Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[naam verdachte]
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
24 (vierentwintig) maanden;
6 (zes) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
3 (drie) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 3 (drie) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd;
- zich binnen drie dagen na het onherroepelijk worden van dit arrest telefonisch meldt bij de Reclassering Nederland, gevestigd aan de [adres reclassering] . Hierna moet veroordeelde zich blijven melden zo frequent en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht. Daarbij dient veroordeelde zich te houden aan de aanwijzingen die de reclassering geeft, en;
- de ambulante [zedendader]behandeling zal volgen zoals hem die door de reclassering, zal worden aangeboden. Daarbij dient veroordeelde zich te houden aan de aanwijzingen die hem in het kader van die behandeling door of namens de instelling/behandelaar zullen worden gegeven, en;
- gedurende de volledige proeftijd geen contact zal opnemen, zoeken of hebben – in welke vorm dan ook, ook niet via derden – met het slachtoffer in deze strafzaak [aangeefster] , een en ander met dien verstande dat onder dit contactverbod niet vallen contacten van of door tussenkomst van de advocaat van verdachte met genoemde persoon;
€ 27,00 (zevenentwintig euro);
- € 44,00 (vierenveertig euro) materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 februari 2019 tot aan de dag der voldoening, en
- € 1.500,00 (duizend vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 augustus 2017 tot aan de dag der voldoening;