In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, gaat het om de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2018. De moeder, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Limburg, verzoekt om beëindiging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing. De moeder stelt dat zij in staat is om voor de minderjarige te zorgen en dat de bezoekregeling met de minderjarige goed verloopt. De GI, de William Schrikker Stichting, verzet zich hiertegen en stelt dat de moeder onvoldoende pedagogische inzichten heeft en dat de zorg voor de minderjarige niet veilig kan worden geboden. Tijdens de mondelinge behandeling op 10 juli 2020 zijn de moeder, de GI en de pleegmoeder gehoord. De GI heeft aangegeven dat de moeder en de vader de bezoekregeling moeilijk kunnen nakomen en dat de moeder passief is tijdens de bezoeken. De raad heeft verzocht om een gezagsbeëindigende maatregel. Het hof heeft de wettelijke vereisten voor verlenging van de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing bevestigd en de eerdere beschikking van de rechtbank bekrachtigd. De moeder heeft niet aangetoond dat zij in staat is om de zorg voor de minderjarige op zich te nemen, en de zorgen over haar opvoedingscapaciteiten blijven bestaan. De beslissing van het hof is om de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen en het meer of anders verzochte af te wijzen.