Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
29 april 2019.
- het V6-formulier met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 30 maart 2020;
- het V9-formulier van de advocaat van de vrouw d.d. 17 april 2020;
- het V9-formulier van de advocaat van de man d.d. 17 april 2020;
- het V6-formulier met bijlage van de advocaat van de man d.d. 13 mei 2020;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 19 mei 2020;
- het V6-formulier met bijlage van de advocaat van de man d.d. 22 mei 2020;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de vrouw d.d. 2 juni 2020;
- het V8-formulier van de advocaat van de man d.d. 4 juni 2020.
3.De feiten
1 september 2012 € 437,75 per kind per maand zal voldoen als bijdrage in de kosten van de kinderen.
4.De omvang van het geschil
€ 325,- per maand en de door de man te betalen partneralimentatie op € 58,- per maand, althans op dusdanige bedragen als het hof juist acht, kosten rechtens.
5.De motivering van de beslissing
€ 485,- per maand bedraagt.
1 januari 2019 vastgesteld op € 225,- per maand.
1 januari 2020 € 496,- per maand.
6.De slotsom
7.De beslissing
- bepaalt dat de man aan de vrouw met ingang van 1 januari 2019 tot 1 januari 2020 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] € 322,- per maand zal betalen;
- bepaalt dat de man aan de vrouw met ingang van 1 januari 2020 als bijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van [minderjarige] en met ingang van 12 september 2020 als bijdrage in de kosten van levensonderhoud en studie aan [minderjarige] € 359,- per maand zal betalen, de toekomstige termijnen telkens bij vooruitbetaling te voldoen;