3.1.Het hof gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
a. a) Namens [appellante] heeft [medewerker 1 van vennootschap 1] [geïntimeerde] telefonisch benaderd om deel te nemen aan het RTLZ televisieprogramma ‘Doe Maar Duurzaam’. Partijen zijn tijdens een telefoongesprek op 20 oktober 2017 overeengekomen dat [geïntimeerde] tegen betaling zou deelnemen aan het televisieprogramma, waarvoor een item over het bedrijf van [geïntimeerde] van 3 minuten zou worden opgenomen. Afgesproken is dat het item op zondag 24 december 2017 zou worden uitgezonden (met herhalingen op maandag, woensdag, vrijdag en zaterdag).
b) [medewerker 1 van vennootschap 1] heeft [geïntimeerde] tijdens genoemd telefoongesprek een digitaal contract via het programma Signhost ter ondertekening voorgelegd. [geïntimeerde] heeft het contract met een elektronische handtekening ondertekend op een iPad.
c) In het contract staat onder meer het volgende vermeld:
“Financiële afspraken:
Uw bedrijf zal voor de totstandkoming van het 3 minuten item een investering doen van € 4.450,- excl. btw. Betaling geschiedt binnen 14 dagen na factuurdatum. Factuur wordt verzonden bij aanvang productioneel traject.”
d) [appellante] heeft [geïntimeerde] een factuur gezonden gedateerd 26 oktober 2017 voor een bedrag van € 5.384,50 incl. btw.
e) [appellante] heeft [geïntimeerde] op 26 oktober 2017 een e-mail gestuurd, waarin zij een opnamedatum van 24 februari 2018 heeft bevestigd. In een e-mail van 30 oktober 2017 heeft [appellante] deze opnamedatum gecorrigeerd in 24 november 2017.
f) Een e-mail van vrijdag 3 november 2017 van [medewerker van vennootschap 2] ( [geïntimeerde] ) aan [medewerker 1 van vennootschap 1] ( [appellante] ) luidt onder meer:
“(…) tot mijn verbazing ontving ik vorige week een factuur van Doe maar Duurzaam. Jij had ons gezegd dat er geen haast achter jullie facturatie zat en dat deze factuur zeer waarschijnlijk pas begin volgend jaar (dus na de uitzenddata) verzonden zou worden. Hiermee hebben wij dan ook in ons budget rekening gehouden. helaas gaat het ons niet lukken om voor de genoemde termijn 09-11-2017 het bedrag te voldoen. Wij moeten dan ook afzien van de opdracht als jullie hieraan vasthouden. Begin 2018 kunnen wij het geld er wel voor vrijmaken.(…)”
g) Eind november 2017 heeft [medewerker 2 van vennootschap 1] ( [appellante] ) telefonisch en per e-mail aan [medewerker van vennootschap 2] meegedeeld dat [geïntimeerde] niet mee kon doen in de uitzending van 24 december 2017 omdat de factuur daarvoor pas in januari 2018 voldaan kon worden. Als alternatief is voorgesteld de uitzending van 25 februari 2018 en omdat die niet werd geaccepteerd door [geïntimeerde] de datum van 3 juni 2018. Bij hoge uitzondering werd aan [geïntimeerde] toegestaan de factuur uiterlijk maandag 29 januari 2018 te betalen.
h) Op 5 maart 2018 schreef [medewerker 2 van vennootschap 1] aan [medewerker van vennootschap 2] per e-mail onder meer:
“(…) Ik heb nu reeds meerdere keren uw voicemail ingesproken, omdat wij graag de vragenlijst van u retour willen ontvangen (…) zodat wij op tijd aan het draaiboek kunnen gaan beginnen. Denk u er ook aan dat volgens afspraak onze factuur, zijnde € 5.384,50 uiterlijk 2 dagen voor opname voldaan dient te zijn? De factuur dient derhalveuiterlijk dinsdag 27 maart 2018voldaan te zijn.(…)”.
i. Een e-mail van 8 maart 2018 van [medewerker van vennootschap 2] aan [medewerker 2 van vennootschap 1] luidt:
“(…) gezien de besprekingen met verscheidene contactpersonen van [de vennootschap 1] en de miscommunicatie die hierdoor is opgetreden, alsmede ontwikkelingen binnen ons bedrijf willen wij graag afzien van de opnames en dus uitzendtijd bij DMD. Wij zien ons gedwongen af te zien van de besproken verwachtingen beider partijen.(…)”
j) Naar aanleiding van telefonisch contact tussen partijen op 13 maart 2018 heeft [appellante] aan [geïntimeerde] meegedeeld dat zij ingevolge artikel 9.2 van haar algemene voorwaarden aanspraak maakte op een vergoeding van 100% van het overeengekomen bedrag wegens annulering van de opdracht na 10 werkdagen, na ondertekening en dat ze deze vordering direct aan haar incassobureau zou overdragen.
k) Ondanks herhaalde aanmaningen van het incassobureau heeft [geïntimeerde] de vordering niet voldaan.