijn polshorloge af te kunnen nemen, waarna hij opnieuw werd geboeid met een tiewrap. Door verbalisant [verbalisant 4] , Leider Plaats Delict, werd gezien dat de slaapkamer van de hoofdbewoners ‘overhoop’ was gehaald. Door de echtgenote van [slachtoffer 1] werd medegedeeld dat zij een aantal sieraden miste, die in een sieradendoos hadden gezeten. [slachtoffer 1] verklaarde dat de daders gelijk gekleed waren in donkere kleding met het woord ‘politie’ op de rug. [3]
Aangever [slachtoffer 1] heeft het volgende verklaard.
Ik ben woonachtig op het adres [adres] . Ik woon daar samen met mijn vrouw en drie kinderen. Mijn vrouw heet [slachtoffer 3] en mijn kinderen zijn [slachtoffer 4] , [naam] , [slachtoffer 5] .
Op 5 augustus 2017, omstreeks 20:32 uur, werd ik gebeld op mijn mobiele telefoon door
[slachtoffer 2] . Direct hierna zag ik [slachtoffer 2] op enkele meters van mij vandaan staan. Ik hoorde dat [slachtoffer 2] zei: “Ik ben net gebeld door [naam] , er staat politie bij jou voor de deur met geweren”. Ik ben toen met [slachtoffer 2] naar mijn huis gereden. Eenmaal thuis zag ik direct dat er een persoon met een bivakmuts en donkere kleding voor de voordeur van mijn woning stond. Ik zag dat hij een zwart handpistool in zijn rechterhand vast had. Ik zag dat er een demper op het pistool zat, de demper was zilver-aluminium kleurig. Ik zag dat de persoon het pistool in mijn richting richtte. Ik zag dat er hout stukken van de voordeur op de grond lagen. Ik hoorde dat de persoon zei: “Wij zijn van het arrestatieteam, wij zijn getipt, je hebt wapens in huis liggen, dadelijk komt de politie die nemen het van ons over”. Vervolgens zei hij: “ga liggen, je krijgt tiewraps om, en naar voren kijken”. Ik ben zelf op de grond in de gang van mijn woning gaan liggen. Ik voelde dat hij de tiewraps om deed. Ik hoorde dat [slachtoffer 2] ook op de grond moest gaan liggen. Ik zag dat [slachtoffer 2] aan de rechterzijde van mij op de grond werd gelegd. Ik hoorde dat de persoon zei: “Je zoon ligt in de kamer hij is ook vast gebonden”. Ik hoorde dat de man direct zei: “Voor je kijken, voor je kijken, als je rustig blijft gebeurt er niks”. Ik hoorde dat hij zei: heb je goud, heb je geld”. Ik hoorde dat hij zei:” dit is een procedure je hoeft geen legitimatie te zien, de politie neemt het zo over”. Ik hoorde gestommel boven. Ik hoorde dat er personen rond liepen. Toen ik op de grond lag, probeerde ik wel in de spiegel te kijken in de gang. Ik zag dat de persoon achterop zijn jas in witte letters “Politie” had staan. Ik zag dat hij een zwarte broek aan had. Op enig moment sneed de man mijn linker tiewrap los en ik voelde dat hij mijn horloge van mijn arm losmaakte. Ik voelde dat hij in mijn linker broekzak voelde. Ik voelde dat hij het geld uit mijn broekzak haalde. In mijn broekzak zat ongeveer 200 euro aan briefgeld. Ik zag en hoorde dat [slachtoffer 2] zijn zakken ook leeggemaakt werden. Ik hoorde dat hij zei: “hou je kop, kijk voor je. Dit is procedure, politie neemt het over. Je krijgt dadelijk een zak over je hoofd”. Vervolgens hoorde ik dat de persoon naar de personen boven riep. Na enkele seconden kwamen er zeker twee personen naar beneden. Dit hoorde ik aan het geluid van voetstappen op de trap. Hierop renden alle drie de personen weg. Ik hoorde een voertuig wegrijden van de oprit. Hierna trok ik mijn tiewrap van mijn rechterhand los, en ging rechtop staan. [slachtoffer 2] is direct opgestaan en naar [slachtoffer 5] , mijn zoon, gelopen welke in de kamer lag. Ik keek naar buiten en toen zag ik dat binnen een minuut de politie aan kwam rijden. Ik ben toen met de politie in gesprek gegaan. Ik ben daarna door de woning gelopen en ik zag dat de woning volledig overhoop was gehaald en doorzocht was. Ik zag dat in de spoelbak in de keuken de mobiele telefoon van [slachtoffer 5] , een IPhone 7, en de mobiele telefoon van [slachtoffer 2] , een IPhone, onder water gedompeld lagen. De horloge welke van mijn arm is weggenomen betreft een Rolex Yacht Master, kleur goud, aankoopprijs 25.000 euro ongeveer, wijzerplaat wit en de ring is fel blauw. Later bleek dat de Breitling dames 1 model, met pilot band, zilverkleurig, wijzerplaat lichtblauw aankoopprijs 3500 euro ook weggenomen was. Er zijn nog diverse sieraden weggenomen. De daders hebben gedreigd met het vuurwapen. Ze richtten continu op mijn hoofd, maar het vuurwapen heeft geen contact gemaakt met mijn hoofd. [4]
Getuige [slachtoffer 5] is ook gehoord en heeft samengevat het volgende verklaard.
Op 5 augustus 2017 ben ik omstreeks 17.00 uur als laatste van het gezin naar de wielerronde van [dorp] gegaan en vervolgens ook weer als eerste naar huis gegaan. Nadat ik het alarm had uitgezet ben ik in de woonkamer tv gaan kijken. Tussen de 10 en 25 minuten nadat ik thuis was gekomen hoorde ik ineens een hele harde knal bij de voordeur. Ik denk dat ik deze knal in totaal wel een keer of vier heb gehoord. Meteen na de eerste knal ben ik in de richting van het raam aan de voorzijde van de woning gelopen. Ik zag twee personen bij de voordeur staan. Deze personen waren geheel in het zwart gekleed en droegen zwarte bivakmutsen met drie gaatjes. Twee kleine voor de ogen en eentje voor de mond. Ook zag ik tekst op de borst en rug maar die kon ik later binnen pas lezen. Ik rende hierop naar de kelder om me te verstoppen en wilde met mijn gsm mijn vader bellen. Dit lukt echter niet meteen en direct hierop keek ik naar boven naar de trap en zag daar een persoon staan in het zwart gekleed met op zijn borst de tekst Politie. Ik zag dat deze persoon een vuurwapen op mij gericht hield. Dit vuurwapen was grijs metaalachtig van kleur. Het had het formaat van een handwapen. Deze persoon zei vervolgens tegen mij: “Politie, Politie kom naar boven”. Ik had op dat moment mijn gsm nog in mijn hand en de persoon hoorde ik vervolgens zeggen: “Leg die gsm weg”. Ik heb mijn gsm vervolgens op de keldertrap gelegd en ik ben naar boven gelopen. Eenmaal boven hoorde ik de man zeggen dat ik op de grond moest gaan liggen hetgeen ik deed. Ik voelde vervolgens dat mijn armen achter op mijn rug werden samen gebonden met tiewraps. Volgens mij deed dit een ander persoon. Ik hoorde dat de persoon die tegen mij sprak zei dat ik moest gaan liggen en dat als ik rustig meewerkte er niets zou gebeuren. Ik mocht van deze man niet opkijken. Toen ik dit toch een keer probeerde zei hij meteen “Naar beneden kijken!” Vervolgens begon hij te vragen waar geld en sieraden lagen. De man bleef bij mij en ik zag twee andere personen door de woning lopen. Ook hoorde ik boven iemand lopen en spullen omvallen. Misschien zijn er in totaal wel drie of vier personen in de woning geweest. Ik hoorde een persoon die bij mij stond zeggen: “Over vijf minuten komt de politie in uniform.” Ook deze man heeft de woning beneden doorzocht en is af en toe bij mij weggelopen. Ik hoorde vervolgens geluiden in de gang. Ik hoorde roepen: “Blijf staan kom hier Politie, Politie, ga liggen buik op de grond, niet kijken”. Vervolgens hoorde ik de stem van mijn vader. Mijn vader lag om de hoek in de gang. Vervolgens hoorde ik in de keuken de kraan lopen. Toen de mannen eenmaal weg waren en de vriend van mijn vader mij had losgemaakt zag ik in de wasbak onze gsm’s liggen in het water. De man die mij uit de kelder praatte en bij mij is gebleven was groot en breed. Het zag er uit als echte politie alleen dan met bivakmutsen. De kleding was alleen helemaal zwart met witte letters Politie. Dit stond op de borst en rug. Ik denk dat de man wel 1.90 meter groot was. Eentje was wat kleiner en smal van postuur. [5]
De getuige [slachtoffer 2] is ook gehoord en heeft, samengevat het volgende verklaard.
Op zaterdag, 5 augustus 2017 rond 20.30 uur kreeg ik een telefoontje van [naam] dat
er een arrestatieteam bij [slachtoffer 1] voor de deur in het slaan was [
het hof begrijpt dat er een arrestatieteam de voordeur van [slachtoffer 1] aan het inslaan was]. Ik ben daarop met [slachtoffer 1] met mijn scooter naar de woning van [slachtoffer 1] gereden. Bij de woning van [slachtoffer 1] kwam er een man naar buiten welke direct een pistool op zijn hoofd richtte. Hij hield dit op enkele centimeters én soms tegen zijn hoofd gericht. Hij zei: “Je moet nu naar binnen komen en je moet luisteren wij zijn een arrestatieteam en je moet nu naar binnen komen en op de grond gaan liggen”. Ik werd naar binnen geduwd en het pistool werd achter tegen mijn hoofd aan gezet. Toen ik net binnen in de woning was werd ik met iets tegen mijn hoofd geslagen om mij naar de grond te dwingen. Ik werd met tiewraps vastgebonden en lag met de buik op de grond met mijn handen achter op mijn rug geboeid. Op dat moment werd [slachtoffer 1] ook naar binnen gebracht en achter mij neergelegd. Ik weet dat er op dat moment twee mensen in de woning waren, deze stonden in de hal. Ik hoorde dat er nog een andere persoon boven was want daar waren de twee constant mee aan het praten. De persoon die mij naar binnen heeft gehaald droeg een bivakmuts. Alleen de ogen van de persoon waren te zien. De muts was zwart van kleur met een witte rand om de ogen heen. Deze persoon was blank. De persoon was helemaal in het zwart gekleed en had met witte letters Politie op zijn borst staan. Het was een zwart handvuurwapen met een wat leek een langere loop. Op enig moment stapte een van de twee welke achter ons stonden over mij heen en liep naar de keuken. Vervolgens hoorde ik dat de persoon welke sprak bleef roepen naar goud en sieraden. Ik voelde dat iemand bij mij mijn portemonnee wegnam met daarin contant geld. Ze hadden ook mijn horloge weggenomen en mijn telefoon uit mijn zak weggenomen. Nadat ze alles hadden weggenomen zei de man welke sprak dat wij een zak over ons hoofd zouden krijgen en dat er ieder moment politie zou komen die ons zou meenemen. Op het moment dat de mannen nog binnen waren hoorde ik buiten de sirene van de politie. Ik kon mijzelf bevrijden van de tiewraps. We hebben elkaar geholpen met het loskrijgen van de tiewraps. Ik heb een mes gepakt en bij [slachtoffer 5] , de zoon van [slachtoffer 1] , de tiewraps losgesneden. In de keuken in de wasbak lagen de telefoons, deze hadden ze in het water gegooid. [6]
Aangever [slachtoffer 2] heeft het volgende verklaard.
Ik doe aangifte van diefstal met geweld in vereniging gepleegd. Er zijn goederen van mij
weggenomen waarbij ik ben geslagen tegen mijn hoofd. Ik ben bij de huisartsenpost en bij de [huisarts] geweest. Ik bleek een lichte hersenschudding te hebben. Ik ben op 5 augustus 2017 samen met [slachtoffer 1] op mijn scooter naar de woning van [slachtoffer 1] gegaan. Ik besefte dat het een overval was toen onze spullen werden afgepakt. Ik zag dat [slachtoffer 1] richting de deur liep en direct daarna zag ik [slachtoffer 1] achteruit wijken. Ik zag [slachtoffer 1] weglopen, richting de weg. Toen zag ik direct al de loop van een pistool. De overvaller kwam achter [slachtoffer 1] aan. Ik kreeg het pistool tegen mijn achterhoofd toen ik naar binnen geleid werd. De eerste overvaller deed bij mij aangever tiewraps om. Ik kan mij vanaf het moment dat ik over de drempel stapte, niet alles meer herinneren. De denk dat ik toen die klap achter tegen mijn hoofd heb gekregen. Deze klap ging dusdanig hard dat ik denk dat het een pistool is geweest. De daders hebben mijn portemonnee met daarin mijn rijbewijs en een bedrag tussen de 400 en 500 euro afgenomen. Verder werd mijn horloge, een Breitling
Navitimer, afgenomen. Ik heb voor dit horloge 1800 euro betaald. Het horloge had een zwart leren band met een stevig klokje. De wijzerplaat is licht met een zilveren rand. Tevens is er cash geld van het feest, een bedrag tussen de € 800,00 en € 900,00, weggenomen. Ik had dit geld in mijn achterzak gedaan. Ook mijn telefoon, een IPhone 5SE werd van me afgenomen en onder water gezet. Déze telefoon werkt nu niet meer. De daders zijn via de voordeur vertrokken. Ik heb er twee zien weggaan en nog één boven gehoord. Nadat de kust veilig was kon ik mijn linkerhand loskrijgen en heb ik [slachtoffer 1] losgesneden. Ik ben vervolgens naar de keuken gegaan en heb een mes gepakt om [slachtoffer 5] los te snijden. [7]
Bij een proces-verbaal van bevindingen is een lijst van ontvreemde goederen gevoegd die bij de woningoverval op 5 augustus 2017 op het adres [adres] werden
buitgemaakt. Deze lijst van goederen, afkomstig van aangever [slachtoffer 1] , omvat
onder meer, geld, portemonnee, sieraden en horloges (waaronder een rosékleurig Fossil horloge). [8]
Op 27 april 2018 heeft [verbalisant 5] telefonisch contact opgenomen met [slachtoffer 1] en [slachtoffer 1] gaf aan dat de mobiele telefoon [
het hof begrijpt: de mobiele telefoon van [slachtoffer 5] die door één van de daders in het water is gegooid] moest worden gerepareerd omdat deze niet meer functioneerde. Op 29 april 2018 heeft [verbalisant 5] telefonisch contact opgenomen met [slachtoffer 2] om te informeren naar de mobiele telefoon die in het water was gegooid. [slachtoffer 2] gaf daarop te kennen dat zijn telefoon hierdoor werd vernield en dat hij een nieuwe telefoon had moeten kopen. [9]
Op zondag 6 augustus 2017 werd door de bewoner van de woning [adres]
aan de politie medegedeeld, dat tijdens het opruimen van de kleding in een van de
slaapkamers een revolver was aangetroffen. Deze revolver was niet van een van de bewoners en was kennelijk door een van de overvallers achtergelaten. Op zondag 6 augustus 2017 werd door [verbalisant 6] op het adres [adres] de revolver veiliggesteld. De bewoner verklaarde dat hij de revolver had aangetroffen op het bed onder de kleding. De revolver was van het merk: Smith & Wesson, kaliber 357 Magnum. In de trommel van de revolver bevonden zich zes patronen. Alle patronen waren intact en niet afgevuurd. Het vuurwapen werd ter plaatse bemonsterd op de eventuele aanwezigheid van biologisch materiaal. De zes patronen werden eveneens ter plaatse
veiliggesteld, ieder afzonderlijk verpakt en bemonsterd waarbij één van de patronen het monsternummer AAKL3704NL#01 is toegekend. [10]
DNA-onderzoek
Op 15 september 2017 werden de daarvoor geschikte biologische sporen, de kabelbinders,
de bemonstering van de revolver en de 6 patronen ten behoeve van een DNA-onderzoek
overgedragen aan The Maastricht Forensic Institute (TMFI).
Uitslag TMFI.
Blijkens de rapportage van TMFI, zaaknummer: 2017.09.01.006, d.d. 11 oktober
werd van de patroon (AAKL3704NL#01) [11] een DNA-profiel van een man vervaardigd. De
frequentie van het DNA-profiel is kleiner dan één op één miljard. Na vergelijking met de
DNA-profielen in de Landelijke DNA-databank, bleek dat het spoor matcht met hét DNA-profiel van: [verdachte] geboren op [geboortegegevens] .
Conclusie
Gezien de uitslag van het DNA-onderzoek kan gesteld worden dat [verdachte] zeer
waarschijnlijk in contact is geweest met een van de patronen, die werden aangetroffen
in de revolver Smith & Wesson, welke was achtergelaten op de plaats delict, [adres]
Op 25 oktober 2017 heeft er een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte [
hof: [verdachte]] aan de [adres] . Tijdens deze doorzoeking werden onder meer de
volgende goederen aangetroffen en inbeslaggenomen:
  • Bibigun, kleur grijs met zwart handvat;
  • Bibigun, kleur zwart met rode dop in loop met Chinese tekens boven de rode trekker;
  • een goudkleurig horloge, merk Fossil, goudkleurige metalen band (SIN-nummer
AAKV7728 NL)
  • horloge, merk Ernest 1170, voorzien van blauwe rubberen band
  • een blauwe plastic zak inhoudende diverse .357 patronen.
Door de politie is per email een foto van een lichtblauw horloge van het merk Ernest naar
aangever [slachtoffer 1] gestuurd met het verzoek deze te tonen aan zijn echtgenote.
Aansluitend werd telefonisch contact opgenomen met de echtgenote van aangever [slachtoffer 1]
, te weten: [slachtoffer 3] . Zij heeft onder meer verklaard.
Ik herken het blauwe horloge. Ik heb precies zo’n horloge gehad. Ik heb dit horloge voor het
laatst gedragen met vakantie, dat was vorig jaar. Ik heb het horloge in ieder geval niet meer.
Ik heb nog een foto waarop dit horloge te zien is, dat ik gedragen heb op vakantie vorig jaar.
Deze foto stuur ik u op. [14]
Door [verbalisant 7] werden op 6 november 2017 enkele afbeeldingen met hierop
sieraden, welke door de politie óp 25 oktober 2017 in de woning van verdachte
inbeslaggenomen waren, getoond aan de dochter [slachtoffer 4] en de echtgenote
van aangever [slachtoffer 1] , mevrouw [slachtoffer 3] .
[verbalisant 7] hoorde dochter [slachtoffer 4] zeggen, dat dit (afbeelding 2) haar
horloge was. Dat zij dit direct herkende aan de beschadigingen aan de band. Dat het
een rosé kleurig horloge was dat zij al sinds 2014 in bezit heeft gehad. Dat dit Fossil
horloge dezelfde beschadigingen (de rosé legering afgesleten en zilver zichtbaar)
had. [slachtoffer 4] zei nog foto’s te hebben waarop zij het desbetreffende horloge om had.
[verbalisant 7] hoorde [slachtoffer 3] zeggen dat zij het horloge op afbeelding 3 herkende als een horloge dat zij in bezit had. Verbalisant zag dat toen [slachtoffer 3] het horloge om haar pols deed, de gaatjes in deze band overeen kwamen met haar pols [
het hof begrijpt dat het horloge mevrouw [slachtoffer 3] bleek te passen bij de gaatjes die pasafdrukken vertoonden.]. [15]
Een deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek uitgevoerd door The Maastricht
Forensic Institute houdt onder meer in dat met betrekking tot SIN-nummer AAKV7728 NL (binnenzijde sluiting horloge) er een DNA-mengprofiel afkomstig is van celmateriaal van twee donoren, van wie zeker één man en dat er een DNA-hoofdprofiel is afgeleid van een vrouw. Het DNA-hoofdprofiel matcht met het DNA-profiel van getuige [slachtoffer 4] . [16]
Uit verder onderzoek is gebleken dat verdachte geen aankoopbonnen heeft kunnen
overleggen met betrekking tot de twee hierboven genoemde horloges. [17]
Naar aanleiding van de op 25 oktober 2017 onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen is door [verbalisant 8] , inspecteur van politie als zodanig belast met onderzoek aan wapens en munitie, een onderzoek ingesteld. Uit dit onderzoek blijkt het volgende:
Voorwerp 1
Is een speelgoedwapen (zogenaamde bibigun) in de vorm van een pistool. Op het wapen
werden de volgende opschriften aangetroffen: MADE IN TAIWAN, UNICORN HOBBY
CORP.
Dit wapen is voor be- en/of afdreiging geschikt en is een vuurwapen in de zin van artikel 2
lid 1 categorie I sub 7 van de Wet wapens en munitie.
Voorwerp 2
Is een speelgoedwapen (zogenaamde bibigun) in de vorm van een pistool. Op het wapen
werden de volgende opschriften aangetroffen: KWC, MODEL M92FS, Cal. 9 Parabellum,
99346747, MADE IN TAIWAN, CAT. 7086, BB HOBBY GUN.
Dit wapen is voor be- en/of afdreiging geschikt en is een vuurwapen in de zin van artikel 2
lid 1 categorie 1 sub 7 van de Wet wapens en munitie. [18]
Naar aanleiding van de op 25 oktober 2017 onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen is door verbalisanten [verbalisant 9] , agent van de politie, en [verbalisant 10] , brigadier van de politie, en als zodanig belast met het onderzoek aan wapens en munitie, een onderzoek ingesteld. Uit dit onderzoek blijkt het volgende:
49 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum.
Deze patronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2 lid 2, categorie III van de Wet wapens en munitie.
25 deelmantelpatronen
Deze deelmantelpatronen zijn munitie in de zin van artikel 1 onder 4 gelet op artikel 2, lid 2,
categorie II sub 4 van de Wet wapens en munitie. [19]
Een proces-verbaal van bevindingen inhoudende dat de revolver van het merk Smith &
Wesson, kaliber .357 Magnum, welke na de overval op 5 augustus 2017 in de woning van
[slachtoffer 1] is aangetroffen, geschikt is om de op 25 oktober 2017 in de woning
van verdachte aangetroffen munitie, te weten: 49 kogelpatronen, kaliber .357 Magnum, en de 25 deelmantelpatronen, kaliber .357 Magnum, af te vuren. [20]
De verdachte heeft verklaard dat de bibiguns [
het hof begrijpt de bibiguns zoals die onder 1 in de tenlastelegging in de zaak met parketnummer 03-661051-18 zijn opgenomen] van zijn kinderen zijn, dat zij daarmee spelen en dat hij de bibiguns op de zwarte markt in [plaats] (België) heeft gekocht. [21]
Bewijsoverwegingen
Ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 12 augustus 2020 heeft de verdachte verklaard dat hij hoger beroep heeft ingesteld slechts vanwege de hoogte van de opgelegde gevangenisstraf. De verdachte is herhaaldelijk bevraagd of hij daarmee bekent zich schuldig te hebben gemaakt aan de tenlastegelegde feiten. De verdachte wenste daarop niet te antwoorden, noch heeft hij omtrent de tenlastegelegde feiten verklaard.
Met de rechtbank overweegt het hof dan ook het volgende.
Uit de hiervoor opgenomen bewijsmiddelen blijkt dat er bij de woningoverval op 5
augustus 2017 te [dorp] door de daders onder meer gebruik is gemaakt van een geladen
revolver van het merk Smith & Wesson, kaliber .357 Magnum. In de trommel van de revolver bevonden zich 6 patronen. De revolver en de 6 patronen zijn in verband met een
DNA-onderzoek onderzocht. Uit dit onderzoek blijkt dat er op één patroon [AAKL3704NL#01] het DNA-profiel van verdachte is aangetroffen. Tijdens de doorzoeking in de woning van verdachte op 25 oktober 2017 zijn meerdere patronen aangetroffen gelijk aan de patronen die in de trommel van de achtergelaten revolver op plaats delict werden aangetroffen. Tevens trof de politie in de woning van verdachte twee horloges aan die tijdens de woningoverval waren ontvreemd. Deze twee horloges werden later door de slachtoffers van deze woningoverval herkend. Bovendien is er op het Fossil horloge celmateriaal van slachtoffer [slachtoffer 4] aangetroffen en bleek het Ernest horloge mevrouw [slachtoffer 3] te passen bij de gaatjes die pasafdrukken vertoonden.
Op de patroon in de trommel van de aangetroffen revolver is een DNA-spoor aangetroffen. Met dit DNA-spoor is een match gevonden met het DNA-profiel van verdachte, waarbij de matchkans kleiner is dan 1 op 1 miljard. De betekent dat de kans dat het DNA op die patroon op die specifieke plaats van een willekeurig gekozen persoon is, kleiner is dan 1 op 1 miljard. Anders gezegd; het DNA-profiel is extreem zeldzaam. Door de verdediging is overigens niet betwist dat het DNA-materiaal op de patroon van verdachte afkomstig is. Het hof komt dan ook tot de conclusie dat het celmateriaal dat is aangetroffen op de patroon van verdachte afkomstig is.
Het hof beschouwt het aangetroffen DNA op de patroon daarmee als delictgerelateerd.
Naar het oordeel van het hof zijn de hiervoor opgesomde objectieve feiten dusdanig redengevend voor het bewijs aan het primair tenlastegelegde feit in de zaak met parketnummer 03-702738-17 dat van de verdachte een die redengevendheid ontzenuwende verklaring kan worden verlangd. Ten tijde van het politieverhoor en in eerste aanleg heeft de verdachte geen andere verklaring gegeven (of willen geven) dan dat hij niet bij de woningoverval te [dorp] op 5 augustus 2017 betrokken is geweest. Verdachte heeft zich voornamelijk op zijn zwijgrecht beroepen. In hoger beroep heeft de verdachte zijn betrokkenheid bekend noch ontkend en aangegeven dat hij er niet meer over kon zeggen. In ieder geval heeft de verdachte niet die redengevendheid ontzenuwende verklaring gegeven en evenmin is gebleken van een (aannemelijk) alternatief scenario. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, concludeert het hof dat het niet anders kan zijn dat de verdachte één van de daders is geweest die op 5 augustus 2017 de woning van de familie [naam] aan de [adres] hebben overvallen.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de feiten en omstandigheden als vervat in de hieronder bedoelde bewijsmiddelen in onderlinge samenhang beschouwd.
Elk bewijsmiddel wordt - ook in zijn onderdelen - slechts gebruikt tot bewijs van dat bewezenverklaarde feit, of die bewezenverklaarde feiten, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het in de zaak met parketnummer 03-702738-17 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
diefstal, voorafgegaan en vergezeld van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken en bij betrapping op heter daad, aan zichzelf of andere deelnemers van het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen en terwijl de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en een vals kostuum.
Het in de zaak met parketnummer 03-661051-18 onder 1 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie,
meermalen gepleegd.
Het in de zaak met parketnummer 03-661051-18 onder 2 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie.
Het in de zaak met parketnummer 03-661051-18 onder 3 bewezenverklaarde wordt gekwalificeerd als:
medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort, vernielen, meermalen gepleegd.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezenverklaarde uitsluiten. De feiten zijn strafbaar.
Strafbaarheid van de verdachte
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluiten. De verdachte is daarom strafbaar voor het hiervoor bewezenverklaarde.
Op te leggen sanctie
Onder verwijzing naar verschillende jurisprudentie heeft de verdediging bepleit dat het hof de verdachte zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van hoogstens zes jaar.
Het hof overweegt hieromtrent als volgt.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarnaast is gelet op de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd.
De verdachte heeft zich samen met zijn mededaders op lafhartige en koelbloedige wijze
schuldig gemaakt aan diefstal met geweld en bedreiging met geweld in een woning. Bij deze
overval zijn de verdachte en zijn mededaders door middel van braak en een vals kostuum de woning binnengedrongen en hebben zij eerst de toen 13 jarige [slachtoffer 5] , zoon van aangever [slachtoffer 1] , met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, onder schot gehouden en zijn handen met tiewraps op de rug vastgebonden. Ook de even later gearriveerde slachtoffers [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] werden met een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp, onder schot gehouden en met tiewraps geboeid. Slachtoffer [slachtoffer 2] werd daarbij met een hard voorwerp achter op zijn hoofd geslagen. De daders hebben het hele huis van de familie [naam] overhoop gehaald en er werden sieraden, geld, portemonnees en horloges buitgemaakt. Bij de overval werd gebruik gemaakt van minimaal twee op vuurwapens gelijkende voorwerpen waarvan minstens één echt vuurwapen dat bovendien geladen was. Ook hebben de daders zich – zowel qua uiterlijk als mondeling – voorgedaan als leden van een arrestatieteam van de politie. De daders hebben er vooraf kennelijk rekening mee gehouden dat zij in de woning personen konden aantreffen en hebben zich daardoor niet laten weerhouden maar hebben zich buitengewoon egoïstisch laten leiden door hun eigen financiële gewin. Daar komt nog bij dat de woningoverval professioneel is voorbereid en – met uitzondering van het achterlaten van de revolver – uitgevoerd. Het hof rekent dit de verdachte zwaar aan.
Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijke gebeurtenissen nog
langdurig angstgevoelens en psychische klachten kunnen ondervinden. Bovendien versterkt
dergelijk gewelddadig optreden de gevoelens van angst en onveiligheid in de samenleving.
Door zich voor te doen als een arrestatieteam van de politie wordt ook het vertrouwen dat
mensen in (het optreden van) de politie moeten kunnen hebben ernstig ondermijnd.
Het hele gebeuren heeft grote inbreuk gemaakt op de geestelijke en lichamelijke integriteit van de slachtoffers, in het bijzonder op [slachtoffer 5] . De moeder van [slachtoffer 5] heeft in haar schriftelijke slachtofferverklaring uiteengezet wat voor negatieve impact de woningoverval op haar zoon en de rest van de familie heeft gehad en zij heeft ter terechtzitting in eerste aanleg alsmede in hoger beroep aangegeven dat deze gevolgen onverminderd voortduren. Zo blijkt dat [slachtoffer 5] , maar ook zijn zussen, lange tijd niet meer alleen thuis durfden te blijven en dat hun gevoel van veiligheid in het algemeen en in het bijzonder in hun eigen woning van hen is afgenomen. [slachtoffer 1] heeft in hoger beroep te kennen gegeven dat wat hem betreft de verdachte tot een aanzienlijk lagere gevangenisstraf mag worden veroordeeld, mits de verdachte zou verklaren en uitleg geven waarom en met wie hij de tenlastegelegde feiten juist bij hen heeft gepleegd. Het uitblijven van een bekentenis en/of uitleg ervaren de slachtoffers als buitengewoon frustrerend en beangstigend.
De verdachte heeft zich niet alleen schuldig gemaakt aan de woningoverval, maar hij - dan wel één van zijn mededaders - heeft ook nog twee IPhones vernield door deze in een wasbak gevuld met water te leggen. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan verboden wapen- en munitiebezit. Evenzo rekent het hof deze feiten de verdachte aan.
Bij de op te leggen straf heeft het hof voorts ten nadele van de verdachte rekening gehouden met het uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 24 juli 2020. In het bijzonder met de veroordeling d.d. 27 november 2013 waarbij de verdachte ter zake van (feit 1) poging tot afpersing en voortgezette poging tot diefstal, vergezeld en bedreiging met geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken alsmede (feiten 2 en 3) het tweemaal overtreden van de Wet wapens en munitie is veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 22 maanden waarvan 6 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. Kennelijk heeft deze onherroepelijke veroordeling de verdachte er niet van weerhouden te recidiveren.
Ter zake van de artikelen 310-317 Sr inzake woningovervallen zijn door het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) oriëntatiepunten voor straftoemeting opgesteld. Bij een overval op een woning door een meerderjarige met ‘licht geweld/bedreiging’ wordt als vertrekpunt voor de straftoemetingsoverwegingen een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren genoemd, bij ‘ander geweld’ is dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren. Als definitie van ‘licht geweld’ wordt een enkele ruk/duw zonder noemenswaardig letsel genoemd. Als straf vermeerderende en/of straf verminderende factoren worden kwetsbare slachtoffers, de omvang van de schade, (aard en ernst) van het letsel, het samenwerkingsverband, professionele werkwijze, recidive en het soort wapen/voorwerp genoemd.
Uit de wettelijke bepaling voor diefstal met geweld (artikel 312 Sr) volgt dat de maximumstraf van 9 jaar gevangenisstraf onder meer wordt verhoogd tot 12 jaar indien het feit in vereniging is gepleegd.
Naast de hierboven weergegeven omstandigheden weegt het hof met name strafverzwarend mee dat de verdachte en zijn mededaders zich niet hebben teruggetrokken toen ze de 13 jarige zoon [slachtoffer 5] thuis hebben aangetroffen, dat hij en [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] op de grond moesten gaan liggen en zijn vastgebonden met tiewraps, er gedreigd is met een vuurwapen en een voorwerp dat daar op zijn minst sterk op leek, dat [slachtoffer 2] dusdanig hard op zijn hoofd is geslagen dat hij zich niet meer alles kan herinneren en er een lichte hersenschudding aan heeft overgehouden [22] en de overval professioneel is voorbereid en uitgevoerd waarbij verdachte en zijn mededaders zich hebben voorgedaan als een arrestatieteam.
Gelet op alle hiervoor genoemde omstandigheden is het hof, anders dan de verdediging en de rechtbank, van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaren passend en geboden is.
Tenslotte heeft het hof zich rekenschap ervan gegeven dat elke verdachte recht heeft op een openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 EVRM. Deze waarborg strekt er onder meer toe te voorkómen dat een verdachte langer dan redelijk is onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven.
In dat kader heeft het hof het volgende geconstateerd.
In eerste aanleg is de redelijke termijn aangevangen op 25 oktober 2017, de datum waarop de verdachte in verzekering is gesteld. De rechtbank heeft vonnis gewezen op 23 mei 2019 en derhalve heeft de behandeling in eerste aanleg ongeveer 19 maanden geduurd.
Op het moment van de uitspraak van het vonnis verkeerde de verdachte in voorlopige hechtenis en het hof ziet zich bij het bepalen van de redelijke termijn voor de vraag gesteld of de onderhavige zaak binnen 16 maanden dan wel 24 maanden diende te zijn afgerond. Nu de verdachte tijdens de behandeling in eerste aanleg grotendeels uit de voorlopige hechtenis is geschorst en dus ook minder zwaar is belast dan iemand die zijn strafproces in gevangenschap moest afwachten, is het hof van oordeel dat de maatstaf van 24 maanden dient te gelden. Derhalve is de behandeling in eerste aanleg binnen de grenzen van de redelijke termijn afgerond en is een schending van de redelijke termijn niet aan de orde.
Alles overziend zal het hof de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar met aftrek van voorarrest.
In beslag genomen voorwerpen
De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven kabelbinders [
tiewraps] zijn vatbaar voor verbeurdverklaring, nu het voorwerpen zijn met behulp waarvan het in de zaak met parketnummer 03-702738-17 primair tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan. Het hof heeft hierbij rekening gehouden met de draagkracht van verdachte.
De hierna in de beslissing genoemde in beslag genomen voorwerpen onder de nummers (van de beslaglijst) 1, 2, 5, 6 14 tot en met 20 zijn vatbaar voor onttrekking aan het verkeer
aangezien met betrekking tot deze voorwerpen de feiten onder de parketnummers
03/702738-17 en 03/661051-18 zijn begaan, en /of terwijl het voorwerpen van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
De voorwerpen onder de nummers 3, 4 en 8 dienen te worden teruggegeven aan de
rechthebbenden en het voorwerp genoemd onder nummer 7 dient te worden teruggeven
aan de verdachte.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 36d, 47, 57, 312 en 350 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13, 26 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze luidden ten tijde van het bewezenverklaarde.

BESLISSING

Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het in de zaak met parketnummer 03-702738-17 primair en in de zaak met parketnummer 03-661051-18 onder 1, 2 en 3 tenlastegelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezenverklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het in de zaak met parketnummer 03-702738-17 primair en in de zaak met parketnummer 03-661051-18 onder 1, 2 en 3 bewezenverklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld en verklaart de verdachte strafbaar.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
7 (zeven) jaren.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Verklaart verbeurdde in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten kabelbinders, nummers 9 tot en met 13 van de beslaglijst.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
stuk wapen, kleur: grijs, Bibi g 999788 grijs/zwart;
1 stuk wapen, kleur: zwart, Bibi g999792 zwart/rood;
5. 1 1 stuk wapen, kleur: grijs, Bibi g999806 wapennr. 99346747;
5. 1 1 stuk munitie, kleur: blauw Magnum patroon, g999811 blauwe plastic zak inh patronen .357 magnum;
14. 1 1 stuk wapen, kleur: zilver, Smith & Wesson.357 magnum, 9971802;
14. 1 1 stuk munitie GFL.357 Magnum patroon g971803;
14. 1 1 stuk munitie GFL.357 Magnum patroon, g971803;
14. 1 1 stuk munitie GFL.357 Magnum patroon, g971804;
14. 1 1 stuk munitie GFL.357 Magnum patroon, g971805;
14. 1 1 stuk munitie GFL.357 Magnum patroon, g771806;
14. 1 1 stuk munitie S&B.357 Magnum patroon, g971807.
Gelast de
teruggaveaan [slachtoffer 3] van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 stuk horloge, kleur: Blauw, Ernest onbekend, g999801.
Gelast de
teruggaveaan [slachtoffer 4] van de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
1 stuk horloge, kleur: goud, Fossil, g999795;
1 stuk sieradendoos, kleur: roze, ZINZI bijouterie, g999835.
Gelast de
teruggaveaan de verdachte van het in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerp, te weten:
1 stuk kleding, kleur: zwart, Fostex muts, g999817.
Aldus gewezen door:
mr. M.L.P. van Cruchten, voorzitter,
mr. F.P.E. Wiemans en mr. E.F. Stamhuis, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.A.J. van de Kamp, griffier,
en op 26 augustus 2020 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. Stamhuis is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op
2.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 augustus 2017, pagina’s 154 tot en met 156 van het onder 1
3.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 6 augustus 2017, pagina’s 163 en 164 van het onder 1
4.Proces-verbaal van aangifte d.d. 6 augustus 2017, pagina’s 189 tot en met 191 van het onder 1
5.Proces-verbaal van aangifte d.d. 5 augustus 2017, pagina’s 269 en 270 van het onder 1
6.Proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 6 augustus 2017, pagina’s 272 tot en met 274 van het onder 1
7.Proces-verbaal van aangifte d.d. 11 augustus 2017, pagina’s 275 tot en met 279 van het onder 1
8.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 20 oktober 2017, pagina’s 252 tot en met 255 van het onder 1
9.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 april 2018, pagina 1 van voormeld proces-verbaal met proces-verbaalnummer LB1R017085-182, opgesteld door [verbalisant 5] van de politie, Districtsrecherche Noord- en Midden-Limburg.
10.Proces-verbaal match DNA-onderzoek patroon d.d. 23 oktober 2017, pagina 173 van het onder 1
11.Blijkens de deskundige rapportage TMFI, pagina’s 184 tot en met 188 van het onder 1 doorgenummerd proces-verbaal, is er een match met het monsternummer AAKL3704NL#01 en niet met het monsternummer AAKL3703NL#01 zoals in het proces-verbaal macht DNA-onderzoek patroon d.d. 23 oktober 2017, pagina 173 van het onder 1 doorgenummerd proces-verbaal, staat vermeld.
12.Proces-verbaal match DNA-onderzoek patroon d.d. 23 oktober 2017, pagina 173 van het onder 1
13.Proces-verbaal van doorzoeking ter inbeslagneming, pagina’s 11 tot en met 16 van het onder 1
14.Proces-verbaal van bevindingen getoonde foto’s van gestolen sieraden d.d. 5 november 2017,
15.Proces-verbaal van politie d.d. 7 november 2017, pagina’s 381 tot en met 383 van het onder 1
16.Deskundigenrapportage Forensisch DNA-onderzoek d.d. 18 mei 2018, pagina 2, zaaknummer TMFI d.d. 2017.09.01.008 004, opgesteld door [deskundige] van het TMFI.
17.Proces-verbaal van politie d.d. 8 november 2017, pagina 384 van het onder 1 doorgenummerd
18.Proces-verbaal van politie d.d. 21 november 2017, pagina’s 388 tot en met 393 van het onder 1
19.Proces-verbaal van politie d.d. 12 december 2017, pagina’s 398 tot en met 400 van het onder 1
20.Proces-verbaal van bevindingen d.d. 29 januari 2018, pagina’s 395 en 396 van het onder 1
21.Proces-verbaal van verhoor verdachte d.d. 19 maart 2018, pagina’s 659 en 660 van het onder 1 doorgenummerd proces-verbaal.
22.Politiedossier, pagina’s 276 en 278.