6.1.In dit hoger beroep kan worden uitgegaan van de volgende onbestreden feiten.
a. a) [de vof] exploiteert een paardencentrum/manege. In 2015 exploiteerde [de vof] ook een grondverzetbedrijf.
b) [geïntimeerde] houdt zich bezig met de aanleg, renovatie en het onderhoud van gravel tennisbanen en van manegebodems met een toplaag van Hippotuft.
c) In 2015 heeft [de vof] , toen nog gevestigd te [vestigingsplaats] , zich onder meer tot [geïntimeerde] gewend in verband met haar wens tot aanleg van een grote buitenpiste/evenemententerrein (hierna: de buitenbak) bij de destijds aldaar door haar geëxploiteerde manege.
d) [geïntimeerde] heeft [de vof] het concept van de door hem aangelegde buitenpistes met toplaag Hippotuft gemengd met zand uitgelegd en met (de heer [appellant 2] van) [de vof] een drietal pistes bezocht die door [geïntimeerde] waren aangelegd.
e) [de vof] heeft vervolgens besloten zelf een buitenbak met een Hippotuft toplaag aan te leggen.
f) De Hippotuft heeft [de vof] voor een bedrag van € 18.150,= (incl. BTW) bij [geïntimeerde] ingekocht. De daarvoor door [geïntimeerde] aan [de vof] op 17 april 2015 verstrekte offerte voor 100 balen Hippotuft luidt onder meer:
“(…) De aangeboden hoeveelheid is afgestemd op jullie situatie en voldoet ruimschoots aan de normen die wij normaliter hanteren. (…)”.
[de vof] heeft het benodigde zand elders ingekocht.
g) Bij factuur van 1 juni 2015 heeft [geïntimeerde] aan [de vof] voor advies en begeleiding een bedrag van € 1.259,16 (inclusief btw) in rekening gebracht. Het gaat om 8 uren verspreid over 5 dagen in april 2015 en 17 uren verspreid over 4 dagen in mei 2015. Deze factuur is onbetaald gebleven.
h) De buitenbak is eind juni 2015 gereed gekomen en in gebruik genomen.
i. i) Een e-mail van [de vof] aan [geïntimeerde] van 22 juli 2015 luidt onder meer:
“(…) In april en mei van dit jaar heb je ons geadviseerd en de aanleg van onze buitenpiste begeleid. in je offerte van 17 april heb je aangegeven dat de aangeboden producten en hoeveelheden zijn afgestemd op onze situatie en dat deze voldoen aan de normen die normaliter gehanteerd worden. Nu het werk gereed is, kunnen wij niet anders dan constateren dat de door jou geadviseerde producten (zand en toplaag) allesbehalve voldoen aan hetgeen waarvoor de buitenpiste gebruikt dient te worden. De materialen blijven veel te zacht.
(…)
Hierbij stellen wij je dan ook formeel in gebreke met betrekking tot de uitvoering van jouw werkzaamheden en de geleverde producten. Wij stellen je hierbij eenmaal in de gelegenheid alsnog geschikte materialen te leveren. Wij verzoeken je daartoe binnen één week na heden de buitenpiste te ontdoen van de ongeschikte materialen en hiervoor geschikte materialen te leveren.
(…)
We nodigen je uiteraard graag uit om met ons te bespreken op welke wijze je het werk gaat herstellen.(…)”
j) [geïntimeerde] heeft aansprakelijkheid afgewezen. Coulancehalve heeft hij aangeboden op zijn kosten extra Hippotuft te leveren om de toplaag te verstevigen. Dat aanbod heeft [de vof] geweigerd omdat [geïntimeerde] geen garantie kon geven dat de door [de vof] ervaren problemen daarmee zouden worden opgelost.
k) Op verzoek van [de vof] heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, bij beschikking van 18 maart 2016 een voorlopig deskundigenonderzoek bevolen door de deskundige A.H.M. Schothorst te [kantoorplaats] .
l) In zijn op 20 juli 2016 uitgebrachte deskundigenbericht concludeert de deskundige:
“(…)Antwoord op de vragen van de rechtbank:
(…)
1.
Is de door [geïntimeerde] geadviseerde combinatie van Hippotuft snippers en ST7 zand (…) geschikt voor een buitenbak in de paardensport ?(…)De verhouding 2:1 daaraan kan ik niet veel conclusies verbinden, bij de rijbodems elders werkt dit volgens [geïntimeerde] zeer goed. Bij de [de vof] heeft [geïntimeerde] zelf gemengd. dus dit staat ook niet ter discussie de mengverhouding welke is toegepast. Persoonlijk heb ik géén ervaring met Hippotuft, dus heb ik geen vergelijking met Hippotuft met haar eigenschappen in een andere mengverhouding.
(…)
3.
(…)De bodem mist stabiliteit en de hoeven van de paarden zullen te ver wegzakken of zijwaarts wegschuiven in de bodem als er wordt afgezet en gesprongen. De bodem is wel geschikt als ruibodem voor een manege als er alleen lichte rijoefeningen en dressuurproeven worden verreden en niet in een z.g. wedstrijdverband. (…) Een belangrijke oorzaak is het ontbreken aan goede binding tussen het gebruikte zand en de Hippotuft welke een direct gevolg is van de droge omstandigheden van de gehele rijbodem. Water is een belangrijk onderdeel in een rijbodem, water zorgt voor binding van de zandkorrels en daarnaast met de Hippotuft.
(…)
6.
(…)Het onderzoeken van het gebruikte zand door de kwaliteitsdienst van [kwaliteitsdienst] heeft aan het licht gebracht dat het toegepaste zand geen afwijkingen vertoont t.o.v. het overgelegde productblad ST7 zand. Dat er gekozen is voor dit type zand voor toepassing in een rijbodem is ook heel gebruikelijk (…)
(…)
Conclusie
Na beoordeling en onderzoek concludeer ik dat de rode draad van de oorzaak van het niet optimaal zijn van deze rijbodem, een direct gevolg is van te weinig waterbuffering in de top- en onderlaag van de rijbodem. Dus het te droog zijn/en blijven van de gehele bodem.
Hierdoor is er geen onderlinge binding met de destijds gekozen materialen, nl. Het ST7 zand en de Hippotuft. Een direct gevolg hiervan is een te zware en te onstabiele rijbodem. Tijd zal geen gewenste oplossing geven, dit brengt namelijk géén verandering in de waterhuishouding in de bodem. Veel sproeien zal niet het gewenste resultaat geven, omdat het sproeiwater direct wegzakt in de bodem.
Advies:
Er moet dus gezocht worden naar het kunstmatig manipuleren van de waterhuishouding in de gehele rijbodem. De waterdoorlatendheid is nu niet goed geregeld.
De sleutel is waterbuffering in de onderbodem en de toplaag. Er zijn meerdere opties hiervoor mogelijk, op kunstmatige en ook op natuurlijke wijze. De beste keus hierin is afhankelijk van de wens van de eigenaar m.b.t. hergebruik van de destijds gekozen materialen in combinatie met de financiële aspecten welke bij de meeste projecten een rol spelen.
(…)”
m) Nadat de deskundige op 25 mei 2016 een onderzoek op locatie heeft verricht, heeft [de vof] de Hippotuft toplaag verwijderd en [minerals] Minerals b.v. een nieuwe toplaag van een ander materiaal fiber en zand laten aanbrengen.
n) Inmiddels is de manege met de buitenbak te [vestigingsplaats] verkocht aan een derde en exploiteert [de vof] een andere manege in [vestigingsplaats] .