De vader voert - kort samengevat - het volgende aan.
Hij houdt heel veel van zijn kinderen. Vanaf kinds af aan heeft hij een vaderrol in het leven van de kinderen gehad.
De vader heeft lange tijd niet geweten dat de moeder ernstig ziek was. Toen hij hiermee bekend is geraakt is hij de moeder gaan helpen en verbleef hij een groot deel van de tijd in het gezin. Het was voor iedereen fijn om als gezin bij elkaar te zijn.
De vader acht de kerkgemeenschap van de pleeggezinnen verantwoordelijk voor het vroegtijdig overlijden van de moeder van zijn kinderen, omdat de moeder, hoewel zij ernstig ziek was, op advies van de predikant geen artsen heeft geraadpleegd. Hij kan dat het kerkgenootschap niet vergeven. Verder heeft de kerkgemeenschap, in de persoon van de pastoor, die uit Kameroen komt, ervoor gezorgd dat de kinderen na de begrafenis naar [plaats] zijn gebracht. De vader is verder van mening dat voornoemde kerkgemeenschap de kinderen op negatieve wijze beïnvloedt, hetgeen ervoor zorgt dat er geen contact is tussen hem en de kinderen. Het is een ingewikkelde kwestie die al speelt voordat [minderjarige 2] was geboren. Er wordt nu zelfs beweerd dat de vader niet de biologische vader van [minderjarige 2] zou zijn.
Er is sprake van ouderonthechting en de GI laat na om zich voldoende in te zetten om het contact tussen de vader en de kinderen te herstellen. De kinderen zitten klem tussen de twee kerkgemeenschappen. Dit had voorkomen kunnen worden indien de kinderen bij neutrale pleeggezinnen waren geplaatst. De vader voelt zich door de GI niet serieus genomen.
De vader heeft de kinderen sinds de uithuisplaatsing niet meer gezien. Er loopt in dit kader nog een procedure bij de rechtbank in verband met een verzoek tot omgang dat de vorige advocaat van de vader heeft ingediend.
De vader heeft een ruime, zelfstandige woonruimte en hij heeft een inkomen. Een zoon van 21 jaar woont bij de vader. Zijn andere zonen van 26 en 30 jaar wonen bij de vader in de buurt en willen ook een rol spelen in het leven van [minderjarige 1] en [minderjarige 2] .
Het was de laatste wens van de moeder dat de vader voor de kinderen zou zorgen. Deze wens zou gerespecteerd moeten worden.
De vader beseft dat [minderjarige 1] al 17 jaar is en dat het lastig is om haar nog iets op te leggen. Voor [minderjarige 2] is dit anders. Een wijziging van het verblijf van de kinderen is in het belang van de kinderen, vanwege hun recht op family life ex artikel 8 EVRM. Doordat de huidige pleeggezinnen de kinderen losweken van hun familie, normaal contact in de weg staan en de kinderen geen emotionele toestemming geven om het contact met hun familie (de vader) aan te gaan, dienen de kinderen in een neutraal pleeggezin of in een instelling te worden geplaatst, waarbij er actief wordt gewerkt aan contactherstel en thuisplaatsing.
De vader wenst verder betrokken te worden bij alle beslissingen rondom de kinderen, waaronder die over de hulpverlening, die voor zover bekend nog niet is gestart. Desnoods dient de GI een tolk in te schakelen. De vader wenst dat hij serieus wordt genomen, dat hij gehoord wordt en dat er normaal contact tussen hem en de kinderen wordt gerealiseerd.