ECLI:NL:GHSHE:2020:2614
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezamenlijk gezag over minderjarige na conflicten tussen ouders
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de beëindiging van het gezamenlijk gezag over de minderjarige [minderjarige], geboren in 2006. De moeder, appellante, verzet zich tegen de beschikking van de rechtbank Limburg (Maastricht) van 19 april 2019, waarin het gezamenlijk gezag werd beëindigd en de vader, verweerder, alleen met het gezag werd belast. De moeder stelt dat er geen sprake is van een onoverkomelijke ex-partnerproblematiek en dat zij in staat is om samen met de vader afspraken te maken over belangrijke zaken met betrekking tot [minderjarige]. De vader daarentegen betoogt dat de moeder niet in staat is om samen beslissingen te nemen en dat haar gedrag schadelijk is voor [minderjarige]. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 januari 2020 zijn beide ouders gehoord, evenals vertegenwoordigers van de Raad voor de Kinderbescherming en de GI. Het hof heeft vastgesteld dat de communicatie tussen de ouders problematisch is en dat de moeder vaak haar eigen gang gaat, wat leidt tot onduidelijkheid en onrust voor [minderjarige]. Het hof concludeert dat het gezamenlijk gezag beëindigd moet worden om de belangen van [minderjarige] te waarborgen. De beslissing van de rechtbank wordt bekrachtigd, en de proceskosten worden gecompenseerd.